‘GVB dient berekend te zijn op reizigersgroei door toerisme’

GVB tram

Het is alleen maar goed dat de trams in Amsterdam vol zitten met toeristen, want toerisme is een belangrijke inkomstenbron voor Nederland. Vervoerder GVB moet dus enkele maatregelen nemen om die reizigersgroei aan te kunnen. Er moet meer materieel komen en dit kan door oude trams van de GVB opnieuw te gebruiken en ongebruikte trams van de HTM in te zetten. Bovendien moet meer personeel opgeleid worden en de infrastructuur moet worden uitgerust op het stijgende aanbod. Dit zegt Rikus Spithorst van de Maatschappij voor Beter OV. 

COLUMN – “Het is de schuld van het aanzienlijk toegenomen toerisme,” gonst het in de Amsterdamse media, “en daarom zitten de trams barstensvol passagiers.” Een veel te gemakzuchtige voorstelling van zaken.

Toeristen in het OV

Laat ik maar vooropstellen dat het toerisme voor ’s lands economie een belangrijke inkomstenbron is. En gelukkig raken steeds meer toeristen ervan doordrongen dat wij al lang niet meer een land van uitsluitend winmolens, tulpen en coffeeshops zijn. Ze geven veel geld uit in serieuzere sectoren zoals musea en verblijfsaccommodaties, en maken veelvuldig gebruik van het openbaar vervoer. En hoe het ook zij, het OV dient volgens de beleidsvisie van de Maatschappij Voor Beter OV leidend te zijn in het draaiende houden van onze mobiliteit en daarmee van onze economie.

Dus al die cameragebuikte bezoekers zijn wat mij betreft meer dan welkom in het OV. Dat de Amsterdamse vervoerder GVB onvoldoende blijkt te zijn toegerust op een reizigersgroei die nu ook weer niet zó enorm is, mag het bedrijf best worden aangerekend. Zolang het percentage reizigersgroei geen dubbele cijfers beloopt, dient een vervoerder daar naar mijn mening op berekend zijn. Voldoende reservematerieel – oneerbiedig aangeduid als mottenballenvloot – dient beschikbaar te zijn. Wat dat betreft is een monopolist dat nog meer aan zijn stand verplicht dan een willekeurig ander bedrijf. Productiecapaciteit bij de bakker te gering? Dan kan de klant naar de concurrent. Maar dat is bij de ordening van het OV in ons land helaas niet het geval.

Extra trams en personeel

GVB-directeur Alexandra van Huffelen vindt dat er nu snel extra trams moeten worden aangeschaft om de gestegen vervoersvraag het hoofd te bieden. Daar ben ik het logischerwijze zeer mee eens. Dat neemt echter niet weg dat er over de aanpak van het capaciteitstekort nog wel wat meer te zeggen valt.

Allereerst: meer trams betekent ook meer personeel. Daar komt nog bij, dat het GVB door de vergrijzing van zijn personeelsbestand te maken krijgt met een grote uitstroom. Werk aan de winkel dus voor de Afdeling Opleidingen. Daar is volkomen terecht het aantal instructeurs uitgebreid. Zo mocht ik in het kader van een soort Droste-effect eind vorig jaar een dagje op rijles bij een instructeur-in-opleiding, die op haar beurt weer instructeursles had van haar mentor-instructeur. Ik kijk met veel plezier terug op die dag, wetende dat ik binnen het GVB nu bekendsta als “die vent die steeds vergeet zijn richtingaanwijzer uit te zetten”. Meer personeel dus.

Verbeterde infrastructuur

Dan: meer trams betekent ook meer drukte op de baan. Nu al is de infrastructuur niet berekend op grote drukte. We hebben in de periode rond Kerst en jaarwisseling moeten constateren dat het tramverkeer op belangrijke trajecten hopeloos vastliep. Een ronduit beroerde afstelling van de verkeerslichten nabij het Centraal Station en het gemis van een voorsorteerspoor bij de Munt (eerder wond ik mij in deze columnreeks al zeer op over het wegrommelen van dit spoor en de bijbehorende tramhaltes) waren daar debet aan. Dus om het stijgende aanbod aan te kunnen, dient er ook iets met de infrastructuur te gebeuren.

Met meer of betere infrastructuur sla je twee vliegen in één klap. De capaciteit wordt dus vergroot, maar ook de doorstroming gaat sneller. Dat betekent dat de trams beter opschieten, hetgeen óók twee vliegen in één klap betekent: je bespaart trams omdat de productie per voertuig bij een hogere snelheid stijgt en de passagiers hebben reden tot vreugde omdat zij eerder op hun bestemming zijn. Dus meer vrije trambanen – ook door het in die zin terugdraaien van het wanbeleid van met name de voormalige stadsdelen Oost, Oud West en De Baarsjes, die vrije trambanen opofferden aan andere zaken zoals parkeerplaatsen – en slimmere verkeerslichten, al is dat laatste gemakkelijker gezegd dan gedaan: talentvolle ontwerpers van deze spullen zijn in ons land zeer schaars.

HTM-trams

Het GVB heeft nog een aantal iets oudere trams werkeloos aan de kant staan. U kent ze misschien wel: van die hoekige. Opknappen en rijden! Het is sowieso een ernstige vergissing geweest om een aantal van deze trams naar Sarajevo te verhuizen: daar zijn ze uiteindelijk amper gebruikt, terwijl ze hier node worden gemist. Is het opknappen van de resterende hoekige trams voldoende? Ik ben bang van niet.

Maar gelukkig zijn er in Den Haag trams over. Gelede trams van het type PCC, die nu op en grasveld staan te niksen. Hup, naar Amsterdam met die dingen. Ze passen prima op het Amsterdamse tramnet; ooit reed zo’n tram in de Hoofdstad rond om trambestuurders te laten beslissen of ze een tram met een pienter pookje wilden, of met de Haagse pedaalbesturing. Het naar Amsterdam halen van deze trams kan dus relatief snel de nood lenigen.

En ik ken een heel vriendelijke instructeur: zij weet de pedaalbediening picobello uit te leggen. Dus met de opleiding of omscholing van personeel zit het wel snor.

Rikus Spithorst, voorzitter, Maatschappij Voor Beter OV, portretfoto

Rikus Spithorst is voorzitter van de Maatschappij voor Beter OV

Auteur: Inge Jacobs

1 reactie op “‘GVB dient berekend te zijn op reizigersgroei door toerisme’”

Beno Doedens|19.01.16|12:18

De HTM trams zijn van het type GTL8. Niet PCC. De Amsterdamse hangbuiken zijn er van afgeleid. De HTM trams zijn net als de Amsterdamse 11G en 12G trams gebouwd bij BN in België. Er zitten wel PCC kenmerken aan de GTL 8 serie, o.a. pedaalbediening. Invoering bij het GVB van GTL 8 stellen zou dus niet zo problematisch moeten zijn. Onbekende factor is echter de technische staat van de voertuigen? Zijn ze direct inzetbaar of moet er flink aan geknutseld worden?