Zestien procent reizigersgroei op R-netlijn Leiden-Zoetermeer
Sinds de invoering van het R-netconcept op buslijn 400 tussen Leiden en Zoetermeer in december 2014 is het aantal buspassagiers op die lijn met 16 procent gegroeid. Met name de korte wachttijd en snelheid van de bus lijkt reizigers te stimuleren om van deze bus gebruik te maken. “De bus is hiermee echt een alternatief geworden, ook voor degenen bij wie de bus voor introductie van R-net niet op het netvlies stond”, zo legt gedeputeerde Floor Vermeulen uit.
Die reizigersgroei is gebleken uit een onderzoek dat de provincie Zuid-Holland uit liet voeren nadat het nieuwe concept een jaar was ingevoerd. In 2015 stapten 16 procent meer reizigers in de bus dan in 2014, toen er nog geen R-netbussen reden. Het kwaliteitskeurmerk R-net wordt alleen toegekend aan snelle, frequente en betrouwbare verbindingen in het OV. Volgens het onderzoek vinden reizigers het prettig dat de bussen zo snel zijn en frequent rijden. Sinds de nieuwe invoering rijden de bussen standaard twaalf keer per uur in de spits en zes keer daarbuiten.
Hoogfrequente verbindingen
De R-netbussen rijden sinds december 2014 hoogfrequent tussen Leiden en Zoetermeer en sinds december 2015 tussen Rotterdam en Dirksland op Goeree-Overflakkee. Naar de lijn tussen Rotterdam en Dirksland is nog geen onderzoek gedaan, maar de provincie zegt ook hier te merken dat meer reizigers in de bus stappen. Vermeulen: “Dat het concept werkt, zien we ook bij de R-net lijn van Rotterdam naar Dirksland.”
Reizigers zouden ook het comfort in de bussen goed beoordelen en beoordelen de reis met een 7,9. Volgens de onderzoekers waarderen passagiers de combinatie van hoge kwaliteit en tevredenheid, marketing en de zichtbaarheid van het R-net concept in het straatbeeld. De haltes zijn vernieuwd en voorzien van borden met digitale reisinformatie en gebruiksvriendelijke fietsenstallingen.
Verbeterpunten
De groei van zestien procent is beduidend meer dan in de rest van de concessie in Zuid-Holland die geëxploiteerd wordt door Arriva. Bovendien verwacht de provincie dat het succes van de lijn blijft voortduren, want in het onderzoek gaf 95 procent aan de bus te willen blijven gebruiken de komende tijd.
Er zijn nog wel wat verbeterpunten. Betrouwbaarheid krijgt maar een 6,8 en de provincie en Arriva onderzoeken samen de mogelijkheden om de doorstroming van de bussen te verbeteren. Ook het comfort van de bushokjes kan beter en wordt onderzocht. De uitkomsten van dit onderzoek worden gebruikt om bij nieuwe R-netlijnen een ander type bushokje aan te schaffen.
Ik denk dat er meer mogelijkheden voor bussen zouden zijn die sneller het ene centrale of belangrijke station verbinden met het andere, maar dan dus niet langs het spoor. In dit geval bestaat die “concurrentie” niet. Zou je een soortgelijke lijn ontwerpen voor bijv. Leiden CS naar Den Haag CS dan zou je voor snelle routes moeten kiezen, met bijv. maar één halte per plaats die je aandoet. Zo is dat immers met lijn 400 ook. De bus slingert zich niet door Zoeterwoude, maar stopt op één plek aldaar.
Deze resultaten zijn een sterke aanwijzing dat het OV beter concurrerend wordt als de reissnelheid omhoog gaat. Naar mijn smaak geldt dit voor alle OV-vormen èn voor de keten!
Alle hens aan dek. In tijden van goedkope duurzame energie moet dit mogelijk zijn, anders nemen de elektrische zelfsturende auto’s alle verplaatsingen over met onhoudbare ruimtelijke gevolgen!