reizigers, tram, HTM, openbaar vervoer

Reizigers positief over sociale veiligheid in OV

Reizigers zijn positief over de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Zij beoordeelden de veiligheid in het openbaar vervoer in 2013 met een gemiddeld rapportcijfer van 7,6. Tram- en metroreizigers zijn het minst positief over de veiligheid in het openbaar vervoer. Metroreizigers beoordelen de veiligheid in het openbaar vervoer met een 7,1 en tramreizigers met een 7,4.

Ook over de veiligheid van de rit en van de opstaphalte zijn metro- en tramreizigers vaak minder tevreden dan reizigers die met andere modaliteiten reizen. In vergelijking met 2012 zijn de verschillen klein. Bij de beoordeling van sociale veiligheid door reizigers blijken de netheid van het voertuig, de overstaptijd, de rijstijl van de bestuurder en de vriendelijkheid van het personeel het meeste invloed te hebben.

Veiligheid

Bij de waardering van de sociale veiligheid naar de OV-autoriteiten met tramconcessies valt een stijging van de waardering van Stadsregio Rotterdam op. In 2012 werd hier nog een 7,3 gemiddeld gegeven. In 2013 is dit een 7,7 (net als in 2011). De waardering voor Bestuur Regio Utrecht, tram daalt van een 7,9 naar een 7,7.

Net als in de voorgaande jaren zijn de reizigers per veerboot in 2013 het meest positief over de veiligheid, voor de veiligheid in het OV geven veerbootreizigers een 8,0. Voor de veiligheid van de rit een 8,5 en voor de veiligheid van de halte een 8,2. 

De trein wordt met een 7,7 beoordeeld. Voor de veiligheid van de rit krijgt de trein een 8,0 en voor de veiligheid van de halte een 7,7. Het landelijk gemiddelde voor OV-autoriteiten met busvervoer is een 8,0 in 2013. Op drie gebieden na (Stadsregio Rotterdam en Zeeland met een 7,9 en Flevoland met een 7,8), is het rapportcijfer in alle gebieden een 8,0 of hoger.

Slachtoffer

Reizigers die slachtoffer zijn geworden van een incident oordelen minder positief over de sociale veiligheid. Voor zowel de veiligheid in het algemeen als de veiligheid van de instaphalte is het verschil in 2013 bijna één punt: reizigers die slachtoffer waren van een incident oordelen met een 6,9. 
Voor reizigers die niet te maken hadden met een incident is dit cijfer een 7,8.

Ook bij het oordeel over de veiligheid van de rit is dit verschil zichtbaar: als men slachtoffer was van een incident is het cijfer een 7,4. Als dit niet geval was dan stijgt de waardering van de veiligheid van de rit naar een 8,0. De verschillen tussen 2012 en 2013 zijn klein.

Incident

De KpVV maakte in het onderzoek ook een uitsplitsing naar incidenten in het openbaar vervoer naar modaliteit. In 2013 nam het percentage slachtofferschap in de tram met 2 procentpunt af naar 16 procent. Ook in de trein en op de veerboot werden in 2013 minder reizigers slachtoffer van een incident. In 2013 geven metroreizigers het vaakst aan slachtoffer geworden te zijn van een incident (18 procent), in 2012 waren dit nog de tramreizigers.

Tramreizigers waren in 2013 het vaakst ooggetuige van een incident, in bijna een kwart van de gevallen (23 procent). Ook de metroreizigers (20 procent) waren vaker dan gemiddeld getuige van een incident in het voertuig. Onder trein- en busreizigers is dit percentage 16 procent, en onder reizigers per veerboot was het percentage met 8 procent duidelijk het laagst.

Ooggetuige

Vrouwen worden vaker het slachtoffer van een incident in het openbaar vervoer dan mannen. In 2013 overkwam dit 10 procent van de mannen en 13 procent van de vrouwen. In 2012 lagen deze percentages voor beide 1 procentpunt hoger.

 Bijna een vijfde van de reizigers (18 procent) is de afgelopen twaalf maanden ooggetuige geweest van een incident in het openbaar vervoer. Dit percentage is nagenoeg gelijk aan 2011 (19 procent).

De KpVV heeft ieder jaar in de OV-Klantenbarometer aandacht voor veiligheidsgevoelens en slachtofferschap van incidenten in het openbaar vervoer. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen objectieve en subjectieve veiligheid. Objectieve veiligheid gaat om de daadwerkelijke ervaring met incidenten. In dit onderzoek zijn dit er vijf: lastigvallen, diefstal, bedreiging, mishandeling en overige voorvallen en incidenten.

Veiligheidsgevoel

Subjectieve veiligheid beschrijft het (on)veiligheidsgevoel van reizigers. Er wordt onderscheid gemaakt tussen onveiligheidsgevoelens in het openbaar vervoer in het algemeen, tijdens de laatste rit en onveiligheid op de halte waar men is ingestapt. Het onderzoek besloeg in 2013 77 onderzoeksgebieden, dit zijn er twee meer dan in 2012.

Marieke van Gompel

Auteur: Marieke van Gompel

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Reizigers positief over sociale veiligheid in OV | OVPro.nl
reizigers, tram, HTM, openbaar vervoer

Reizigers positief over sociale veiligheid in OV

Reizigers zijn positief over de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Zij beoordeelden de veiligheid in het openbaar vervoer in 2013 met een gemiddeld rapportcijfer van 7,6. Tram- en metroreizigers zijn het minst positief over de veiligheid in het openbaar vervoer. Metroreizigers beoordelen de veiligheid in het openbaar vervoer met een 7,1 en tramreizigers met een 7,4.

Ook over de veiligheid van de rit en van de opstaphalte zijn metro- en tramreizigers vaak minder tevreden dan reizigers die met andere modaliteiten reizen. In vergelijking met 2012 zijn de verschillen klein. Bij de beoordeling van sociale veiligheid door reizigers blijken de netheid van het voertuig, de overstaptijd, de rijstijl van de bestuurder en de vriendelijkheid van het personeel het meeste invloed te hebben.

Veiligheid

Bij de waardering van de sociale veiligheid naar de OV-autoriteiten met tramconcessies valt een stijging van de waardering van Stadsregio Rotterdam op. In 2012 werd hier nog een 7,3 gemiddeld gegeven. In 2013 is dit een 7,7 (net als in 2011). De waardering voor Bestuur Regio Utrecht, tram daalt van een 7,9 naar een 7,7.

Net als in de voorgaande jaren zijn de reizigers per veerboot in 2013 het meest positief over de veiligheid, voor de veiligheid in het OV geven veerbootreizigers een 8,0. Voor de veiligheid van de rit een 8,5 en voor de veiligheid van de halte een 8,2. 

De trein wordt met een 7,7 beoordeeld. Voor de veiligheid van de rit krijgt de trein een 8,0 en voor de veiligheid van de halte een 7,7. Het landelijk gemiddelde voor OV-autoriteiten met busvervoer is een 8,0 in 2013. Op drie gebieden na (Stadsregio Rotterdam en Zeeland met een 7,9 en Flevoland met een 7,8), is het rapportcijfer in alle gebieden een 8,0 of hoger.

Slachtoffer

Reizigers die slachtoffer zijn geworden van een incident oordelen minder positief over de sociale veiligheid. Voor zowel de veiligheid in het algemeen als de veiligheid van de instaphalte is het verschil in 2013 bijna één punt: reizigers die slachtoffer waren van een incident oordelen met een 6,9. 
Voor reizigers die niet te maken hadden met een incident is dit cijfer een 7,8.

Ook bij het oordeel over de veiligheid van de rit is dit verschil zichtbaar: als men slachtoffer was van een incident is het cijfer een 7,4. Als dit niet geval was dan stijgt de waardering van de veiligheid van de rit naar een 8,0. De verschillen tussen 2012 en 2013 zijn klein.

Incident

De KpVV maakte in het onderzoek ook een uitsplitsing naar incidenten in het openbaar vervoer naar modaliteit. In 2013 nam het percentage slachtofferschap in de tram met 2 procentpunt af naar 16 procent. Ook in de trein en op de veerboot werden in 2013 minder reizigers slachtoffer van een incident. In 2013 geven metroreizigers het vaakst aan slachtoffer geworden te zijn van een incident (18 procent), in 2012 waren dit nog de tramreizigers.

Tramreizigers waren in 2013 het vaakst ooggetuige van een incident, in bijna een kwart van de gevallen (23 procent). Ook de metroreizigers (20 procent) waren vaker dan gemiddeld getuige van een incident in het voertuig. Onder trein- en busreizigers is dit percentage 16 procent, en onder reizigers per veerboot was het percentage met 8 procent duidelijk het laagst.

Ooggetuige

Vrouwen worden vaker het slachtoffer van een incident in het openbaar vervoer dan mannen. In 2013 overkwam dit 10 procent van de mannen en 13 procent van de vrouwen. In 2012 lagen deze percentages voor beide 1 procentpunt hoger.

 Bijna een vijfde van de reizigers (18 procent) is de afgelopen twaalf maanden ooggetuige geweest van een incident in het openbaar vervoer. Dit percentage is nagenoeg gelijk aan 2011 (19 procent).

De KpVV heeft ieder jaar in de OV-Klantenbarometer aandacht voor veiligheidsgevoelens en slachtofferschap van incidenten in het openbaar vervoer. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen objectieve en subjectieve veiligheid. Objectieve veiligheid gaat om de daadwerkelijke ervaring met incidenten. In dit onderzoek zijn dit er vijf: lastigvallen, diefstal, bedreiging, mishandeling en overige voorvallen en incidenten.

Veiligheidsgevoel

Subjectieve veiligheid beschrijft het (on)veiligheidsgevoel van reizigers. Er wordt onderscheid gemaakt tussen onveiligheidsgevoelens in het openbaar vervoer in het algemeen, tijdens de laatste rit en onveiligheid op de halte waar men is ingestapt. Het onderzoek besloeg in 2013 77 onderzoeksgebieden, dit zijn er twee meer dan in 2012.

Marieke van Gompel

Auteur: Marieke van Gompel

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.