Deutsche Bahn mag Arriva niet naar de beurs brengen
Spoorvervoerder Deutsche Bahn (DB) krijgt van de Duitse regering geen toestemming om dochteronderneming Arriva Group naar de beurs brengen. Deutsche Bahn overwoog een beursgang voor deze tak van het bedrijf in 2017 om zo de schulden van het moederbedrijf te kunnen verlagen, maar daar heeft de Duitse overheid nu een stokje voor gestoken. Ook de geplande beursgang van DB Schenker is van de baan.
Dit meldt de Duitse krant Handelsblatt dinsdag op basis van bronnen uit de Duitse regering en een lid van de Raad van Commissarissen van DB. De directeur van DB, Rüdiger Grube, wilde deze takken verkopen, omdat DB veel te maken heeft met concurrentie en extra inkomsten nodig heeft om hierop te kunnen inspelen.
Privatisering
De vervoerder kan dit besluit echter niet nemen zonder toestemming van de Duitse regering, omdat die 100 procent eigenaar is van het spoorbedrijf. De overheid ziet de beursgang niet zitten. Volgens de Duitse krant zeggen politici uit de regeringscoalitie ervan uit te gaan dat het bestuur van DB niet doorgaat met de gedeeltelijke privatisering van de twee onderdelen. Ook een anoniem lid van de Raad van Commissarissen laat aan de krant weten dat de beursgang er sowieso niet gaan komen.
Er wordt door DB al bijna een jaar gesproken over de eventuele verkoop of beursgang van de twee dochterondernemingen. Vorig jaar huurde de vervoerder hiervoor zakenbank Lazard in om de mogelijke opties te onderzoeken. Het was wel meteen een besluit dat veel teweeg bracht. In 2008 hield de Duitse overheid de verkoop van een minderheidsbelang ook al tegen en ditmaal stelde het bestuur van DB zelf het besluit hierover verschillende malen uit. Zowel Arriva als DB Schenker spelen een rol in Nederland in de OV- en logistieke sector.
Lees ook:
