Europees Parlement wil geen verplichte aanbesteding reizigersvervoer

NS, treinen, materieel

Het Europees Parlement wil EU-lidstaten niet verplicht stellen om het reizigersvervoer per spoor aan te besteden. Het Parlement wil dat het mogelijk blijft om onder bepaalde voorwaarden het spoorvervoer onderhands te gunnen aan een nationale spoorwegmaatschappij. Als er aan het einde van de contractperiode niet is voldaan aan de efficiencycriteria, dan kan de marktautoriteit (in Nederland de Autoriteit Consument en Markt) de staat verplichten om een spoorconcessie openbaar aan te besteden. Dat is de uitkomst van een stemming in de Transportraad van het Europees Parlement. Het Europees Parlement lijkt met dit voorstel af te koersen richting een compromis over de te nemen maatregelen.

Het Europees Parlement gaat binnenkort met de Europese Raad onderhandelen over het Vierde Spoorpakket. Het standpunt van het Europees Parlement is opvallend, omdat de Europese Commissie in het Vierde Spoorpakket juist verregaande liberalisering van het binnenlands reizigersvervoer voorstelt. Daarbij zou in Nederland ook het hoofdrailnet, waarop NS nu nog het alleenrecht op heeft, openbaar moeten worden aanbesteed.

Bevoegdheden ACM

In het voorstel van het Europees Parlement is efficiency het doel en openbare aanbesteding daarbij het middel om dit af te dwingen. Opmerkelijk is dat met dit voorstel de bevoegdheden van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) enorm toenemen. ACM zou met deze plannen bepalen of een railconcessie openbaar aanbesteed gaat worden.

Het Europees Parlement wil lidstaten daarnaast niet verplicht stellen om een om scheiding aan te brengen in de structuur op het gebied van spoorbeheer en spoorvervoer. Zij moeten volgens het Parlement kunnen kiezen tussen een geïntegreerde structuur waarbij het spoorbeheer en het spoorvervoer bij één holding is ondergebracht én en een structuur waarin het spoorbeheer en spoorvervoer van elkaar is gescheiden, zoals dat in Nederland het geval is.

Structuur spoorwegmaatschappijen

Het Europees Parlement wilde in eerste instantie lidstaten zoals Duitsland en Frankrijk verplichten om een holding waarin zowel het spoorbeheer én het spoorvervoer is ondergebracht, zoals bij Deutsche Bahn en SNCF het geval is, op te splitsen. Na weerstand vanuit deze lidstaten, draaide het Parlement haar plannen bij.

Nederland liep in de jaren negentig al vooruit op de EU-plannen met de splitsing van spoorbeheer en spoorvervoer en ging daar zelfs verder dan de EU-richtlijnen die hiervoor werden gesteld. In plaats van een boekhoudkundige splitsing, zoals werd gevraagd door de Europese Commissie, is gekozen voor een bedrijfsmatige splitsing tussen het spoorbeheer en het spoorvervoer.

Stemming

Over het standpunt van het Europees Parlement wordt binnenkort verder gesproken. Zo wordt er nog onderhandeld met de Europese Raad. Die bestaat onder meer uit de regeringsleiders van de EU-landen en de voorzitter van de Europese Commissie.

Marieke van Gompel

Lees ook:

Auteur: Marieke van Gompel

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.