De ontwikkeling van MaaS zet sociale inclusie onder druk

Oudere reiziger, GVB, tram, openbaar vervoer

Toegankelijkheid en sociale inclusie zijn altijd belangrijk geweest bij de inrichting van het OV-systeem. Maar door de komst van Mobility as a Service (MaaS) worden de kaarten opnieuw geschud. Hoe wordt er omgegaan met mensen die digitaal minder vaardig zijn? Enige overheidsregie is noodzakelijk, betogen Robin Kleine van Mobycon en Jacky Lodewijks van Forseti in een blog.

BLOG – Mobiliteit is altijd al een belangrijke basis geweest voor mensen om mee te kunnen doen in de samenleving. Mobiliteit is namelijk een essentiële voorwaarde, bijvoorbeeld om werk te kunnen krijgen, maar ook om sociale en zakelijke contacten te kunnen onderhouden en om nieuwe contacten te kunnen opdoen. Mobiliteit is echter niet voor iedereen vanzelfsprekend. Het is zelfs zo dat op dit moment een grote groep in Nederland in meer of minder mate vervoerarmoede ervaart. Een goede definitie van vervoerarmoede is als volgt:

“The process by which people are prevented from participating in the economic, political and social life of the community because of reduced accessibility to opportunities, services and social networks, due in whole or in part to insufficient mobility in a society and environment built around the assumption of high mobility”

Vervoersarmoede

Ook in Nederland komt vervoerarmoede voor. Sterker nog, uit recent onderzoek is gebleken dat in sommige wijken in Rotterdam, Den Haag en Utrecht zo’n 20 procent van de bevolking last heeft van vervoerarmoede. Toch is grotendeels onduidelijk hoe groot de impact van vervoerarmoede momenteel is.

Mobiliteitsbeleid in Nederland heeft altijd aandacht gehad voor sociale inclusie. Jaarlijks besteden overheden meer dan een miljard euro aan exploitatie om te zorgen dat het openbaar vervoer voor alle inwoners betaalbaar blijft en om ervoor te zorgen dat er overal in het land een basisaanbod van vervoer beschikbaar is. Niet alleen in drukke, rendabele gebieden, maar juist ook in landelijke gebieden met minder OV-gebruikers.

Investeringen

We hebben de afgelopen 15 jaar enorme investeringen gedaan om het OV toegankelijk maken. Ook zijn verschillende initiatieven met gratis en goedkoop OV ingezet om de drempel voor OV voor verschillende doelgroepen te verlagen. Het doel is natuurlijk om die groepen betere kansen te geven om mobiel te zijn en daarmee betere kansen krijgen om deel te nemen aan de samenleving.

Bovendien besteden overheden jaarlijks ruim 600 miljoen euro in specifiek vervoer voor bijzondere doelgroepen die niet (zelfstandig) kunnen reizen met andere vormen van mobiliteit. Dit is voor veel doelgroepen een noodzakelijke voorziening om deel te nemen aan de samenleving en zichzelf te ontplooien. Wat opvalt is dat vooral onze overheid en de samenleving belangrijk zijn om die sociale inclusie met mobiliteit te borgen. De markt speelt hier een marginale rol en dat is ook logisch, want voor de benodigde diensten is meestal geen gezond businessmodel mogelijk zonder steun vanuit overheid of maatschappij.

Bundeling

Met de ontwikkeling van MaaS zetten we in feite een grote volgende stap in digitalisering en integratie in mobiliteit. Dit is in basis natuurlijk een logische ontwikkeling die al vele jaren aan de gang is. Belangrijke vervolgstap die we nu met MaaS zetten is om al het aanbod van mobiliteit te bundelen in één app met de daarvoor benodigde mogelijkheden om de gehele reis in één keer te plannen en betalen.

Deze integratie en digitalisering heeft grote consequenties voor de wijze waarop mobiliteit wordt aangeboden aan de klant: digitaal, via app’s, met allerlei nieuwe producten en abonnementsvormen. Dat brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee ten aanzien van de beschikbaarheid en toegankelijkheid voor verschillende groepen en dan met name kwetsbare groepen, die bijvoorbeeld niet digitaal vaardig zijn of niet kunnen beschikken over digitale betaalwijzen.

Risico digitalisering

In de eerste jaren zullen reizen met behulp van MaaS en de ‘traditionelere’ manier van reizen wel naast elkaar blijven bestaan, maar vroeg of laat zullen die minder digitale reizigers een uitzondering worden en buiten de boot vallen. Probeer bijvoorbeeld maar eens een free-floating deelfiets te pakken zonder telefoon. En denk ook eens aan de nieuwe uitdagingen in de Coronacrisis. Hoe gaan we drukte in het OV beter spreiden zonder slimme digitale toepassingen?

Tijdens het MaaS congres van afgelopen 3 maart hebben we tijdens een werksessie met deelnemers aan het congres de ontwikkeling van MaaS en de relatie met sociale inclusie aan de orde gesteld. Het viel ons op dat de deelnemers vooral kansen en positieve effecten zien van MaaS op de sociale inclusie. Dat verontrust ons, want dat is niet in lijn met de uitdagingen die wij zien op basis van de ontwikkelingen op het gebied van vervoerarmoede en digitalisering tot nu toe.

Overheidsregie

Tegelijkertijd gaf iedereen aan dat we meer aandacht moeten besteden aan de digitale toegankelijkheid van vervoer en ruim 40 procent van de aanwezigen vond dat onze overheden meer regie moeten voeren op MaaS om ervoor te zorgen dat MaaS inclusiever wordt. Juist daar ligt wat ons betreft de sleutel.

Als overheid kun je borgen dat ook de kwetsbare groepen in onze samenleving met MaaS een toegankelijk, betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam mobiliteitsaanbod krijgen. Desnoods zou een overheid zelf MaaS dienstverlener moeten worden, als blijkt dat de markt geen oog heeft voor de kwetsbare groepen of wanneer het door overheid georganiseerde aanbod niet bij de juiste mensen terecht komt.

Een inclusief MaaS ecosysteem kan alleen bestaan wanneer er voldoende overheidsregie is om dit continu te bewaken. Interessante vervolgvraag is dan: waarom zouden overheden MaaS moeten faciliteren en stimuleren als initiatieven vanuit de markt er niet zelf voor zorgen dat het aanbod duurzaam en inclusief is?

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.