‘Besparingen in OV vergroten kloof tussen dikke en dunne lijnen’

buurtbussen, Arriva, Tribus

In de noordelijke provincies is door besparingen in het openbaar vervoer de kloof tussen het hoogwaardige en het kleinschalige OV toegenomen. De bereikbaarheid van centrumkernen is in Drenthe, Groningen en Friesland tussen 2010 en 2015 gelijk gebleven of zelfs verbeterd, maar omdat het reguliere OV vervangen is door belbussen, is de drempel voor het OV-gebruik verhoogd. Dat concludeert de Noordelijke Rekenkamer in het rapport ‘Met de bus naar de stad – openbaar busvervoer in perifere gebieden’.

Het openbaar vervoer is een van de grootste kostenposten voor provincies, maar het gebruik in perifere delen neemt veelal af. In de noordelijke provincies is al op verschillende lijnen het reguliere busvervoer vervangen door kleinere varianten of vraaggestuurd OV. Daarom heeft de Noordelijke Rekenkamer onderzoek gedaan naar de bereikbaarheid van deze gebieden, maar ook naar de kosten hiervan en de lessen die de provincies kunnen trekken uit onderlinge verschillen.

Bereikbaarheid

Over het algemeen hebben dergelijke kleinschalige oplossingen de bereikbaarheid van perifere gebieden verbeterd, zo concludeerden de onderzoekers. Maar ze zijn niet onverdeeld positief. “Kleinschalig openbaar vervoer wordt minder kostendekkend, vervoert minder reizigers en wordt gebruiksonvriendelijker”, is één van de conclusies in het rapport.Bovendien legt het OV-bureau Groningen Drenthe de nadruk op de succesvolle HOV-lijnen, waardoor de achteruitgang van het kleinschalige OV niet opvalt.

Bovendien is de gewenste integratie tussen het aanvullend openbaar vervoer en het doelgroepenvervoer ook nog niet bereikt, al is er wel weer een nieuw project gestart om dit doel alsnog te bereiken in 2018. De onderzoekers denken dat het problematisch is dat de provincies een ambivalente houding hebben ten aanzien van de Regiotaxi. Hoewel het de wens van provincies is dat reizigers een vangnet hebben om ook te kunnen reizen op plekken waar geen regulier OV rijdt, willen zij ook financiële risico’s door ‘oneigenlijk gebruik’ voorkomen.

Friesland

De conclusies voor Groningen en Drenthe komen bijna volledig met elkaar overeen en ook in Friesland concluderen de onderzoekers een ambivalente houden van de provincies richting het aanvullend vervoer. In Friesland is dat de Opstapper. Wel erkennen de onderzoekers dat de inzet van de Opstapper de bereikbaarheid van afgelegen gebieden heeft verbeterd, al is het Fryslan ook niet gelukt om de Opstapper-ritten onder te brengen in gemeentelijk wmo-vervoer.

Maar de onderzoekers zien ook hier wel enkele problemen. De kostendekkingsgraad van het OV is namelijk niet verbeterd. “In de praktijk stuurt de provincie niet actief op de kostendekkingsgraad. Kostendekkingsgraden van afzonderlijke buslijnen worden niet bepaald”, valt te lezen in het rapport. In feite is de dekkingsgraad in Noord- en Zuidwest Fryslan tijdens de duur van het onderzoek zelfs lager geworden, omdat die concessies duurder zijn uitgevallen. Tevens verstrekken de Gedeputeerde Staten in Friesland veel te weinig informatie over de bereikbaarheid van perifere gebieden en over de kostendekkingsgraad op lijnniveau aan de Provinciale Staten.

Aanbevelingen

De onderzoekers doen voor alle provincies verschillende aanbevelingen. Zo moeten ze in Groningen en Drenthe een duidelijke keuze maken voor de Regiotaxi, zodat de reiziger eenduidige informatie krijgt. Daarmee zal alvast één drempel voor het gebruik van kleinschalig OV worden weggenomen. Ook worden de provincies ernstig gemaand om in 2018 eindelijk de gewenste integratie tussen OV en doelgroepenvervoer te realiseren. De onderzoekers stimuleren hiervoor een samenwerking met lokale taxibedrijven. Als laatste moet de informatie aan Provinciale Staten gedetailleerder en completer worden.

De Rekenkamer heeft het onderzoek uitgevoerd door enkele kengetallen te verzamelen over het OV in de provincie, zoals de kostendekkingsgraad, de frequentie van de bussen, het aantal reizigerskilometers en de tevredenheid van reizigers over het OV. Bovendien is de huidige bereikbaarheid vergeleken met reisadviezen van 9292 in het verleden en heeft de Rekenkamer in beeld gebracht hoeveel middelen er zijn uitgegeven aan het openbaar busvervoer. Uiteindelijk zijn de resultaten voor de provincies Groningen, Drenthe en Friesland met elkaar vergeleken.

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.