‘In 2022 eerste concessie met louter zero emissie-bussen’

De eerste concessie waarin alleen nog maar zero emissie-bussen worden uitgevraagd, start in 2022. Dat voorspelt Maarten Post, programmanager bij de provincie Noord-Brabant en het Interprovinciaal Overleg (IPO). Post sprak donderdag op een Elaad-lezing over elektrisch busvervoer en het net.

Post houdt zich al enkele jaren bezig met de omslag naar elektrisch busvervoer. Zijn inschatting is dat in 2025 circa de helft van alle bussen in Nederland al zero emissie is. Maar tegelijkertijd erkent hij dat het wel nog wat vereist om ervoor te zorgen dat elektrisch vervoer ‘mainstream’ wordt.

Uitdagingen

Zo is het gemakkelijker om elektrische bussen te realiseren in de stad, maar wordt dit in het streekvervoer nog wel een uitdaging. Ook standaardisering is een uitdaging. Dit is nu al te zien in Nederland, omdat er verschillende laadsystemen worden gebruikt. Om te voorkomen dat bussen van verschillende vervoerders straks bij andere laadpalen zouden moeten laden, is interoperabiliteit gewenst.

Ook moet er op tijd actie worden ondernomen om de infrastructuur te realiseren. Dan gaat het zowel om de laadpalen zelf, maar ook om de aansluiting op het elektriciteitsnet. Het duurt namelijk beduidend langer om een elektrische busvloot operationeel te krijgen dan een dieselbusvloot. De tijd die er staat om hiervoor staat is lang niet altijd lang genoeg; iets wat onlangs is gebleken in de concessie Amstelland-Meerlanden.

Eigenaarschap

Een belangrijke vraag voor de toekomst van elektrisch busvervoer is wie het eigendom moet hebben van de infrastructuur. Momenteel is het meestal de vervoerder die de laadinfrastructuur realiseert en dus ook opdraait voor de kosten, het beheer en het onderhoud. “Er komt steeds meer een roep voor de scheiding tussen OV en de infrastructuur”, aldus Pieter Tanja. Hij gaf namens CROW terugkoppeling over de kennisbijeenkomst van 30 november over het Bestuursakkoord Zero Emissie Openbaar Busvervoer.

Bovendien blijft ook het verkrijgen van voldoende geld voor de elektrificatie van het busvervoer, meende Maarten Louwerse van stadsvervoerder GVB. Elektrisch busvervoer en infrastructuur is drie tot vijf keer duurder dan diesel. “Geen van de technieken van elektrisch vervoer komt in de buurt van de diesel. We moeten het doen, maar we kunnen het niet betalen met de huidige OV-budgetten.”

Auteur: Inge Jacobs

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

‘In 2022 eerste concessie met louter zero emissie-bussen’ | OVPro.nl

‘In 2022 eerste concessie met louter zero emissie-bussen’

De eerste concessie waarin alleen nog maar zero emissie-bussen worden uitgevraagd, start in 2022. Dat voorspelt Maarten Post, programmanager bij de provincie Noord-Brabant en het Interprovinciaal Overleg (IPO). Post sprak donderdag op een Elaad-lezing over elektrisch busvervoer en het net.

Post houdt zich al enkele jaren bezig met de omslag naar elektrisch busvervoer. Zijn inschatting is dat in 2025 circa de helft van alle bussen in Nederland al zero emissie is. Maar tegelijkertijd erkent hij dat het wel nog wat vereist om ervoor te zorgen dat elektrisch vervoer ‘mainstream’ wordt.

Uitdagingen

Zo is het gemakkelijker om elektrische bussen te realiseren in de stad, maar wordt dit in het streekvervoer nog wel een uitdaging. Ook standaardisering is een uitdaging. Dit is nu al te zien in Nederland, omdat er verschillende laadsystemen worden gebruikt. Om te voorkomen dat bussen van verschillende vervoerders straks bij andere laadpalen zouden moeten laden, is interoperabiliteit gewenst.

Ook moet er op tijd actie worden ondernomen om de infrastructuur te realiseren. Dan gaat het zowel om de laadpalen zelf, maar ook om de aansluiting op het elektriciteitsnet. Het duurt namelijk beduidend langer om een elektrische busvloot operationeel te krijgen dan een dieselbusvloot. De tijd die er staat om hiervoor staat is lang niet altijd lang genoeg; iets wat onlangs is gebleken in de concessie Amstelland-Meerlanden.

Eigenaarschap

Een belangrijke vraag voor de toekomst van elektrisch busvervoer is wie het eigendom moet hebben van de infrastructuur. Momenteel is het meestal de vervoerder die de laadinfrastructuur realiseert en dus ook opdraait voor de kosten, het beheer en het onderhoud. “Er komt steeds meer een roep voor de scheiding tussen OV en de infrastructuur”, aldus Pieter Tanja. Hij gaf namens CROW terugkoppeling over de kennisbijeenkomst van 30 november over het Bestuursakkoord Zero Emissie Openbaar Busvervoer.

Bovendien blijft ook het verkrijgen van voldoende geld voor de elektrificatie van het busvervoer, meende Maarten Louwerse van stadsvervoerder GVB. Elektrisch busvervoer en infrastructuur is drie tot vijf keer duurder dan diesel. “Geen van de technieken van elektrisch vervoer komt in de buurt van de diesel. We moeten het doen, maar we kunnen het niet betalen met de huidige OV-budgetten.”

Auteur: Inge Jacobs

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.