GNMI: provincies en gemeenten kunnen samen OV verbeteren

Foto Inge

Het Gemeentelijk Netwerk voor Mobiliteit en Infrastructuur (GNMI) roept provincies en vervoersautoriteiten op goed samen te werken met gemeenten voor een beter OV. De provincies en vervoersautoriteiten besteden het OV aan, maar gemeenten zijn ook een belangrijke speler, omdat zij verantwoordelijk zijn voor de infrastructuur. Bovendien hebben die gemeenten er belang bij dat het OV hier goed is. Het GNMI komt met drie aandachtspunten voor een betere samenwerking. 

Het GNMI stelt dat provincies elkaar veel kunnen bieden bij de verbetering van het OV, maar elkaar nog lang niet altijd even goed weten te vinden. Terwijl ze toch samen moeten optrekken bij vraagstukken die variëren van het zorgen voor goede laadinfrastructuur tot het realiseren van voldoende fietsparkeerplaatsen bij stations en de kwaliteit van OV-knooppunten.  Alle nieuwe leden van de Provinciale Staten hebben daarom onlangs een informatiesheet gekregen met een aantal suggesties vanuit het ambtelijke gemeentelijke netwerk.

Aandachtspunten

De drie aandachtspunten zijn: ‘Samen aan de slag voor een bereikbare omgeving’, ‘Investeer in innovatie en duurzaamheid’ en ‘Samenhang tussen beleid, beheer en ontwikkeling’. Concreet kunnen de betrokkenen met verschillende thema’s aan de slag. Zo stimuleert het netwerk de samenwerking voor een integraal aanbod van doelgroepenvervoer en openbaar vervoer.

“Gemeenten worden de komende jaren geconfronteerd met een toenemende vraag naar doelgroepenvervoer, vooral vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning, en provincies willen graag een rendabeler openbaar vervoersnetwerk ontwikkelen. Beleidsmatige en bestuurlijke afstemming kan beide uitgangspunten verenigen”, aldus het GNMI.

Duurzaamheid

Op het gebied van duurzaamheid is samenwerking zelfs cruciaal omdat er nu veel elektrische bussen worden besteld en voor de daarvoor benodigde infrastructuur ruimte moet worden gemaakt in het publieke domein. Dit gebeurt nu al, maar volgens het GNMI nog niet zo efficiënt als zou kunnen. Want waarom zou je een laadpaal slechts inzetten ter bate van één bepaalde modaliteit?

“De huidige ontwikkelingen leiden ertoe dat er vooral op sectoraal niveau wordt gekeken naar laadinfrastructuur, terwijl de beschikbare ruimte en budgetten doelmatiger kunnen worden ingezet door laadinfrastructuur meervoudig in te zetten voor zowel het openbaar vervoer als het doelgroepenvervoer.”

Fietsers en voetgangers

Als laatste stimuleert het netwerk een goede verbinding tussen provinciaal beleid en gemeentelijk wegbeheer. Er kan veel winst worden bereikt door relatief gemakkelijke maatregelen. Bijvoorbeeld knooppuntontwikkeling of investeringen in doorstromingsmaatregelen zijn goed voor de portemonnee en voor de reiziger. Andersom is het belangrijk dat een gemeente zeggenschap krijgt over het OV-aanbod.

Een goede samenwerking draagt bovendien bij aan een duidelijke visie op de hele vervoersketen. Waar het OV de verantwoordelijkheid is van de provincies, zijn gemeentes juist bezig met fiets- en voetgangersbeleid. In lang niet alle gebieden krijgen fietsers en voetgangers voldoende aandacht in het OV-beleid, terwijl deze modaliteiten wel een belangrijke aanvulling vormen op het openbaar vervoer.

“In enkele regio’s wordt voortvarend gewerkt aan de ontwikkeling van goede knooppunten tussen modaliteiten, zodat de reiziger op weg kan gaan met een optimaal aanbod. De ontwikkeling en het beheer van ketenvoorzieningen vraagt om het maken van goede beheersafspraken en het delen van investeringen.”

Auteur: Inge Jacobs

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

GNMI: provincies en gemeenten kunnen samen OV verbeteren | OVPro.nl

GNMI: provincies en gemeenten kunnen samen OV verbeteren

Foto Inge

Het Gemeentelijk Netwerk voor Mobiliteit en Infrastructuur (GNMI) roept provincies en vervoersautoriteiten op goed samen te werken met gemeenten voor een beter OV. De provincies en vervoersautoriteiten besteden het OV aan, maar gemeenten zijn ook een belangrijke speler, omdat zij verantwoordelijk zijn voor de infrastructuur. Bovendien hebben die gemeenten er belang bij dat het OV hier goed is. Het GNMI komt met drie aandachtspunten voor een betere samenwerking. 

Het GNMI stelt dat provincies elkaar veel kunnen bieden bij de verbetering van het OV, maar elkaar nog lang niet altijd even goed weten te vinden. Terwijl ze toch samen moeten optrekken bij vraagstukken die variëren van het zorgen voor goede laadinfrastructuur tot het realiseren van voldoende fietsparkeerplaatsen bij stations en de kwaliteit van OV-knooppunten.  Alle nieuwe leden van de Provinciale Staten hebben daarom onlangs een informatiesheet gekregen met een aantal suggesties vanuit het ambtelijke gemeentelijke netwerk.

Aandachtspunten

De drie aandachtspunten zijn: ‘Samen aan de slag voor een bereikbare omgeving’, ‘Investeer in innovatie en duurzaamheid’ en ‘Samenhang tussen beleid, beheer en ontwikkeling’. Concreet kunnen de betrokkenen met verschillende thema’s aan de slag. Zo stimuleert het netwerk de samenwerking voor een integraal aanbod van doelgroepenvervoer en openbaar vervoer.

“Gemeenten worden de komende jaren geconfronteerd met een toenemende vraag naar doelgroepenvervoer, vooral vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning, en provincies willen graag een rendabeler openbaar vervoersnetwerk ontwikkelen. Beleidsmatige en bestuurlijke afstemming kan beide uitgangspunten verenigen”, aldus het GNMI.

Duurzaamheid

Op het gebied van duurzaamheid is samenwerking zelfs cruciaal omdat er nu veel elektrische bussen worden besteld en voor de daarvoor benodigde infrastructuur ruimte moet worden gemaakt in het publieke domein. Dit gebeurt nu al, maar volgens het GNMI nog niet zo efficiënt als zou kunnen. Want waarom zou je een laadpaal slechts inzetten ter bate van één bepaalde modaliteit?

“De huidige ontwikkelingen leiden ertoe dat er vooral op sectoraal niveau wordt gekeken naar laadinfrastructuur, terwijl de beschikbare ruimte en budgetten doelmatiger kunnen worden ingezet door laadinfrastructuur meervoudig in te zetten voor zowel het openbaar vervoer als het doelgroepenvervoer.”

Fietsers en voetgangers

Als laatste stimuleert het netwerk een goede verbinding tussen provinciaal beleid en gemeentelijk wegbeheer. Er kan veel winst worden bereikt door relatief gemakkelijke maatregelen. Bijvoorbeeld knooppuntontwikkeling of investeringen in doorstromingsmaatregelen zijn goed voor de portemonnee en voor de reiziger. Andersom is het belangrijk dat een gemeente zeggenschap krijgt over het OV-aanbod.

Een goede samenwerking draagt bovendien bij aan een duidelijke visie op de hele vervoersketen. Waar het OV de verantwoordelijkheid is van de provincies, zijn gemeentes juist bezig met fiets- en voetgangersbeleid. In lang niet alle gebieden krijgen fietsers en voetgangers voldoende aandacht in het OV-beleid, terwijl deze modaliteiten wel een belangrijke aanvulling vormen op het openbaar vervoer.

“In enkele regio’s wordt voortvarend gewerkt aan de ontwikkeling van goede knooppunten tussen modaliteiten, zodat de reiziger op weg kan gaan met een optimaal aanbod. De ontwikkeling en het beheer van ketenvoorzieningen vraagt om het maken van goede beheersafspraken en het delen van investeringen.”

Auteur: Inge Jacobs

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.