Helft bussen in Noord-Holland Noord moet in 2025 emissievrij rijden

De vervoerder die vanaf juli 2018 het vervoer in Noord-Holland Noord mag verzorgen, dient ervoor te zorgen dat minstens vijftig procent van de busvloot in het concessiegebied in 2025 emissievrij kan rijden. De vervoerder mag daarvoor elektrische bussen inzetten, maar kan ook voor andere schone varianten kiezen, zoals hybride bussen of voertuigen op gas of waterstof. Deze eis heeft de provincie opgenomen in het voorlopige Programma van Eisen (PvE) voor de concessie in Noord-Holland Noord.

In het Programma van Eisen staan alle eisen en ambities van de provincie Noord-Holland voor de nieuwe concessie Noord-Holland Noord. Het gaat hier om het concessiegebied met daarin de gemeentes Alkmaar, Bergen, Castricum, Den Helder, Drechterland, Enkhuizen, Heerhugowaard, Heiloo, Hollands Kroon, Hoorn, Koggenland, Langedijk, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec en Texel. Voor deze concessie in een exploitatiebudget beschikbaar van ongeveer 43 miljoen euro.

Zero emissie-busvervoer

De provincie wil dat de toekomstige concessiehouder actief aan de slag gaat met de omslag naar zero emissie, zodat in ieder geval de helft van alle bussen in 2025 al emissievrij kan rijden. Het is de verantwoordelijkheid van de vervoerder om hiervoor ook de benodigde infrastructuur aan te schaffen en afspraken te maken over de aanleg en het onderhoud. Tijdens de gehele concessieperiode moet een zo groot mogelijke transitie naar zero emissie worden gerealiseerd.

De concessiehouder mag geleidelijk steeds meer groene bussen aanschaffen, waardoor de vervoerder aan het begin van de concessie bestaande bussen in kan zetten, zolang die maar op een later moment tijdens de concessieperiode vervangen worden door een bus die zonder uitstoot rijdt. Ook moet de bestaande bus minimaal voldoen aan de EEV-norm.

Behoud bestaande lijnen

In principe wil de provincie dat de bestaande buslijnen in de regio zo veel mogelijk intact blijven. Met name het huidige Stroomlijnennet moet in stand gehouden worden, zodat de reizigers ook de komende jaren kunnen blijven vertrouwen op een frequent, snel en betrouwbaar busnetwerk. Wel zet de provincie in op een grotere tevredenheid in de OV-Klantenbarometer en meer punctualiteit.

De nieuwe vervoerder wordt bovendien gestimuleerd om passende oplossingen te zoeken voor gebieden waar nog maar weinig vraag is naar openbaar vervoer. Hier kunnen kleinschalige mobiliteitsoplossingen worden ingezet, zoals nu ook al op Texel gebeurt. Hier rijdt de Texelhopper; een product waar de provincie heel tevreden over is en dat de provincie graag wil blijven behouden. ‘Uitgangspunt is dat niemand, ook niet in het landelijk gebied, verstoken blijft van een vorm van openbaar vervoer’, meldt de provincie in het PvE.

OV-chipkaart

Verder moet de vervoerder actief meewerken aan de ontwikkeling van nieuwe betaalsystemen in het OV. De vervoerder moet daarom voorbereid zijn op de nieuwe betaalsystemen en alle papieren kaartjes die de concessiehouder wil gaan uitgeven, moeten zijn voorzien van een chip waarmee reizigers in- en uitchecken. Alleen voor incidentele kaartjes wordt een uitzondering gemaakt.