ProRail verlaagt gebruiksvergoeding voor regionale spoorbedrijven

Arriva, trein Sneek-Leeuwarden

ProRail verlaagt de gebruiksvergoeding voor de regionale spoorvervoerders. Dat is het gevolg van een uitspraak van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) na een klacht van de regiovervoerders. De marktautoriteit bepaalde dat Arriva, Veolia, Syntus en Connexxion in de nieuwe berekening te veel betalen voor het rijden met lichte treinen. ProRail past de tarieven voor deze gewichtsklasse daarom aan. Het gevolg is dat vervoerders met zware treinen meer gaan betalen.

In het najaar van 2014 publiceerde ProRail de tarieven voor 2016 in de concept Netverklaring. De Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN), het samenwerkingsverband van de regionale spoorvervoerders, diende een klacht in bij de ACM over de gebruiksvergoeding. De vervoerders vonden dat ze teveel moesten betalen.

Stijgende tarieven

ACM bepaalde eerder dat ProRail de regionale vervoerders, die veelal met lichte treinen rijden, inderdaad te veel laat betalen voor het gebruik van het spoor. Dit heeft een lastenverschuiving tot gevolg, waardoor de spoorgoederenvervoerders die met zwaarder materieel rijden meer gaan betalen.

“De enorme verhoging van de gebruiksvergoeding, die vanaf 2015 van toepassing is, drukte daardoor een zeer zwaar stempel op de kosten van die regionale lijnen”, laat een woordvoerder van Arriva weten. “Het voorzieningenniveau kwam daarmee onder druk te staan.” De vervoerder zegt verheugd te zijn dat de ACM de bijzondere positie van de regionale lijnen erkent door een lagere gewichtsklasse op te nemen in de gebruiksvergoeding.

Rekening doorgeschoven

“Door dit besluit van de ACM is voorkomen dat de rekening zou worden doorgeschoven naar de consument. Concreet betekent dit dat de consument niet te maken krijgt met forse tariefsverhogingen of een verminderd voorzieningenniveau door de verhoging van de gebruiksvergoeding”, aldus Arriva, die de klacht samen met de andere deelnemende vervoerders van de FMN poneerde.

De aanleiding voor de klacht van de regionale spoorvervoerders waren de sterk stijgende tarieven voor het gebruik van het spoor in 2015 en 2016. Zo stijgt het totale bedrag dat ProRail via de tarieven in rekening wil brengen van 299 miljoen in 2015 naar 330 miljoen euro in 2016, een stijging van 31 miljoen euro. Het kabinet Rutte I besloot in 2012 nog tot een tariefsverhoging van vijftig miljoen euro. Dat is later naar beneden bijgesteld.

Lichtere gewichtsklasse

Advocaat Viola Sütő van LegalRail die de regionale spoorvervoerders verdedigt, maakte eerder al duidelijk dat er door de beslissing een lichtere gewichtsklasse bij komt met bijpassend lager tarief. ProRail hanteerde tarieven waardoor de regionale vervoerders hetzelfde moesten betalen voor hun lichtere treinen (niet zwaarder dan 90 ton) als NS met treinen van 160 ton.

In de Spoorwegwet staat dat de tarieven moeten zijn gebaseerd op de kosten die worden veroorzaakt door treingebruik, zoals slijtage van het spoor en wissels. Zwaardere treinen zorgen voor een hogere belasting van het spoor. Verder heeft ACM bepaald dat de prijsstijging tussen de verschillende gewichtsklassen gelijk moet zijn. Dat was nog niet het geval.

Kort geding

Doordat de tarieven voor zwaardere treinen nog meer stijgen dan oorspronkelijk was voorzien, spant werkgeversorganisatie KNV Spoorgoederenvervoer een kort geding aan om het besluit van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) over de gebruikersvergoeding voor het spoor aan te vechten. KNV stelt dat deze verhoging in strijd is met Europese regels.

ProRail bestrijdt dit en zegt dat de kosten alleen uit de exploitatie van de treindienst voortvloeien. “Bij het vaststellen van de gebruiksvergoeding op het spoor wordt gebruik gemaakt van rekenmodellen waarin variabelen zoals treingewicht, gemaakte kilometers en het aantal halteringen aan perrons zijn opgenomen.”

Derde spoor

De spoorbeheerder stelt dat de spoorgoederenvervoerders meer betalen vanwege de omleidingsroute door de werkzaamheden aan het derde spoor in Duitsland. ProRail werkt de nieuwe berekening van de tarieven de komende weken uit. Daarna worden deze gepubliceerd en met de vervoerders gedeeld.

Vervoerders betalen ProRail een vergoeding voor het gebruik van rails, bovenleiding, perrons en treinparkeerplaatsen. Bij het gebruik van het spoor speelt de zwaarte van een trein een belangrijke rol. Zo is het tarief voor een zware goederentrein hoger dan het tarief voor een lichte reizigerstrein, omdat een zware goederentrein het spoor meer belast. Er komt nu dus ook een onderscheid tussen een zwaardere reizigerstrein van bijvoorbeeld NS en de lichtere treinen van regionale vervoerders.

Lees ook:

Auteur: admin

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.