Planning Public Transport Services Course

‘Internationale samenwerking helpt bij ontwikkeling ov-systemen’

Openbaar vervoer cursus
Op de Planning Public Transport Services Course worden deelnemers uitgedaagd met vernieuwende oplossingen te komen voor een werkend ov-systeem. Flickr / Bas Bogers

Om het openbaar vervoersysteem toekomstbestendig te maken, is het van groot belang een balans te vinden tussen traditioneel ov-beleid en nieuwe vormen van vervoer en diensten. Dat stelt onderzoeker Niels van Oort, co-directeur van het Smart Public Transport Lab van de TU Delft. Om mensen uit de ov-sector te inspireren en uit te dagen met vernieuwende ideeën en oplossingen te komen, wordt van 6 tot 9 juni de Planning Public Transport Services Course gegeven in Amsterdam.

De training beperkt zich niet tot het ontwerpen en plannen van traditioneel openbaar vervoer, zoals bus en trein. “Ook nieuwe vormen van vervoer en diensten komen aan bod, zoals flex-systemen en deelmobiliteit”, licht Van Oort toe. “Daarnaast is er aandacht voor bredere beleidsdoelen dan alleen bereikbaarheid, zoals inclusiviteit, ruimte en duurzaamheid.”

“Wereldwijd hebben we te maken met verschillende crises die ook hun impact hebben op de leefbaarheid en bereikbaarheid van onze steden en regio’s”, vervolgt de TU-onderzoeker. “Goed openbaar vervoer is een belangrijk onderdeel van de oplossing, maar is niet altijd een gegeven. Deze training biedt de deelnemers kennis en vaardigheden om een goed ov-netwerk te ontwerpen en te exploiteren.”

Verschillende perspectieven

Volgens professor Graham Currie, een vooraanstaand onderzoeker die verbonden is aan de Monash University in Australië en medesamensteller van de training, is het waardevol om ov-planning vanuit verschillende perspectieven te bekijken.

“Hier in Australië hebben we meer moeite om hoge kwaliteit op straat te leveren door enorme congestie en lage dichtheden. Daardoor is de kostendekkinsgraad ook laag. Echter, de uitbreidingen van het ov-systeem gaan snel hier om de enorme bevolkingsgroei op te vangen (grootste in de Westerse wereld). Dat dwingt ons ook om na te denken over het faciliteren van dikke stromen enerzijds en het bieden van inclusieve mobiliteit anderzijds. Dat wordt vaak gezien als tegenstelling, maar beide zijn door goede ov-planning en exploitatie geholpen. Dat dat niet eenvoudig is, zien we ook in de discussies in Nederland, waarvan ik vermoed dat ze gaan toenemen komende jaren.”

‘Good practices’

Internationale samenwerking komt de ontwikkeling van ov-systemen ten goede, zo stelt hij, ondanks dat maatschappelijke uitdagingen sterk wisselen per land en stad of regio. “Ook de bijpassende doelen die we met het ov benadrukken en nastreven, variëren sterk. De kracht van goed ov is juist ook om bij te dragen aan oplossingen voor de waaier aan uitdagingen.”

“Op het moment dat de uitdagingen veranderen, helpt het enorm als er elders al ‘good practices’ zijn om van te leren en die zijn er gelukkig heel veel”, vervolgt Currie. “Het leereffect is overigens nog sterker voor wereldwijde lessen van minder geslaagde of zelfs mislukte projecten of beleid. Of het nu bijvoorbeeld BRT-projecten, light rail plannen of flex-OV implementatie betreft.”

De training is ontwikkeld in samenwerking met de TU Delft, de Monash University en Technion, een Israëlisch technologie instituut. De Planning Public Transport Services Course vindt plaats van 6 tot 9 juni in Amsterdam.
Registreren kan hier.

Lees ook:

Auteur: Marloes Kanselaar

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.