De Lijn verdeelt OV-budget over vervoerregio’s

Vijftien vervoerregio’s in Vlaanderen krijgen inspraak over de wijze waarop vervoerder De Lijn circa 200 miljoen euro voor aanvullend openbaar vervoer moet inzetten. Bovendien krijgen zij de mogelijkheid om nog eens 28 miljoen euro vrij te besteden voor particuliere vervoersbehoeften. De budgetten voor de verschillende regio’s zijn onlangs berekend. Vervoerder De Lijn houdt zelf de controle over het ‘kernnet’, waarvoor circa 500 miljoen euro per jaar beschikbaar is. Het kernnet behelst de tramlijnen en de voorstedelijke en interstedelijke verbindingen.

Hiermee wordt invulling gegeven aan het decreet Basisbereikbaarheid. Dit zorgt voor een nieuw OV-beleid in Vlaanderen, dat meer is ingesteld op een vraaggestuurde aanpak met inspraak van de lokale besturen. De verwachting is dat zo het aanbod beter wordt afgestemd op de vervoersvraag van de reiziger en op de reële vervoerstromen. Het vormt een vervanging voor het decreet Basismobiliteit, waarin was bepaald dat elke Vlaming op 500 tot 750 meter van zijn deur een halte moest hebben.

Betere doorstroming

“Voortaan komen de lokale overheden niet alleen mee aan het stuur van ons aanbod, maar krijgen ze ook inspraak over de besteding van het budget”, vertelt De Lijn-topman Roger Kesteloot. “De vervoerregio’s krijgen precies dezelfde middelen die De Lijn zou besteden aan het aanbod op hun grondgebied. We hopen dat de steden en gemeenten hierdoor ook meer werk zullen maken van betere doorstroming voor bus en tram.”

In totaal heeft De Lijn voor het kernnet 499,5 miljoen euro beschikbaar en nog eens 198,2 miljoen euro voor het aanvullende net. Dit zal worden ingezet in overleg met de vervoerregio’s. Daarnaast is er ook nog een bedrag beschikbaar voor het vervoer op maat, namelijk 27,8 miljoen euro. Dit laatste bedrag mogen de vervoerregio’s compleet naar eigen inzicht gebruiken.

Kostenmodel

De Lijn heeft onlangs bekend gemaakt hoe de gelden verdeeld zullen worden. De vervoerregio Antwerpen krijgt het grootste deel van het budget tot haar beschikking, namelijk in totaal ruim 167 miljoen euro. Daarna volgen de regio’s Gent, Vlaamse Rand en Limburg, met een budget van respectievelijk 89,5, 86 en 85,3 miljoen euro. De vervoerder investeert in de regio Vlaamse Ardennen niets in het kernnet, maar er is hier wel 13 miljoen beschikbaar voor het aanvullende net en het vervoer op maat.

De regio’s krijgen dus verschillende bedragen, maar de berekening is gedaan op basis van een kostenmodel dat rekening houdt met kosten van het OV-aanbod en het daarbijbehorende personeel en voertuigen. Het nieuwe OV-beleid moet ervoor zorgen dat de vervoermogelijkheden en financiële middelen voor Vlaanderen op een efficiëntere manier worden ingezet. Met hetzelfde budget zal De Lijn gemiddeld 7,5 procent extra reizigers kunnen vervoeren en in sommige regio’s zelfs meer dan 17 procent. Eind 2020 moet Basisbereikbaarheid in heel Vlaanderen zijn ingevoerd.

Vervoerregio's Vlaanderen

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.