Raad van State zet streep door tramlijn Hasselt-Maastricht

De Raad van State heeft het bestemmingsplan vernietigd voor het Nederlandse deel van de tramlijn Hasselt en het treinstation van Maastricht.  Volgens de Raad had het bestemmingsplan gewijzigd moeten worden op het moment dat de gemeenteraad van Maastricht het besluit nam om de tram te laten eindigen voor de Wilhelminabrug. Die brug bleek na onderzoek niet stevig genoeg te zijn om er trams over te laten rijden.

De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat het voornemen van de gemeenteraad om het traject tijdelijk in te korten “een substantiële wijziging van het traject” betekent. Het is volgens de Raad van State niet uitgesloten dat het ingekorte traject een andere “ruimtelijke uitstraling” heeft en de belangen van omwonenden op een andere manier raakt. “De gemeenteraad mag zich hierbij niet zonder meer baseren op eerdere onderzoeken naar bijvoorbeeld geluidsoverlast of trillinghinder”, aldus de bestuursrechter. Een hotelketen en een aantal particulieren waren tegen dat bestemmingsplan in beroep gekomen.

Uitspraak

De Afdeling bestuursrechtspraak komt met dit oordeel terug op haar eerdere tussenuitspraak van 11 februari 2015 over de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Een bestuursrechter komt slechts in een zeer uitzonderlijk geval terug op een tussenuitspraak. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Uit een onderzoek dat in februari vorig jaar naar buiten werd gebracht blijkt de Wilhelminabrug bij Maastricht niet stevig genoeg is om er trams overheen te laten rijden. Volgens de Raad is er voor dit probleem nog geen oplossing gevonden. Verder is onvoldoende budget om het traject tot aan het NS-station Maastricht aan te leggen en is de “planning niet haalbaar”. Deze problemen waren volgens de Raad in de kern al bekend bij het vaststellen van het bestemmingplan. De gemeenteraad had er daarom niet vanuit mogen gaan dat het bestemmingsplan uitvoerbaar was.

Alternatief voor auto

De Belgische en Nederlandse overheden wilden met de sneltramverbinding het openbaar vervoer een kwaliteitsimpuls geven. De tramverbinding zou namelijk een volwaardig alternatief zijn voor de auto. Nadat bleek dat de brug niet stevig genoeg was, stelden lokale overheden in februari 2015 twee alternatieve eindhaltes voor, waarbij de tramlijn niet langer naar het treinstation zou worden doorgetrokken, maar dit plan stuitte vorig jaar op veel weerstand. De VVD in het Limburgs Parlement zei er destijds al aan te twijfelen of de verbinding er wel zou komen. Nu is het project van de baan.