NS-topman: miljarden extra nodig voor toekomst OV

OV-debat Uurtje Randstad ( foto: Jan Zeer)

Het OV moet de komende tijd flink veranderen om ervoor te zorgen dat Nederland de komende decennia bereikbaar blijft en kan concurreren met andere grote gebieden. In de Randstad en de grote steden is extra geld nodig voor investeringen in lightrail, terwijl op de dunne lijnen juist andere regelgeving en ontschotting nodig is. Zo kan ook het hoofd geboden worden aan nieuwe ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de zelfrijdende auto, die het voortbestaan van het OV kunnen bedreigen. “Als je te lang op je handen blijft zitten, word je overbodig”, aldus NS-directeur Roger van Boxtel.

Dit zei Van Boxtel afgelopen vrijdag tijdens een debat tussen de jongeren van vervoerders HTM, RET, GVB en NS, de directeuren van de vier OV-bedrijven en Kamerleden van CDA, D66, VVD, GroenLinks en de SP. Het onderwerp van dit debat was de toekomstvisie die deze vier vervoerders samen met de Utrechtse stadsvervoerder Qbuzz hadden opgesteld in juli vorig jaar. Hierbij stond de vraag centraal hoe Nederland in de toekomst bereikbaar, leefbaar en concurrerend gehouden kan worden.

Financiële middelen

De jongeren bij de verschillende vervoerders gaven meerdere malen aan dat verandering essentieel is. Ze waarschuwden de politieke partijen en zelfs in enkele gevallen hun directeuren. De OV-sector zou meer moeten inspelen op techniek, aangezien dit in andere sectoren ook wordt gedaan. Als de sector niet snel innoveert, zal het openbaar vervoer worden ingehaald door andere partijen die wel met de tijd meegaan. Om aan de slag te kunnen met nieuwe ontwikkelingen, moet er meer ruimte komen voor innovatie in de concessies. En een deelnemer stelde ook dat meer concurrentie in de sector juist zorgt voor meer urgentie om goed te presteren.

Zowel de directeuren van de vervoerders als de politieke partijen erkenden dat het OV flink moet veranderen. “We moeten de handschoen met elkaar oppakken en deze visie met elkaar gaan invullen”, aldus Betty de Boer, Tweede Kamerlid van de VVD. Maar daarvoor wil ze wel precies weten waarvoor de investering van 1 miljard nodig is. Van Boxtel wees haar als reactie op de visie die de vervoerders hebben gemaakt. “Dit miljard extra per jaar leunt op allerlei knelpuntanalyses. Dat vraagt ook wel wat vertrouwen, we hebben geen gebakken lucht opgeschreven.”

Lightrail

De NS-directeur schetste als voorbeeld de verbinding tussen Amsterdam en Schiphol, waar volgens hem zo snel mogelijk lightrail moet gaan rijden. Maar die verbinding komt er niet omdat er momenteel het geld en de mensen niet voor zijn. De Boer ontkende niet dat lightrail op verschillende plekken nodig is, maar zei dat het spoor voor lightrail er vaak ook al lag. Dat zou dus relatief gemakkelijk gebruikt kunnen worden voor lightrail.

Dit werd echter door Van Boxtel stellig van de hand gewezen als een “versimpeling van de waarheid”. “Op sommige plekken kan lightrail zo op het spoor, maar niet overal. Je moet hier en daar toch het spoor aanpassen, anders stroopt het op en dan krijgen we nieuwe infarcten.” Hij benadrukte nog eens dat de OV-sector graag aan de slag wil met de ontwikkeling van lightrail, maar dat daarvoor wel een garantie nodig is van de overheid en dat het benodigde geld hiervoor moet worden verstrekt. “Dan gaat morgen de schop in de grond.”

Mobiliteit

Jaap Bierman, directeur van HTM, gelooft dat twee zaken nodig zijn om Nederland in de toekomst bereikbaar te houden. “Vooral in de Randstad en op dikke lijnen zijn extra middelen nodig. Daar kunnen we aanbodgestuurd vervoer blijven aanbieden en spoorboekloos rijden. In de dunne gebieden is andere regelgeving nodig, zodat er meer ruimte komt voor flexibiliteit en ontschotting. Ontschotting tussen de overheidslichamen die concessies geven én ontschotting zodat de vervoersverantwoordelijken beter kunnen samenwerken. Je moet geen 19 verschillende concessiehouders hebben die over elkaar heen buitelen.”

Dit zou bereikt kunnen worden door niet louter meer te denken over OV en meer over mobiliteit. Dan kunnen vervoerders als overheden de keuze maken voor bereikbaarheid. “Waarom maken we geen bereikbaarheidsconcessies”, stelde GVB-directeur Alexandra van Huffelen voor. Daarin moet de vervoerder meer keuzevrijheid krijgen, zodat die ook de kans krijgt om te innoveren. “We proberen nu alle vormen van mobiliteit in één straat te proppen, terwijl we zowel op het gebied van bereikbaarheid als uit financieel oogpunt betere keuzes zouden kunnen maken.”

Verhaal loopt door onder de foto

Concessies

De meeste politieke partijen waren het met de vervoerders eens dat in de huidige innovaties gewoonlijk weinig wordt geïnnoveerd. “De voorwaarden van concessies zijn enorm dichtgetikt”, aldus Wytske de Pater van het CDA. “Maar dan kun je niet meer naar de toekomst kijken.” Stientje van Veldhoven van D66 denkt echter dat er nu al in bestekken meer ruimte kan worden gemaakt voor innovaties. “Dat is al mogelijk door de vraag in de aanbesteding slimmer te stellen. Ik wil een mobiliteitsoplossing die door een heel consortium aan bedrijven kan worden geboden.”

Meer ontschotting en samenwerking tussen verschillende vervoerders is wel degelijk mogelijk, zo legt Betty De Boer uit. “Het gaat om mobiliteit; dat moet je aanbieden. Daarvoor willen we meer gerichte investeringen doen in de Randstad en in de buitengebieden moeten we kijken hoe we de bestaande middelen slimmer kunnen inzetten. En dat gebeurt al. In de kop van Noord-Holland verbinden ze het doelgroepenvervoer aan bestaand OV, maar dat is geregeld bij het moment van aanbesteden. Het is niet zozeer de regelgeving als vooral de wil van de aanbestedende overheden om dit ook gewoon te gaan doen.”

Verstedelijking

Hoewel dus ook het platteland belangrijk is, werd in dit debat echter de nadruk gelegd op het vervoer in de stad. “Er is echt een verstedelijking gaande, die bovendien gaat doorzetten”, aldus Huib van Essen van GroenLinks. “Dit biedt veel problemen, maar ook kansen voor het OV; vooral in combinatie met de fiets. Je moet dus echt in steden gaan investeren. De wereld staat niet stil, maar de OV-sector denkt nog in DRU’s. Tegenwoordig moet je juist denken in reizen van A naar B en dat moet dus centraal komen te staan.”

Dit werd gesteund door de vervoerders. “De mobiliteit moet de mensen volgen en niet andersom”, aldus Van Boxtel. “Als mensen naar de steden trekken, moeten de verbindingen daar snel beter gemaakt worden en dat doen wij nu niet. Er moeten miljarden extra vrij worden gemaakt om Nederland 20 jaar lang concurrerend te houden met gebieden om ons heen.”

Lees ook: OV-bedrijven willen kortere tijden Randstad

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.