OV-klantenbarometer: algemeen rapportcijfer weer gestegen

Bus, trein, Arriva, spoorovergang, Zutphen

Het cijfer dat reizigers geven aan het regionaal openbaar vervoer in Nederland is opnieuw gestegen. Dit jaar is het algemeen oordeel uitgekomen op een 7,6 in vergelijking met een 7,5 in 2015. Van alle ondervraagde reizigers geeft ruim 85 procent het vervoer een 7 of hoger. Dit blijkt uit cijfers van de OV-Klantenbarometer van CROW-KpVV. Slechts 5 procent geeft het OV een onvoldoende met een vijf of lager. Net als een jaar eerder heeft het busvervoer op de Waddeneilanden twee plekken in de algemene top 3.

Ook de minst goed presterende lijnen zijn hetzelfde als vorig jaar, namelijk de treindiensten Zwolle-Enschede en Nijmegen-Roermond. Deze verbindingen kregen respectievelijk een 7,0 en een 6,9. Ook het oordeel van de OV-chipkaart is verbeterd. Voor het gebruiksgemak en het gemak van het kopen van een vervoerbewijs en/of laden van reissaldo geven zij nu een 8,1 en een 7,8. Dit waren vorig jaar nog een 7,9 en een 7,7.


Stadsvervoer

Van de vier stadsvervoerders wist de RET opnieuw het hoogste cijfer binnen te slepen. Het oordeel over het RET-vervoer is bovendien voor de achtste maal op een rij met 0,1 punt gestegen in vergelijking met 2016 naar een 7,7. “Prachtige cijfers”, noemt RET-directeur Pedro Peters dit. “De jarenlange investeringen in tijd en geld in hoogwaardig openbaar vervoer betalen zich terug in waardering van onze reizigers. Een groot compliment voor de dagelijkse inzet van alle RET’ers.”

Ook de tram in Den Haag en de sneltram uit Utrecht zetten de stijging door van de afgelopen jaren. Bij het stadsvervoer per bus staan de middelgrote steden bovenaan. Lelystad, Apeldoorn en Leeuwarden delen een gezamenlijke eerste plaats met een 7,8. Vooral voor Leeuwarden is dat een forse stijging, want in 2015 behaalde dit vervoer nog een 7,4.

In Lelystad en Leeuwarden verzorgt Arriva het busvervoer, net als op de Waddeneilanden. “Ieder jaar is het weer een spannend moment als de resultaten van de OV-klantenbarometer worden gepresenteerd”, aldus directeur Anne Hettinga. “Steeds meer onderzoeksgebieden worden door Arriva gereden. Ik ben er trots op dat we er ieder jaar in slagen hogere beoordelingen van onze reizigers te krijgen. Dat verdient een groot compliment voor alle medewerkers die dag en nacht bezig zijn de dienstverlening naar onze klant zo goed mogelijk te verzorgen.”

Regionale treindiensten en streekvervoer

Regionale treindiensten worden van alle onderzochte modaliteiten het minst goed beoordeeld en het algemene oordeel hiervoor is dan ook lager dan het algemene rapportcijfer. De vijf onderste plaatsen van de algemene ranglijst worden dan ook ingenomen door regionale treindiensten. Maar reizigers zijn over de regionale treinen wel positiever dan in 2015. Het oordeel stijgt naar een 7,5, waarbij de lijst wordt aangevoerd door de diensten Zutphen–Apeldoorn, Dordrecht–Geldermalsen en Zwolle–Emmen. De treindienst Rotterdam-Hoek van Holland, die dit jaar wordt omgebouwd naar een metroverbinding, krijgt op de valreep nog een 7,5.

In het streekvervoer heeft de Zaanstreek afgelopen jaar Waterland van de eerste plek gestoten met een 7,8. De concessie van EBS kreeg een 7,7. Het streekvervoer Almere – in dat jaar nog uitgevoerd door Connexxion – kreeg een tweede plek met ook een 7,8. De Almeerse Streeklijnen scoorden op negen van de vijftien onderdelen beter dan het landelijk gemiddelde. Verder was het oordeel over de Connexxion-concessies in Noord-Holland Noord, Gooi- en Vechtstreek en Haarlem IJmond erg positief; zij scoren alle een 7,7.

Er zijn acht onderzoeksgebieden die minder presteerden dan in 2015. Dit gaat om de treindiensten Zutphen-Apeldoorn, Gouda-Alphen aan den Rijn en de Maaslijn tussen Nijmegen en Roermond. Bij het busvervoer zijn vijf gebieden iets slechter beoordeeld, namelijk Waterland, Noord- en Midden-Limburg, Zuidoost-Fryslan, de Brabantliners en Amstelland-Meerlanden, zonder de Rnet-bussen.

OV-Klantenbarometer

CROW-KpVV voert jaarlijks het onderzoek OV-Klantenbarometer uit en ditmaal was alweer de 16e keer. Hierin wordt de mening gepeild van reizigers over het stads- en streekvervoer. In het laatstgehouden onderzoek gaven 82.352 reizigers in 70 onderzoeksgebieden tijdens 6.559 bus- tram-, metro-, treinritten en ferry-overtochten rapportcijfers aan verschillende aspecten die met hun reis te maken hebben.

Behalve de beoordeling van de specifieke diensten, wordt ook aan de reizigers gevraagd wat ze willen verbeteren. Dit jaar zijn de meest genoemde ver- beteringen zijn: ‘informatie bij vertragingen’ (22 procent), ‘niets’ (15 procent) en ‘kans op een zitplaats’ (14 procent). Dit betekent dat 15 procent dus geen verbeteringen nodig vindt.

Lees ook:

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.