Spooragenda: kwaliteit en dienstverlening moet beter

Treinen, NS, wissels

De reiziger zou het openbaar vervoer in Nederland meer als één samenhangend geheel ervaren.
 Dat kan door op plekken waar het hoofdrailnet in verbinding staat, met regionale OV-systemen goed samen te werken met decentrale overheden. Dit staat in de eerste uitwerking van de Lange Termijn Spooragenda van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Het Nederlandse spoor kan in de huidige vorm slechts een beperkte groei aan. Om de komende jaren aan de behoefte van de reizigers en de goederenvervoerders te voldoen moet de capaciteit, veiligheid en kwaliteit van het spoor worden verbeterd. Daarbij kan decentralisatie van sommige spoorlijnen zoals ook in het advies van de commissie Janse-De Jonge ook een rol spelen.

Mobiliteitsbehoefte

De Lange Termijn Spooragenda moet voorzien in de groeiende mobiliteitsbehoefte voor de periode tot 2028. De plannen moet ervoor zorgen dat reizigers en goederenvervoerders de trein de komende jaren in toenemende mate als een aantrekkelijk vervoersmiddel zien.

Na investeringen in achterstallig onderhoud en vernieuwde stations, zijn de komende jaren maatregelen nodig om de capaciteit van spoorsysteem te verbeteren. Het Programma Hoogfrequent Spoor speelt hierin een grote rol, schrijft het ministerie in de eerste uitwerking van de Spooragenda.

Samenwerking NS en ProRail

Ook moet de samenwerking tussen de ProRail en de NS in de komende jaren flink verbeteren. De maatregelen die daarvoor nodig zijn worden ook in de nieuwe beheer- en vervoerconcessie van de spoorvervoerder en spoorbeheerder meegenomen. De concessie voor de Betuweroute wordt daarin ook ondergebracht.

Verder komt er een ketenregisseur die er onder meer voor zorgt dat spoorgoederenvervoerders kort voor vertrek probleemloos treinpaden kunnen boeken. Daarnaast moet er betere berichtgeving komen over verstoringen en de aansluiting en informatievoorziening op terminals worden verbeteren.

Commissie Kuiken

De aanleiding voor het opstellen van de Lange Termijn Spooragenda ligt bij het rapport van de parlementaire commissie Kuiken waarin onder meer werd gepleit voor een meerjarige spoorvisie. Verstoringen en ongelukken op het spoor vragen om een visie en beleid voor de langere termijn.

In de eerste uitwerking staan de doelen en ambities van de Spooragenda. De definitieve uitwerking van de Lange Termijn Spooragenda moet eind 2013 klaar zijn.

Marieke van Gompel

Lees ook:
Doorgaan hoogfrequent spoor niet te discussie
FMN: rapport over Nieuwe Spoorplan stap in goede richting

Auteur: Bart Pals

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.