Overijssel, Gelderland en Flevoland overwegen samenvoegen concessies

Syntus, bus, Apeldoorn

De provincies Overijssel, Gelderland en Flevoland gaan onderzoeken of ze zeven huidige concessies in Oost-Nederland kunnen samenvoegen in drie grote, provinciegrensoverschrijdende concessies. Daarvoor zijn ze een verkenning gestart. De provincies willen de concessies zo inrichten dat ze beter passen bij de vervoersstromen van reizigers. Momenteel worden de grenzen van de concessies met name bepaald door de provinciegrenzen, terwijl reizigers net zo gemakkelijk van provincie naar provincie reizen. 

Het gaat hier om de concessies IJsselmond, Midden-Overijssel, Twente, Achterhoek-Rivierenland, Arnhem-Nijmegen, Veluwe en de stadsconcessie Lelystad. De Gedeputeerde Staten hebben interesse om die op basis van vervoersstromen samen te voegen in drie concessies, namelijk Noord, Oost en Zuid. De stadsconcessie Almere blijft gewoon bestaan.

2020

Wanneer de concessiegrenzen worden aangepast, zal in 2020 deze eerste grote concessie worden aanbesteed. Het gaat dan om de concessie Noord, waarvan een deel van de huidige concessie Veluwe, IJsselmond, mogelijk Lelystad en een groot deel van Midden Overijssel onderdeel kunnen uitmaken. Daarbij gaat het alleen maar over het traditionele busvervoer. Eventuele aanvullende systemen vallen buiten de concessie.

De andere concessies zijn Zuid en Oost. Die laatste concessie zou in moeten gaan in 2023. Daarvoor wordt moenteel nog onderzocht of dit een multimodale concessie blijft, waarbij het bus- en treinvervoer samen worden aanbesteed. Naar verwachting wordt in 2019 of 2020 besloten of de lijnen nog samen worden aanbesteed of toch worden gesplitst.

Verkenning

De provincies geloven dat het juist nu zinvol is om de concessies te herzien en bundelen daarom hun krachten. Er lopen een aantal concessies tegelijkertijd af en in Flevoland en Overijssel zijn al zeer positieve ervaringen opgedaan met gezamenlijk aanbesteden. Bovendien sluit dit goed aan op de nieuwe OV visie van de provincies. Hierdoor hopen ze de uitdagingen voor het busvervoer in de toekomst het hoofd te kunnen bieden, namelijk de vraag voor meer flexibiliteit in de concessie om uitvoering te geven aan de nieuwe OV koers en de te verwachten innovatie in het openbaar vervoer én de invoering van zero emissie.

De Gedeputeerde Staten van Gelderland en Overijssel hebben inmiddels al besloten te starten met de verkenning voor een gezamenlijke aanbesteding; in Flevoland gebeurt dit op 30 mei. Daarna zal het voorstel voor een verkenning tot een gezamenlijke aanbesteding voor de zomer van 2017 aan Provinciale Staten van de betrokken provincies worden voorgelegd, samen met het advies van de reizigersorganisaties.

Grotere concessies

De provincies geloven dat het gezamenlijk aanbesteden verschillende voordelen heeft. Ten eerste laten reizigers zich niet tegenhouden door provinciegrenzen. “De verwachting is dat door het uitgaan van vervoersstromen de concessie efficiënter en meer op de reiziger toegespitst kunnen worden”, aldus de Gedeputeerde Staten van Overijssel in een nota aan de Provinciale Staten. Bovendien kan er efficiënter gewerkt worden door deze samenwerking en kunnen de provincies zo de regie op aanvullende systemen zelf in handen houden en hoeven ze die niet bij de vervoerder te leggen.

Tevens men de provincies dat de concessies in de toekomst kleiner worden ten gevolge van technologische ontwikkelingen, de komst van nieuwe mobiliteitsconcepten en bezuinigingen. Daardoor worden de concessies minder interessant en vrezen de overheden minder inschrijvingen en dus hogere prijzen. Daarbij hebben de lokale afdelingen van consumentenorganisatie Rocov al een kanttekening bij geplaatst, omdat niet alleen DRU’s van belang zijn. “Het gaat vervoerders ook om zaken als samenhang binnen de concessie, de feederfunctie van het vaste lijnennet, ruimte voor innovatie en een flexibele concessie.”

Aanvullende systemen

Gelderland, Overijssel en Flevoland spelen nu al in op de veranderende mobiliteit in Nederland door bijvoorbeeld op lijnen waar minder vraag is, te kijken hoe het beste op de vraag van de reizigers ingespeeld kan worden. Dit kan door belbussen, kleine voertuigen en aanvullende systemen zoals deelauto’s of deelfietsen worden steeds vaker ingezet. Daarnaast betreden andere type vervoerders de markt dan de traditionele. In de verkenning wordt ook bekeken hoe deze mengvormen juridisch goed te regelen zijn, evenals de invloed van reizigersorganisaties en gemeenten.

De provincies lijken echter weinig behoefte te hebben om aanvullende systemen in een OV-concessie aan te besteden. Dit komt omdat een concessiestructuur niet de beste manier is om een flexibel systeem te realiseren. “Een concessie is een vrij star sturingssysteem, waar vooraf zoveel mogelijk wordt vastgelegd om alle inschrijvers een goede prijs te kunnen laten calculeren”, schrijft de provincie Overijssel.

Daarom wil deze provincie de regie over de aanvullende systemen in ieder geval behouden, al mogen OV-bedrijven wel degelijk innovatieve ideeën aanbieden. Rocov adviseerde echter om ook binnen de concessies ruimte te creëren voor kleinschalige vervoersconcepten om te voorkomen dat de samenhang in het vervoerssysteem verloren gaat.

Problemen

De provincie Overijssel erkent in een informatienota aan de Provinciale Staten dat de aanpassing van de concessiegrenzen uitdagend is, omdat er enkele complexe juridische en financiële vraagstukken zullen ontstaan. Het gaat hierbij met name om de infasering of uitfasering van delen van de huidige concessies. Niet alle concessie die hieronder vallen lopen namelijk tegelijkertijd af.

Zo loopt de concessie IJsselmond in 2023, maar zou die eigenlijk deel uit moeten gaan maken van de concessie Noord, die dus in 2020 al gegund moet worden. IJsselmond later opnemen in de concessie is niet mogelijk en een wezenlijke wijziging van de concessie is niet toegestaan. De gevolgen daarvan zijn nu nog niet te overzien.

Daarover maakt Rocov zich zorgen. “Worden de vervoerders daarmee niet afgeschrikt en raken de huidige vervoerders die een bestaande concessie (of een deel daarvan) verliezen, maar nog wel een aantal jaren moeten uitvoeren, niet vleugellam en ongeïnteresseerd”, vragen zij zich af in een brief. Ze stimuleren de provincies eerst uit te zoeken hoe een goed gefaseerde aanpak tot stand kan komen en daarna duidelijk aan te geven onder welke voorwaarden de huidige concessies kunnen instromen in de nieuw opgezette gebieden.

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.