EU verlaagt drempels voor aanbieders internationaal spoorvervoer

Spurt-Arriva

De Nederlandse overheid mag drempelwaarden toepassen om de NS te beschermen tegen nieuwe toetreders op het gebied van internationaal passagiersvervoer per spoor, alleen zullen deze een stuk minder streng mogen zijn dan de belemmeringen die zij eerder had vastgesteld. Dat blijkt uit een Uitvoeringsverordening die de Europese Unie onlangs heeft gepubliceerd en die medio 2015 in werking zal treden. Dat betekent dat het makkelijker wordt voor spoorvervoerders om internationale treindiensten op het Nederlandse spoor aan te bieden.

De Europese Unie publiceerde onlangs een Uitvoeringsverordening over internationaal passagiersvervoer per spoor. Deze verordening gaat het huidige Besluit Liberaliseringsrichtlijn vervangen waarin Nederland de toetreding voor internationale vervoerders op het spoor bemoeilijkt.

De Europese Commissie oordeelde in 2013 dat Nederland de Europese regels te streng heeft uitgevoerd, waardoor de toetreding voor internationale vervoerders op het spoor wordt bemoeilijkt. De Europese Commissie vindt dit niet goed voor de concurrentie. Daarom zette de Commissie een streep door het door de Nederlandse overheid opgestelde Besluit Liberaliseringsrichtlijn, waarin bepalingen staan om de NS te beschermen tegen nieuwe toetreders op het gebied van internationaal passagiersvervoer.

Internationale treinverbinding

In het Besluit Liberaliseringsrichtlijn staat onder meer dat minimaal 75 procent van de passagiers van een internationale treinverbinding ook daadwerkelijk de grens dient te passeren. De Europese Commissie stelde die grenswaarde bij naar 50 procent. Ook legde Nederland vast dat internationaal treinverkeer niet tot meer dan 0,4 procent inkomstenderving en verlies aan reizigers van het totale hoofdrailnet mag leiden. Ook deze regel werd geschrapt door de Commissie.

Edwin Schotanus, advocaat mededingingsrecht: ”In de beschikking waarmee de Europese Commissie een aantal bepalingen van het Besluit Liberaliseringsrichtlijn buiten werking stelde, staat dat het niet de lidstaat zelf mag zijn die de drempelwaarden invoert, maar de toezichthoudende instantie. Dat is in Nederland de ACM. Daarnaast oordeelde de Europese Commissie dat de drempelwaarden in het Besluit Liberaliseringsrichtlijn zo laag waren dat het nagenoeg onmogelijk was om internationale passagiersdiensten uit te voeren.”

Drempelwaarden

Nadat de Europese Commissie de strengere regels buiten werking heeft gesteld, drong de Nederlandse overheid er bij de totstandkoming van de Uitvoeringsverordening daarna op aan toch drempelwaarden te willen hanteren. Staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat zij nieuwe vervoerders die internationaal reizigersvervoer per spoor aanbieden een heffing wil opleggen ”ter compensatie voor de mogelijk financiële impact op de concessie”.

Schotanus: ”Nederland lijkt hier de grenzen op te gaan opzoeken. De Uitvoeringsverordening stelt namelijk eisen aan deze drempelwaarden. Deze waarden mogen niet puur kwantitatief van aard zijn en dienen in samenhang met andere criteria te worden beoordeeld.”

Hoofdrailnet-concessie

”De formulering van de Europese Commissie doelt erop dat de rendabiliteit van de totale hoofdrailnet-concessie in ogenschouw genomen moet worden. Je kunt je afvragen dat als bijvoorbeeld Arriva de Lage LandenLijn gaat exploiteren of dat tot gevolg heeft dat de hoofdrailnet-concessie hiermee in gevaar komt. Op het eerste oor zullen we met zijn allen zeggen dat dit niet het geval is”, aldus de raadsman.

Schotanus: ”Het lijkt erop alsof de Nederlandse overheid alleen oog heeft voor het beschermen van de bezitter van de hoofdrailnetconcessie en niet zozeer het op goede gronden mogelijk maken van internationaal passagiersvervoer.”

Economisch evenwicht

De ACM dient de Uitvoeringsverordening uiteindelijk op twee punten te gaan toetsen: hij toetst of een nieuwe dienst voor internationaal personenvervoer per spoor voldoet aan de criteria van de richtlijn ’hoofddoel internationaal vervoer’ en ’niet verstoren van het economisch evenwicht van het openbare dienstcontract’. Daartoe kan de ACM naast de in de Uitvoeringsverordening genoemde beoordelingscriteria nog aanvullende criteria hanteren.

Spoorvervoerder Arriva had plannen om samen met de gemeente Den Haag de treinverbinding Lage LandenLijn tussen Den Haag en Brussel te starten. Zij maakten in juni van dit jaar bekend niet tot een sluitende businesscase te kunnen komen. De Haagse wethouder Peter Smit gaf aan zich tegengewerkt te voelen door de Nederlandse overheid en NS en vindt dat zij een “gebrek aan interesse hebben om in het belang van de reiziger en ook de schatkist vernieuwing toe te passen op het spoor”.

Lage LandenLijn

Arriva zegt in een reactie “alle wet- en regelgeving die een bijdrage kan leveren aan het liberaliseren van het spoor in Nederland en in Europa toe te juichen”. Voor het realiseren van de Lage Landenlijn geldt volgens de vervoerder echter dat er “meer nodig is dan aangepaste wetgeving”. Ook moet er “duidelijkheid komen wat NS gaat bieden op het traject wat voor de hogesnelheidstrein was bedoeld”.

Omdat zaken nog met de dag kunnen veranderen zegt Arriva nog geen “sluitende business case te kunnen maken”. De spoorvervoerder noemt het “betreurenswaardig om te zien hoe NS continu de hand boven het hoofd wordt gehouden met de Intercity Direct”. Woordvoerder Roos Zevenboom van Arriva: “Hardere en zakelijke maatregelen zouden echt beter uitpakken voor de reiziger. De wensen van de reiziger voorzien in een behoefte, en als dat telt, zouden er verder toch geen belemmeringen meer moeten zijn.”

Beoordeling

Of de Uitvoeringsverordening het mogelijk maakt om de Lage LandenLijn te starten, is nog onduidelijk. Schotanus: ”Eerst zal de ACM op basis van de nieuwe verordening een standaardformulier moeten opstellen aan de hand waarvan hij verzoeken voor nieuwe passagiersdiensten zal gaan beoordelen.”

ACM zegt dinsdag in een reactie dat de Uitvoeringsverordening “in lijn is met de uitvoerings- en handhavingstoets” die zij in 2011 deed naar aanleiding van het Besluit Liberaliseringsrichtlijn 2011.  “In die zin vinden wij de huidige gang van zaken positief”, zo reageert een woordvoerder. De marktautoriteit gaf destijds al aan het gevaar te zien dat met het Besluit “afbreuk gedaan wordt gedaan aan het beoogde doel van de richtlijn, namelijk het openen van de markt voor internationaal passagiersvervoer per spoor in Nederland”. “Door de gedetailleerde criteria in het besluit lijkt toetreding van nieuwe vervoerders de facto en de jure te worden belemmerd”, zo schreef ACM destijds.

Marieke van Gompel

Lees ook:

Auteur: Marieke van Gompel

1 reactie op “EU verlaagt drempels voor aanbieders internationaal spoorvervoer”

Kees Boer|07.10.14|19:43

Dieptreurig dat er nog steeds geen regionale trein Arnhem-Emmerich is ,mogelijkst op z’n vroegst in 2017 terwijl de plaatsen zevenaar en Duiven explosief gegroeid zijn;dit noemt men vervallen Europese binnengrenzen !