Gemeenten moeten investeren in fietsenstallingen bij stations

station Breda

Verbeteringen aan fietsenstallingen bij stations zorgen ervoor dat het aantal mensen dat per fiets naar het station gaat flink toeneemt. Dit is een goede ontwikkeling die ten goede komt aan de stedelijke mobiliteit. Niet de reizigers, maar de gemeenten moeten de portemonnee trekken om te zorgen voor goede fietsenstallingen bij stations. Dat zegt Rikus Spithorst van Maatschappij voor Beter OV.

Lees hieronder zijn column.

De fiets is een prima vervoermiddel. Heel duurzaam en ook goed qua lichaamsbeweging. Heel veel treinreizigers komen op de fiets naar het station. Dat is dus zeer positief, maar wat ruimtebeslag betreft, betekent dat nogal wat. Want waar laat je al die fietsen?

Subsidie

Gelukkig is er een aantal jaren geleden een flinke subsidie verstrekt, waarmee ProRail op en bij heel veel stations de mogelijkheden om fietsen te stallen fors heeft kunnen verbeteren. Goed zo! Maar je ziet dan wel een bijzonder effect: je verbetert de fietsenstallingen, -rekken en -kluisjes en vervolgens constateer je dat het aantal mensen dat per fiets naar het station gaat, fors toeneemt. Een soort opwaartse spiraal, dus. Nu zie ik dat veel liever dan de beruchte neerwaartse spiraal, maar de toestroom van extra fietsen zorgt voor problemen.

Neem nou het station van Utrecht. Daar zullen tienduizenden fietsenrekken worden geplaatst, maar nóg zal dat waarschijnlijk op termijn niet genoeg zijn. Onvoorstelbaar.

Subsidie

Donderdag was ik, samen met OVPro.nl, aanwezig op de jaarlijkse Dag van de Rail. Een van de sprekers op dat congres was Remco Wieland, de directeur van het NS-Ketenbedrijf. Ook hij besteedde in zijn betoog aandacht aan de hamvraag: waar laat je al die fietsen? Ik was erg verbaasd over een voorstel uit de zaal. Er werd geopperd, de treinkaartjes een dubbeltje duurder te maken, en dat extra geld te besteden aan fietsenstallingen. Mijn verbazing licht ik u even toe aan de hand van een voorbeeld.

Stel, ik ga naar het station met een flink stuk bagage. Ik zet het in een kluisje, maar weiger een paar muntstukken in de gleuf te gooien. In plaats daarvan zeg ik: “Doe mijn treinkaartje maar een dubbeltje duurder.” Volkomen terecht zou ik in dat geval voor gek worden versleten. Maar waarom zou die gedachte als het gaat om het op een station in bewaring geven van een fiets opeens wél redelijk zijn? Daar is geen enkele reden voor. Bovendien zijn veel treintarieven gelukkig door de overheid beschermd. Ze mogen slechts stijgen met de inflatie, vermeerderd met de stijgende vergoeding die de NS aan ProRail betaalt voor het gebruik van het spoor.

Kosten

Nee, het is te makkelijk om de oplossing van een probleem eenvoudigweg door de reiziger te laten betalen. Immers, het merendeel van de treinreizigers komt nog altijd niet per fiets naar het station, dus is er geen enkele rechtvaardiging om die reizigers voor de kosten van extra fietsenstallingen te laten opdraaien.

Overigens is het gebruik van de fiets vooral in het belang van de middelgrote en grote steden. Die fietsen helpen met hun milieuvriendelijkheid de lucht nog een beetje schoon te houden. Daarnaast belemmeren fietsen het verkeer amper, zodat het in de steden niet vastloopt. Dus in het belang van het op een gezonde manier in beweging houden van de stedelijke mobiliteit, zouden de gemeenten de portemonnee moeten trekken om te zorgen voor goede fietsenstallingen. Ook bij stations!

Rikus-Spithorst-Maatschappij-Voor-Beter-OV-

Rikus Spithorst, Maatschappij Voor Beter OV

Auteur: Marieke van Gompel

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.