ElaadNL: in 2025 is driekwart OV-bussen elektrisch
Driekwart van alle OV-bussen in Nederland rijdt over zes jaar met een elektrische aandrijving. Dat voorspelt kennis- en innovatiecentrum ElaadNL. De OV-sector sprak al jaren geleden af dat vanaf 2025 alle nieuwe bussen zero emissie moeten rijden en op dit moment geldt dat ongeveer voor een tiende deel van de hele busvloot in Nederland.
In 2030 moeten alle OV-bussen in Nederland uitstootvrij zijn. Er worden op dit moment vooral veel elektrische bussen aangeschaft en er maken er tien gebruik van waterstof. Dat dit aantal in een relatief beperkte periode zal verzesvoudigen, is volgens het kennis- en innovatiecentrum vooral te danken aan de concessiestructuur in Nederland. De komende jaren zullen weer enkele concessies opnieuw worden aanbesteed en binnen die concessie zal zero emissie de norm worden.
Oplaadlocaties
Een grote uitdaging voor de energietransitie in het OV is dat dit een flinke investering vraagt in oplaadlocaties. Op basis van toekomstplannen en prognoses van 32 concessiegebieden komt ElaadNL tot 111 depotlocaties en 260 kansrijke potentiële opportunity charging-locaties in 2025. Zowel concessieverleners als concessiehouders hebben er ook behoefte aan om vroeg te overleggen of er voldoende netcapaciteit beschikbaar is op die laadlocaties en wat de verwachte doorlooptijd is.
Op dit moment hebben de meeste depotladers een maximaal vermogen van tussen de 30 kilowatt en 75 kilowatt. ElaadNL vreest niet dat dat maximale laadvermogen te beperkt is. Om te kijken naar de mogelijkheid om alle bussen te laden, is ElaadNL uitgegaan van een depot waar 60 bussen aan de ‘stekker’ worden gelegd, met een laadbehoefte van 200 kilowattuur (kWh) per bus en een maximum laadvermogen van 50 kW. In dat geval blijft het normale laadprofiel ruim onder het maximum van de aansluiting blijft. Bij Smart Charging verbetert dit nog verder.
Tekst loopt door onder afbeelding
Samenwerking
Het kenniscentrum adviseert wel dat de concessieverlener het initiatief neemt voor een onderzoek naar mogelijke laadlocaties. Dit omdat die als opdrachtgever het beste op de hoogte is van de dienstregeling en de gewenste veranderingen. Door betrokken gemeenten en netbeheerder een impactanalyse te laten uitvoeren zijn bovendien de knelpunten vooraf bekend en kunnen die meegenomen worden in de aanbestedingsdocumenten. Dit zorgt voor meer bekendheid over mogelijke knelpunten, meer ruimte voor vroege voorbereidingen en lagere maatschappelijke kosten.
Lees ook:
