‘NS moet open kaart spelen richting reizigersorganisaties’

Inchecken, OV-chippaal, OV-chipkaart

Vervoerders kunnen beter open en eerlijk antwoord geven op vragen van reizigersorganisaties. Met de juiste informatie kan een reizigersorganisatie namelijk meedenken over manieren om de reiziger verder te helpen of over kwaliteitsimpulsen voor het OV in het algemeen en komen de partijen niet terecht in een loopgravenoorlog. Dit zegt Rikus Spithorst van de Maatschappij voor Beter OV in zijn column.

COLUMN – Onlangs ontstond ophef over de ‘winst’ van 55 miljoen euro die Translink zou hebben gemaakt. Translink heeft de gelegenheid te baat genomen om mij zeer openhartig uit te leggen hoe dat nu precies in elkaar zit. Ik ben nog steeds niet wild enthousiast over het gehele financiële plaatje, maar snap nu genoeg van de achtergronden om mij wat milder uit te laten.

Zo zie je maar weer: het betrachten van openheid helpt belangenorganisaties bij het innemen van genuanceerde standpunten, en daarmee wordt het imago van de OV-sector een goede dienst bewezen.

Winsten OV-chipkaart

Ik had op deze plek graag een goede afweging willen maken van wat treinreizigers nu extra betalen voor het OV-chipkaartsysteem en wat ze daarvoor dan aan gebruiksgemak terugkrijgen. Zeer tot mijn spijt gaat dat in deze column nauwelijks gebeuren.

Gealarmeerd door die berichten over die 55 miljoen van Translink – en door een oplettende reizigster daar nog extra op gewezen – rees bij mij de vraag, hoeveel de NS-klanten die losse kaartjes aan de automaat kopen, in totaal extra betaald hebben. Die vraag heb ik op 20 februari aan de NS voorgelegd.

Uitstel

Een groot circus van uitstel barstte los. Ik kom er bij je op terug. We gaan het uitzoeken, maar dat duurt nog even. Ik ben eerst een paar dagen met vakantie. U kent dat misschien wel. Toen ik onder meer via Twitter liet blijken dat mijn geduld toch echt een beetje begon op te raken, leidde dat twee weken geleden tot een alleszins redelijke afspraak. De NS zou twee weken de tijd hebben om het bedrag uit te rekenen en de achtergronden te onderbouwen, en afgelopen vrijdag in een gesprek de gevraagde informatie plus de achtergronden met mij delen. In ruil daarvoor zou ik namens Voor Beter OV over deze kwestie zolang radiostilte betrachten.

Ik heb mij aan die afspraak gehouden. De NS niet. Afgelopen vrijdag kreeg ik een uitvoerig exposé over de toekomstplannen met de OV-chipkaart te horen. Een exposé waar ik nadrukkelijk niet om had gevraagd: ik heb steeds duidelijk gesteld dat onze vraag niet ging over de toekomstplannen met de OV-chipkaart, maar over het bedrag dat reizigers extra moesten betalen. Na het toekomstverhaal kreeg ik dat bedrag -in tegenstelling tot de gemaakte afspraak- niet te horen. Omdat het, zo vindt de NS, niet in het belang van de NS is als wij ons over de hoogte van dat bedrag streng zouden uitlaten.

Navraag staatssecretaris

Die weigering om de door mij gevraagde gegevens te verstrekken had de NS een maand geleden ook wel kunnen bedenken en met mij delen. Dan had ik toen namens Voor Beter OV een volgende stap kunnen zetten, zoals aan de staatssecretaris vragen om hier wat van te vinden. Dat zou ze zeker hebben gedaan, in de aanloop naar de verkiezingen. Dat nu de verkiezingen voorbij zijn, is qua politieke dadendrang sterk in het nadeel van al die reizigers die extra voor de OV-chipkaart betalen. Door de NS te vertrouwen heb ik dit uit handen gegeven. Daar stond ik dan: goed van vertrouwen en met lege handen.

60 miljoen euro toeslag

Gelukkig schoot een klokkenluider mij te hulp door een belangwekkend document op te sturen. Wat blijkt? Per jaar verkoopt de NS gemiddeld 24 miljoen losse treinkaartjes. Dat betekent dus ook 24 maal een euro toeslag. Sinds de invoering van die toeslag, twee en een half jaar geleden, staat de teller dus op 60 miljoen. U leest het goed: 60 miljoen! Meer dan die vermeende winst van Translink!

Zestig miljoen euro opgehaald met de lossekaartjestoeslag. Die toeslag is ingevoerd omdat de NS meer geld kwijt is aan het nieuwe type treinkaartje, dat geschikt moet zijn om de poortjes op het station mee te openen. De NS koos daarbij voor een wegwerpchip in de kaart, in plaats van een barcode af te drukken die net zo goed een poortje kan openen. Voor dit speeltje betalen de Nederlandse treinreizigers de rekening.

Betaalsysteem OV-chipkaart

Het is niet te geloven dat de reizigers tientallen miljoenen euro’s uit de zak wordt geklopt voor een peperduur betaalsysteem waar de reiziger niets mee opschiet. Immers, de kwaliteitsbeloftes van de OV-chipkaart zijn niet waargemaakt: het gebruiksgemak is slecht en van het beloofde “eerlijker betalen” is al helemaal niets terechtgekomen. Zelfs zoiets basaals als dezelfde prijs voor een enkeltje van 100 kilometer als voor een retourtje van 2×50 kilometer kan het chipkaartsysteem niet realiseren, in tegenstelling tot de papieren treinkaartjes die dat wél konden.

Ook worden de gegevens over de klanttevredenheid met de OV-chipkaart door de NS te rooskleurig weergegeven, want bij de prijsstelling van de OV-chipkaarttarieven is verdisconteerd dat ontevreden klanten het OV de rug zouden toekeren. Vervolgens de tevredenheid onder de overgebleven reizigers meten, is dus slechts een opgepoetste halve waarheid.

Open kaart spelen

Het argument van de NS dat het hier bedrijfsvertrouwelijke informatie betreft, gaat niet op: wanneer aan reizigers een extra bijdrage wordt gevraagd, is het niet meer dan logisch dat daarvoor dan ook verantwoording wordt afgelegd. En vergeet niet dat wij als Nederlanders gezamenlijk eigenaar van de NS zijn: de aandelen worden namens ons beheerd door de Minister van Financiën, maar als mede-eigenaar mogen wij de NS alles vragen wat relevant is. Al met al heeft de NS in zijn directieburelen de Maatschappij Voor Beter OV ernstig geschoffeerd. Dat is niet in het belang van de OV-sector. Open kaart spelen is altijd beter dan iets proberen weg te moffelen.

Ik roep NS-topman Roger van Boxtel op om de koudwatervrees waar de NS blijkbaar last van heeft van zich af te schudden en reizigersorganisaties zoals Voor Beter OV voortaan net als ten tijde van zijn voorgangers – en net als zijn ProRail-evenknie Pier Eringa – weer met open vizier tegemoet te treden. Oké, dan moet er soms een pijnlijke waarheid op tafel, maar ik denk nog altijd liever mee over een goede besteding van die 60 miljoen of over tariefmatiging -of over kwaliteitsimpulsen voor het OV in het algemeen- dan dat we met ons allen in een soort loopgravenoorlog verzeild raken.

Onlangs schreef een wijze man in de krant dat belangenorganisaties in hoge mate de behoefte hebben om serieus te worden genomen. De NS is wat dat betreft nu aan zet.

Rikus Spithorst, voorzitter, Maatschappij Voor Beter OV, portretfoto

Rikus Spithorst is voorzitter van de Maatschappij voor Beter OV

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.