Rover teleurgesteld over ambities vervoerplan Zaanstreek-Waterland
De Vervoerregio Amsterdam moet hogere eisen stellen aan de nieuwe vervoerder die vanaf 2021 het busvervoer mag verzorgen in de concessie Zaanstreek-Waterland. Het huidige programma van eisen (PvE) wordt nu opgesteld, maar mist ambitie. Terwijl dit wel nodig is om ervoor te zorgen dat het OV een grotere rol gaat spelen in de mobiliteit in de regio.
Het stimuleren van het OV is volgens de Amsterdamse afdeling van Rover noodzakelijk om invulling te geven aan het beleid in de regio Amsterdam. Er bestaan namelijk plannen voor extra woningbouw, het fileprobleem dient te worden aangepakt en er moet invulling worden gegeven aan het klimaatakkoord. Het huidige PvE past daar niet bij, schrijft Rover aan de Vervoerregio.
Frequentieverlaging
De reizigersorganisatie is met name verbaasd dat de minimumeisen voor de frequentie op niet Rnet-lijnen zijn verlaagd. Om het openbaar vervoer aantrekkelijk te maken is het volgens Rover op zijn minst nodig om de frequenties gelijk te houden. “Een verlaging is gezien de groei van Zaanstad en Purmerend en het streven Amsterdam voor een autoluwe stad onwenselijk.”
Daarnaast zou de Vervoerregio eisen moeten stellen om het openbaar vervoer meer toegankelijk te maken. Dit kan mede door een integraal tariefsysteem, zodat er geen dubbel instaptarief hoeft te worden betaald voor trein, bus, tram en metro. Voor nu het openbaar vervoer steeds meer als één geheel wordt voorgesteld en overstappen op knooppunten dus worden gestimuleerd, draagt dit bij aan een aantrekkelijker product. Rover stelt bovendien voor om een aantrekkelijker tarief te realiseren voor reizigers die samenreizen.
Zero emissie
Daarnaast vraagt Rover in de brief om nog eens goed na te denken over de vraag voor zero emissie-vervoer. Hoewel de transitie naar deze groenere vorm van vervoer wordt gesteund, benadrukt Rover dat het ten eerste belangrijk is om het OV zo aantrekkelijk te maken dat autorijders hier ook gebruik van willen gaan maken. “Technische problemen met elektrische bussen, zoals de kleine actieradius van de accu’s, moeten eerst worden opgelost.”
De reizigersorganisatie vraagt zich in de brief ook af waarom er besloten is om budget dat beschikbaar is voor de exploitatie van het OV in te zetten om elektrisch vervoer te kopen. Dit geld zou eigenlijk volledig ten goede moeten komen aan een kwaliteitsverbetering. “Net als bij de auto zou de stimulering van zero-emissie-bussen vanuit andere budgetten dan aanleg, onderhoud en exploitatie van OV-voorzieningen moeten komen.”
