Dijksma: NS voldoet aan afspraken op verbinding Alkmaar-Haarlem

De flink versoberde dienstregeling die NS sinds 2016 uitvoert op het traject tussen Alkmaar en Haarlem, past gewoon binnen de afspraken van de concessie. Sinds dit jaar rijden er tussen de twee Noord-Hollandse steden alleen nog spits-intercity’s, die bovendien minder haltes aandoen, en daar komen heel veel klachten op binnen. Maar volgens staatssecretaris Sharon Dijksma van Infrastructuur en Milieu worden daarmee geen concessie-afspraken gebroken. De Kennemerlijn is niet eens een aandachtstraject in de desbetreffende prestatie-indicator. 

Dijksma reageerde op Kamervragen die voor het vakantiereces waren ingediend door de Tweede Kamerleden Rudmer Heerema, Barbara Visser en Betty De Boer. NS besloot in 2016 enkele vergaande maatregelen door te voeren, waaronder het laten verdwijnen van de intercity tussen Alkmaar en Haarlem en het overslaan van bepaalde haltes. Er kwamen berichten binnen over een forse toename van de reistijd, slechte overstaptijden en naar verluidt zelfs agressie onder de reizigers vanwege de drukte.

Klachten

Nadat de dienstregeling ingevoerd werd, regende het klachten bij het OV-loket. In het laatste kwartaal van 2015 kwamen er bij ombudsman voor het OV 180 klachten binnen en in de eerste twee kwartalen van 2016 respectievelijk 28 en 10 klachten. Ter vergelijking: in de eerste twee kwartalen van 2015 werden er van januari tot maart 5 en en van april tot juni slechts 2 klachten ingediend. In het laatste kwartaal van 2014 zelfs helemaal geen.

Daarentegen is er dus wel sprake van een daling in de afgelopen drie kwartalen en NS zelf meldt een halvering van het aantal klachten sinds de vervoerder ervoor heeft gekozen om de betreffende treinen te verlengen. NS besloot treinen vanaf 12 juni enkele treinen te verlengen, nadat reizigersvereniging Rover opmerkte dat de capaciteit van een bepaald aantal treinen te krap was.

Drie sprinters werden verlengd. NS concludeerde overigens zelf op basis van eigen onderzoek dat er in normale situaties wel degelijk voldoende capaciteit geboden wordt. “Bij onverhoopte inzet van kortere treinen of de uitval van een trein als gevolg van een verstoring ervaren reizigers de (opvolgende) treinen als erg druk.”

Verliesgevend

NS schrapte de intercity in de daluren als een bezuinigingsmaatregel. Dit riep vragen op de bij Tweede Kamerleden, die wilden weten of de ‘verliesgevendheid’ van de Kennemerlijn moest worden opgelost door minder materieel te laten rijden. De staatssecretaris antwoordde dat de lijn was opgeheven omdat de trein in de daluren een bezetting had van ongeveer 10 procent.

“Voor het gehele hoofdrailnet geldt dat sommige treindiensten op sommige momenten verliesgevend zijn en op andere winstgevend. Het hoofdrailnet wordt geacht als totaal winstgevend te zijn.” De ambtsvrouw begreep het besluit van NS, ondanks de wensen van de reizigers om sneller op de bestemming te arriveren. “Wat dat betreft kan er op de Kennemerlijn sprake zijn van een spanning tussen wat regionaal gewenst wordt en wat maatschappelijk en economisch verantwoord is.”