Reiziger blijft achter op perron door strenge punctualiteitseisen

Volle trein, reizigers

De nadruk in de beoordeling van de prestaties van ProRail en NS ligt te veel op de punctualiteitscijfers. Dat zei ProRail-topman Pier Eringa dinsdag tijdens een perslunch op Utrecht Centraal. In de herfst en winter wordt de treindienst uitgedund om aan de strenge punctualiteitseisen te kunnen voldoen. “Wat ik liever doe is de reiziger vervoer aanbieden en niet te veel treinen uit laten vallen.”

Eringa: “In de herfst is de kans dat een trein doorglijdt groter. Een machinist rijdt langzamer om dit te voorkomen. Een trein zou eigenlijk tijdens de herfst en winter meer rijtijd moeten krijgen.” Door de strikte punctualiteitseisen komen ProRail en NS voor een duivels dilemma te staan, stelt de topman. “Er zit een spanning tussen punctualiteit en betrouwbaarheid. Of je rijdt op tijd met minder treinen óf je vervoert mensen. ProRail en NS hebben een gezamenlijke ambitie om meer treinen te laten rijden zodat mensen niet meer hoeven blijven staan.”

KPI’s

Volgens Eringa zou deze ambitie gerealiseerd kunnen worden als de beoordeling van de spoorbedrijven door het ministerie van Infrastructuur en Milieu via de Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI) verandert. “Er moet een balans komen tussen meerdere indicatoren.” Nu ligt de nadruk nog te veel op de KPI punctualiteit. “Een hogere betrouwbaarheid is niet altijd een hogere punctualiteit. Het ministerie legt ProRail en NS nu nog boetes op als er te laag wordt gescoord op de KPI punctualiteit. Eringa vindt dat ook de reiziger moet mee bepalen, waarop NS en ProRail worden beoordeeld.

De topman gaf aan dat de punctualiteit hoog is en vaak boven de 90 procent ligt. Dat hoge percentage geeft volgens hem echter een vertekend beeld omdat treinen die uitvallen niet meetellen. Eerder dinsdag werd bekend dat, volgens cijfers van NS, in 2014 46 procent meer treinen zijn uitgevallen in vergelijking met het jaar daarvoor.

Wisselkrukken

Eringa is met NS in gesprek om ‘wisselkrukken’ weer mogelijk te maken voor machinisten. Op regionale lijnen en op goederenemplacementen gebeurt het nog wel dat machinisten uit de trein stappen en met zijn schoen tegen een wissel schopt of er een voorwerp tussenuit te halen. “Dit is in het verleden misgegaan en toen besloten we dat niet meer te doen. Maar nu gebeurt het bijvoorbeeld dat een kartonnen koker van een toiletrol een wissel blokkeert en dat daarvoor een spooraannemer moet komen aanrijden. Ik wil weer gezond verstand op het spoor.” Een discussie over de splitsing tussen ProRail en NS is hierbij niet aan de orde, zegt Eringa desgevraagd. “De ordening is niet bepalend. Het is belangrijk dat we goed samenwerken.”

Ook wil de topman bekijken of treinen tijdens werkzaamheden of een incident toch over het andere, beschikbare spoor kunnen blijven rijden. “Daarbij kunnen mensen bijvoorbeeld achter hekken werken.” Ook bij zelfdoding zou er volgens Eringa sneller weer over het andere spoor gereden kunnen worden.

Verstoringen

Eringa wil niet meer beloven dan hij kan waarmaken. Zijn voorganger Marion Gout had als doelstelling om in 2015 nul vermijdbare verstoringen te realiseren, maar dit is volgens hem niet realistisch.

Marieke van Gompel

Lees ook:

Auteur: Marieke van Gompel

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.