Elektrische bussen succesvol opnemen in dienstregeling blijkt lastig

elektrische bus, BusTech

De succesvolle inzet van zero emissie-bussen betreft meer dan een besluit over het soort bus en een keuze voor de batterij. De technische en economische mogelijkheden op het gebied van tussentijds bijladen, de combinatie van klimaat en klimaatbeheerssysteem, het aantal te vervoeren passagiers en de inpasbaarheid van het tussentijds bijladen in de dienstregeling kunnen grote consequenties hebben voor de TCO van een bus. “Wij kunnen helpen om die afhankelijkheden hanteerbaar te maken”, aldus Roel de Groot, project manager bij TNO. Hij zal hierover advies geven tijdens het Congres Busvision.

Kennisorganisatie TNO verricht veel onderzoek naar duurzame mobiliteit en heeft in die hoedanigheid ook enkele onderzoeken uitgevoerd naar naar de prestaties van zero emissie-voertuigen in verschillende situaties. Daaruit bleek dat die prestaties in de praktijk behoorlijk beïnvloed konden worden door factoren die geen of nauwelijks een rol spelen bij de inzet van conventionele dieselbussen.

Afhankelijkheden

TNO heeft onder andere gekeken naar de impact van het klimaat en passagierscapaciteit op het energieverbruik, de actieradius en de effectieve laadtijd. Dit zijn afhankelijkheden waarmee vervoerders en overheden dus rekening dienen te houden bij de inzet van zero emissie-bussen. De Groot: “We hebben gemerkt dat het voor de planners, bij het maken van nieuwe dienstregelingen waarbij elektrische bussen worden ingezet, erg lastig is om met al deze afhankelijkheden rekening te houden.

De Groot kan tijdens zijn sessie echter enkele aanbevelingen doen over de wijze waarop aan deze afhankelijkheden het hoofd geboden kan worden. De verwachting van TNO is namelijk dat de implementatie van zero emissie-vervoer niet zonder slag of stoot zal plaatsvinden. “Dit vereist vooraf dat er goed wordt nagedacht over de manier waarop deze bussen kunnen worden ingezet.”

Impact

TNO wil tijdens de sessie op BusVision vervoerders en overheden uitleggen hoe ze deze afhankelijkheden hanteerbaar kunnen maken en hier al in de voorfase op een goede manier mee om kunnen gaan. “We willen oplossingen aandragen voor uitdagingen die ongetwijfeld zullen ontstaan als er elektrische bussen worden ingezet”, aldus De Groot. “We kunnen vervoerders bijvoorbeeld helpen bij de invulling van de laadinfrastructuur. Waar kunnen de palen het beste geplaatst worden en hoe kan dit het beste ingepast worden in de dienstregeling?”

Daarbij komen ook de kosten aan bod. Welke vorm van zero emissie en welke infrastructuur is het beste geschikt op een bepaalde lijn? De Groot schetst een voorbeeld: “ Het risico kan bestaan bij ‘opportunity charging’ dat een laadpaal geplaatst moet worden op een locatie waar weinig bussen komen. In zo’n geval wordt het laadpunt weinig gebruikt en zijn de kosten in verhouding hoog. Daarvoor zijn oplossingen, bijvoorbeeld door meer partijen gebruik te laten maken van deze infrastructuur.”

Slimme keuze

De belangrijkste aanbeveling is om op een andere manier na te denken over zero emissie-vervoer dan nu wordt gedaan over dieselbussen. “Dieselbussen kunnen deze geschetste afhankelijkheden bijna altijd wel opvangen. Bij zero emissie kan het echter verstandig zijn om bijvoorbeeld kosten te besparen met een kleinere batterij door vaker tussentijds op te laden en de dienstregeling waar nodig aan te passen. Daarbij mogen we niet voorbij gaan aan het feit dat het soms verstandiger is om een hybride (plug-in) bus in te zetten.

Zelfs een combinatie tussen batterij-elektrisch en waterstof-elektrisch of (gedeeltelijk) trolley kan verstandig of uiteindelijk zelfs goedkoper zijn. “TNO bezit nu de kennis waarmee goede keuzes gemaakt kunnen worden, die technisch en energie-huishoudelijk mogelijk en efficiënt zijn”, vertelt De Groot.

Randvoorwaarden

De Groot: “We willen de inzet van zero emissie eerst hanteerbaar maken, zodat de planners eenvoudiger en sneller naar een (semi-)optimum kunnen toewerken. Eerst moeten we leren om de juiste vragen te stellen, om daarmee de geboden oplossing aan alle gestelde randvoorwaarden te kunnen laten voldoen. Bijvoorbeeld niet alleen: waar moet worden bijgeladen, maar ook is het lokale elektriciteitsnetwerk op de gevraagde piekvermogens uitgelegd? Er moet dus altijd in detail naar de lokale situatie gekeken worden.”

Inge Jacobs

busvisionbanner-1

Er zijn nog maar een paar dagen om je te registreren voor het Congres BusVision. Dit congres biedt belangrijke handvatten om binnen tien jaar schoon en kwalitatief hoogstaand Zero Emissie openbaar vervoer te realiseren. Registreer je nu, 12 – 13 oktober in Expo Houten. 

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.