Arriva-trein, Vechtdallijn

‘Gebrek interesse voor belang reiziger nekt Lage LandenLijn’

De plannen voor de Lage LandenLijn, de treinverbinding tussen Den Haag en Brussel die Arriva samen met de gemeente Den Haag wilde realiseren, zijn van de baan. Het is op dit moment niet mogelijk om tot een sluitende businesscase te komen. Dat heeft wethouder Peter Smit van Den Haag aan de gemeenteraad laten weten. De wethouder voelt zich tegengewerkt door de Nederlandse overheid en NS en vindt dat zij een “gebrek aan interesse hebben om in het belang van de reiziger en ook de schatkist vernieuwing toe te passen op het spoor”.

Aanleiding voor de samenwerking tussen Den Haag en Arriva is het wegvallen van de Beneluxlijn van NS en NMBS, waardoor Den Haag geen directe treinverbinding meer had met Brussel. Na openbare aanbesteding kwam Arriva als winnaar uit de bus om de treindiensten te gaan rijden. Smit spreekt zijn waardering uit voor de samenwerking met Arriva. “Er is lef voor nodig, om tegen de gevestigde orde in, je nek te willen uitsteken om samen de schouders te willen zetten om een nieuw product in de doorgaans erg gesloten treinmarkt te willen zetten.”

Dienstregeling

Het inplannen van een grensoverschrijdende treindienst blijkt erg lastig te zijn vanwege afwijkende manier waarop de dienstregelingen in Nederland en België zijn opgebouwd. Een treinpad om het anderhalve uur lijkt daarom vooralsnog niet realiseerbaar. Daarbij opgeteld komt de hoge investering in rollend materieel dat normaal gesproken in dertig jaar wordt afgeschreven.

Ook de toelatingsprocedure en tijdige levering van het materieel speelde een rol. Materieel voor de Lage LandenLijn zou geschikt moeten zijn voor een korte keertijd aan beide eindpunten. Dat is nodig om perronsporen niet lang te bezetten, maar ook voor de businesscase. Op dit moment is er geen treinstel beschikbaar dat voldoet aan de specificaties om te worden toegelaten in beide landen, zodat rekening gehouden moet worden met een aanzienlijke toelatingsprocedure.

Concurreren

Arriva en Den Haag wilden in concurrentie met de huidige treindienst van NS en NMBS tussen Nederland en België een parallelle verbinding aanbieden. Omdat de NMBS en NS op dit moment een veel lager tarief vragen, is het moeilijk om in prijs goed te kunnen concurreren. Smit wijst op de povere kwaliteit van de opnieuw ingevoerde Beneluxtrein door NS en NMBS die er ongeveer twintig minuten langer over doet dan de oorspronkelijke verbinding.

Smit zegt dat het hem onduidelijk is wie nu eigenlijk het belang van de reiziger vertegenwoordigt. Hij wijst daarop de dubbelrol van de Nederlandse staat als aandeelhouder van NS en vertegenwoordiger van de belangen van de reiziger. “Het gebrek aan interesse om in het belang van de reiziger en ook de schatkist vernieuwing toe te passen op het spoor binnen de mogelijkheden die er zijn. Daarnaast de invloed of juist het gebrek aan invloed van maatschappelijke organisaties en openbaar vervoer belangengroepen en de diverse politieke lagen”, aldus de wethouder. Volgens Smit stond de reiziger al die tijd in de kou.

Markt

De wethouder wijst er verder op dat de politieke omgeving in zowel Europa als in Nederland rond de liberalisering van het spoor sterk in beweging is. Hierdoor zijn op het moment veel onzekerheden rond de voorwaarden om succesvol een grensoverschrijdende treinverbinding te kunnen exploiteren.

Smit wijst erop dat er wellicht later mogelijkheden zijn om een treindienst te rijden tussen Den Haag en Brussel met een sluitende businesscase. Volgens hem is het nu aan de markt om een dergelijk initiatief te realiseren. Den Haag vindt dat The Hague Trains Holding hierin niet langer de projectverantwoordelijke moet zijn. Den Haag richtte in februari van dit jaar The Hague Trains Holding om de treinverbinding te realiseren. Deze holding schreef de aanbesteding voor de Lage Landenlijn.

Reactie Arriva

Arriva zegt in een reactie “dat zaken nog met de dag kunnen veranderen” en dat de vervoerder op basis daarvan “geen sluitende business case kan maken”. “We moeten er eerst 100 procent zeker van zijn wat NS gaat aanbieden op het traject dat met de Lage Landen Lijn concurreert. De contracten hiervoor zijn nog niet getekend.” Volgens de vervoerder is het erg jammer voor de reiziger die hier de dupe van is.

Marieke van Gompel

Lees ook:

Auteur: Marieke van Gompel

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

‘Gebrek interesse voor belang reiziger nekt Lage LandenLijn’ | OVPro.nl
Arriva-trein, Vechtdallijn

‘Gebrek interesse voor belang reiziger nekt Lage LandenLijn’

De plannen voor de Lage LandenLijn, de treinverbinding tussen Den Haag en Brussel die Arriva samen met de gemeente Den Haag wilde realiseren, zijn van de baan. Het is op dit moment niet mogelijk om tot een sluitende businesscase te komen. Dat heeft wethouder Peter Smit van Den Haag aan de gemeenteraad laten weten. De wethouder voelt zich tegengewerkt door de Nederlandse overheid en NS en vindt dat zij een “gebrek aan interesse hebben om in het belang van de reiziger en ook de schatkist vernieuwing toe te passen op het spoor”.

Aanleiding voor de samenwerking tussen Den Haag en Arriva is het wegvallen van de Beneluxlijn van NS en NMBS, waardoor Den Haag geen directe treinverbinding meer had met Brussel. Na openbare aanbesteding kwam Arriva als winnaar uit de bus om de treindiensten te gaan rijden. Smit spreekt zijn waardering uit voor de samenwerking met Arriva. “Er is lef voor nodig, om tegen de gevestigde orde in, je nek te willen uitsteken om samen de schouders te willen zetten om een nieuw product in de doorgaans erg gesloten treinmarkt te willen zetten.”

Dienstregeling

Het inplannen van een grensoverschrijdende treindienst blijkt erg lastig te zijn vanwege afwijkende manier waarop de dienstregelingen in Nederland en België zijn opgebouwd. Een treinpad om het anderhalve uur lijkt daarom vooralsnog niet realiseerbaar. Daarbij opgeteld komt de hoge investering in rollend materieel dat normaal gesproken in dertig jaar wordt afgeschreven.

Ook de toelatingsprocedure en tijdige levering van het materieel speelde een rol. Materieel voor de Lage LandenLijn zou geschikt moeten zijn voor een korte keertijd aan beide eindpunten. Dat is nodig om perronsporen niet lang te bezetten, maar ook voor de businesscase. Op dit moment is er geen treinstel beschikbaar dat voldoet aan de specificaties om te worden toegelaten in beide landen, zodat rekening gehouden moet worden met een aanzienlijke toelatingsprocedure.

Concurreren

Arriva en Den Haag wilden in concurrentie met de huidige treindienst van NS en NMBS tussen Nederland en België een parallelle verbinding aanbieden. Omdat de NMBS en NS op dit moment een veel lager tarief vragen, is het moeilijk om in prijs goed te kunnen concurreren. Smit wijst op de povere kwaliteit van de opnieuw ingevoerde Beneluxtrein door NS en NMBS die er ongeveer twintig minuten langer over doet dan de oorspronkelijke verbinding.

Smit zegt dat het hem onduidelijk is wie nu eigenlijk het belang van de reiziger vertegenwoordigt. Hij wijst daarop de dubbelrol van de Nederlandse staat als aandeelhouder van NS en vertegenwoordiger van de belangen van de reiziger. “Het gebrek aan interesse om in het belang van de reiziger en ook de schatkist vernieuwing toe te passen op het spoor binnen de mogelijkheden die er zijn. Daarnaast de invloed of juist het gebrek aan invloed van maatschappelijke organisaties en openbaar vervoer belangengroepen en de diverse politieke lagen”, aldus de wethouder. Volgens Smit stond de reiziger al die tijd in de kou.

Markt

De wethouder wijst er verder op dat de politieke omgeving in zowel Europa als in Nederland rond de liberalisering van het spoor sterk in beweging is. Hierdoor zijn op het moment veel onzekerheden rond de voorwaarden om succesvol een grensoverschrijdende treinverbinding te kunnen exploiteren.

Smit wijst erop dat er wellicht later mogelijkheden zijn om een treindienst te rijden tussen Den Haag en Brussel met een sluitende businesscase. Volgens hem is het nu aan de markt om een dergelijk initiatief te realiseren. Den Haag vindt dat The Hague Trains Holding hierin niet langer de projectverantwoordelijke moet zijn. Den Haag richtte in februari van dit jaar The Hague Trains Holding om de treinverbinding te realiseren. Deze holding schreef de aanbesteding voor de Lage Landenlijn.

Reactie Arriva

Arriva zegt in een reactie “dat zaken nog met de dag kunnen veranderen” en dat de vervoerder op basis daarvan “geen sluitende business case kan maken”. “We moeten er eerst 100 procent zeker van zijn wat NS gaat aanbieden op het traject dat met de Lage Landen Lijn concurreert. De contracten hiervoor zijn nog niet getekend.” Volgens de vervoerder is het erg jammer voor de reiziger die hier de dupe van is.

Marieke van Gompel

Lees ook:

Auteur: Marieke van Gompel

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.