Inflatiecorrectie OV-pensioenen voorlopig van de baan

De kans op volledige indexering van de pensioenrechten bij het OV-pensioenfonds is de komende jaren klein. Het zou zelfs wel eens een paar jaar kunnen duren voordat bij het fonds weer sprake kan zijn van volledige indexatie, al is dat lastig te voorspellen. Dat komt omdat De Nederlandsche Bank (DNB) onlangs de rekenrente verlaagde, naast het recent ingevoerde nieuwe financiële toetsingskader voor pensioenfondsen.

Doordat DNB de rekenrente heeft verlaagd, moeten pensioenfondsen meer geld reserveren en daalt hun dekkingsgraad. In het geval van het pensioenfonds openbaar vervoer is dat één à twee procentpunt. Uitkeringen aan mensen die al met pensioen zijn, worden de komende jaren niet gecorrigeerd voor inflatie. Werkend OV-personeel bouwt in de toekomst mogelijk ook minder pensioen op per betaalde euro premie.

Volgens Peter-Paul Witte van Stichting Pensioenfonds Openbaar Vervoer (SPOV) helpt de verlaging van de rekenrente niet mee om de koopkracht voor gepensioneerden op hetzelfde of een beter niveau te houden. “Maar”, zegt hij, “de inflatie is ook erg laag. We zien dit daarom niet meteen als een drama, hoewel het voor de individuele buschauffeur die hier momenteel mee wordt geconfronteerd, uitermate vervelend is.”

Opbouwpercentage

“Ik kom nog uit een tijd dat de inflatie negen tot tien procent was, momenteel is er nauwelijks inflatie en heeft niet-indexeren dan ook een gering effect.” Het CBS gaf eerder dit jaar nog in een rapport aan dat de inflatie op het laagste niveau staat sinds 1987.

De verlaging van de rekenrente heeft ook gevolgen voor het opbouwpercentage en de premie. In het geval van het OV-pensioenfonds hebben de sociale partners eerder afspraken gemaakt over de hoogte van de premie, waardoor het opbouwpercentage mogelijk omlaag moet worden gebracht.

Vergrijsd

Bij het SPOV gaat het waarschijnlijk om honderdsten van procenten, van 1,875 procentpunt naar 1,84. “De definitieve berekeningen moeten uitsluitsel geven, maar de schade lijkt gelukkig erg mee te vallen”, zegt Witte. “Dat komt ook omdat wij een redelijk vergrijsd pensioenfonds zijn. We hebben veel vijftigplussers onder onze geledingen. Een lagere rekenrente heeft grotere gevolgen voor langlopende verplichtingen, met zoveel oudere pensioenspaarders is dat dus minder aan de orde. Maar voor wie nu 30 jaar is, is het vervelend.”

Het had dus slechter kunnen zijn, maar, zegt Witte: “Het is aan de andere kant ook niet fijn om een vergrijsd fonds te zijn. Dit is een meevaller in het licht van de verlaagde rente van DNB, maar dat neemt niet weg dat de sector moet verjongen. De sociale partners in de sector hebben daar recent ook afspraken over gemaakt”. De premie voor pensioenopbouw wordt voorlopig overigens niet verhoogd. Het rendement op de beleggingen van het pensioenfonds bedroeg afgelopen jaar 15,9 procent.

Reservetekort

Het pensioenfonds openbaar vervoer heeft volgens Witte geen dekkingstekort, maar momenteel nog wel een reservetekort. “Zoals negentig procent van alle pensioenfondsen. Fondsen moeten een dekkingsgraad van 104 procent hebben, wij zitten aan de 108-109 procent.” Om geen reservetekort te hebben, moeten fondsen echter een dekkingsgraad van 122 procent hebben.

Dat haalt het fonds dus niet, maar volgens Witte is dat een kwestie van tijd. “In het al ingeleverde herstelplan bij DNB en de haalbaarheidstoets die we op 1 oktober bij het ministerie van Financiën moeten inleveren, wijst alles erop dat we die 122 procent gaan halen. Dat duurt alleen nog een paar jaar.”

Martijn van Best