GVB gunt vervoer Nachtmobiel definitief aan Munckhof

GVB, Veiligheid&Service (foto: GVB Verbindt)
GVB, Veiligheid&Service

Taxibedrijf Munckhof heeft definitief de aanbesteding van de Amsterdamse stadsvervoerder gewonnen om medewerkers die de dienstregeling bij GVB starten of eindigen te mogen vervoeren. De stadsvervoerder GVB gunde het nachtelijke vervoer voor de Nachtmobiel al eerder aan Munckhof, maar de partij die tijdens de aanbesteding als tweede eindigde, begon een kort geding tegen die gunning. GVB heeft echter voor de rechter voldoende aangegeven waarom het voor Munckhof had gekozen, en waarom de inschrijving van de andere vervoerder als minder goed dan de winnende werd beoordeeld.

Het gaat hier om het dagelijks vervoeren van de medewerkers van GVB aan het begin of juist aan het einde van de dienstregeling, omdat er dan geen openbaar vervoer is waarmee deze medewerkers kunnen reizen. Per dag moeten er in Amsterdam en Amstelveen zo’n 275 medewerkers worden vervoerd, inclusief medewerkers van de dienstleiding.

Bovendien verandert deze groep op basis van het dienstrooster voortdurend van samenstelling. “GVB ziet graag dat zijn reizigers en medewerkers zich thuis voelen: in de voertuigen, maar ook voor en na de reis. Daarom is sociale veiligheid belangrijk, zeker in een drukke metropool als Amsterdam”, aldus de vervoerder. 

Prijs-kwaliteitverhouding

Munckhof kwam in de ogen van GVB naar voren als de inschrijver die de beste prijs-kwaliteitverhouding voor het uitvoeren van deze opdracht bood. De eiseres in het kort geding eindigde als tweede omdat op meerdere punten niet de hoogst haalbare beoordeling werd gescoord. Zo was in het implementatieplan de communicatie naar GVB-medewerkers niet volledig was uitgewerkt. In het uitvoeringsplan had men graag meer alternatieven gezien om medewerkers die bij een halte staan te informeren bij verstoringen.

In het kort geding wilde de eiseres dat de rechter GVB zou verbieden om de gunningsbeslissing uit te voeren. Tevens eiste zij een herbeoordeling van de onderdelen implementatieplan en uitvoeringsplan. Munckhof stelde daar – als tussenkomende partij in het kort geding – onder meer tegenover dat de rechter zou moeten oordelen dat de opdracht niet aan een ander mocht worden gegund.

Motivatie gunning

GVB stuurde op 4 oktober een brief waarin het gunningsvoornemen aan de inschrijvers bekend werd gemaakt. De als tweede geëindigde inschrijver maakte op 14 oktober bezwaar tegen de gunning aan Munckhof, omdat de motivatie voor de beslissing te summier zou zijn. GVB gaf op 18 oktober schriftelijk een nadere toelichting.

De eisende partij stelde onder meer dat GVB in die brief van 18 oktober een andere motivering voor de gunning zou hebben gegeven dan in de brief van 4 oktober. Dat zou getuigen van willekeur en favoritisme. Maar de rechter ging niet in die redenering mee: de brief van 18 oktober is niet meer dan een nadere toelichting op de afwijzingsgronden die in de brief van 4 oktober al werden genoemd.

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.