Touringcarbranche kan leren van andere sectoren
De touringcarsector kan, als het om veilig vervoer gaat, nog veel leren van de petrochemische industrie. Vanuit die gedachte schreef Frans Schuitemaker een Best Practices Guideline met veiligheidseisen die verder gaan dan wat wettelijk verplicht is. Tijdens het Seminar Busveiligheid, op 11 oktober in Expo Houten, licht hij dat document toe en bepleit hij ook welke status het volgens hem zou moeten krijgen in de markt.
Frans Schuitemaker werkte in totaal veertien jaar in de touringcarbranche, waarvan de laatste zeven als directeur van Oad. Eerder was hij 21 jaar werkzaam in de logistieke dienstverlening, en dan specifiek voor de petrochemische industrie. Het is juist die bedrijfstak waar de touringcarsector een hoop van kan leren als het om veiligheid gaat. “Waarom zou je met het vervoer van mensen niet net zo voorzichtig omspringen als met het vervoer van gevaarlijke stoffen?”, vraagt Schuitemaker zich af.
Verder dan wettelijke verplichting
De vervoerders van die gevaarlijke stoffen hebben veiligheid namelijk hoog in het vaandel staan, net als de bedrijven die opdracht geven voor dat vervoer. “Alle partijen in de petrochemische industrie zijn enorm betrokken bij veilig transport”, legt Schuitemaker uit. “Daarom heeft de sector een Best Practices Guideline opgesteld met bovenwettelijke eisen op het gebied van veiligheid. Het gaat dus om eisen die verder gaan dan wat de wet verplicht, of die vooruitlopen op zaken die wettelijk verplicht zullen worden.”
Het voldoen aan de Best Practices Guideline, die regelmatig wordt aangescherpt, is in principe vrijwillig. “Maar veel opdrachtgevers onderschrijven het wel en vragen er ook om in aanbestedingen. Dus wanneer je als vervoerder opdrachten wilt binnenhalen, is de Best Practices Guideline in de praktijk toch vaak een soort verplichting.”
Geen overleg met opdrachtgevers
Schuitemaker zou graag zien dat de richtlijn die hij in opdracht van SKTB voor de Nederlandse touringcarsector schreef ook zo’n status krijgt. “We hebben nu wel het SKBT-keurmerk, maar dat komt vanuit de touringcarbedrijven zelf en dat gaat niet in overleg met de opdrachtgevers. Het keurmerk bevat een aantal zaken die wettelijk al geregeld zijn. Die kunnen er dus eigenlijk uit. Tegelijk heb ik een aantal zaken toegevoegd die, net als in de petrochemische industrie, bovenwettelijk zijn.” In totaal bevat het document 38 veiligheidsaspecten met betrekking tot vervoer per touringcar.
“Ik pleit er voor om het bestaande keurmerk om te zetten in een Best Practices Guideline die op dezelfde wijze tot stand komt als in de petrochemische sector, en die op vrijwillige basis bekendheid en draagvlak krijgt bij alle vervoerders en haar opdrachtgevers in Europa”, aldus Schuitemaker. Tijdens het Seminar Busveiligheid zal hij dit standpunt toelichten en ook uitleggen welke veiligheidsaspecten er allemaal aan bod komen in de Best Practices Guideline voor de touringcarsector.
