Stadsregio onbevoegd voor gunning railvervoer aan RET

Pedro Peters, directeur RET, Jeanette Baljeu, wethouder van Vervoer

De stadsregio Rotterdam dient zeggenschap te krijgen over de RET, voordat het tram- en metrovervoer definitief aan de stadsvervoerder gegund kan worden. Dat is op dit moment nog niet het geval. Voordat het zover is, moet er een grote structuurwijziging worden gemaakt tussen de gemeente en de stadsregio. Stadsregio Rotterdam pakte deze zomer groots uit met het nieuws dat er een hoofdlijnenakkoord is gesloten met vervoerder RET over de onderhandse gunning van de concessie railvervoer vanaf december 2016. Op dit moment is de stadsregio echter nog niet bevoegd om deze concessie aan de RET te verlenen.

Aanbestedingsadvocaat Jeroen Bergevoet van Boot Advocaten: “De RET valt nu nog helemaal onder de gemeente. Om te kunnen inbesteden moet de stadsregio zeggenschap krijgen, net als over haar eigen diensten. Europese wetgeving staat een dergelijke structuurwijziging toe. Je kunt je wel afvragen of deze structuurwijziging een wenselijke gang van zaken is.”

Wet

Rotterdam doet met de keuze voor inbesteding van het railvervoer een beroep op ‘Wet Aanbestedingsvrijheid OV grote steden’ die eind 2012 is aangenomen. Deze wet maakt het mogelijk voor vier grote steden om een OV-concessie aan een eigen gemeentelijk vervoersbedrijf te verlenen, zonder dat daarvoor een aanbesteding voor nodig is.

Bergevoet: “Bij een beroep op deze wet dient men op het moment van gunning aan de voorwaarden te voldoen op het gebied van zeggenschap en toezicht. Dit kan bijvoorbeeld door middel van aandeelhouderschap. Maar omdat de gemeente 100 procent aandeelhouder is van de RET en niet de stadsregio en een aandelenoverdracht blijkbaar niet gewenst is, is er voor gekozen om dit op een andere manier te regelen.”

Zeggenschap

Woordvoerder Pieter Maessen van stadsregio Rotterdam: “We kiezen ervoor om te gaan inbesteden. Dat betekent dat er een verhouding moet komen dat de stadsregio zeggenschap krijgt. We zijn er mee bezig om dat te veranderen voordat de nieuwe concessie ingaat. We willen de stadsregio een aparte statutaire rol geven.”

Voorwaarde voor inbesteding is dat de RET dient te worden aangestuurd alsof het een eigen dienst is van de stadsregio. Volgens Maessen gebeurt dat op dit moment nog niet: “Wij sturen RET nu aan zoals we dat ook bij vervoerders zoals Arriva een Connexxion doen.”

Toezichthouders

Bergevoet: “Met een aanpassing van alleen de statuten zijn ze er nog niet. Het gaat er niet alleen om dat het op papier is vastgelegd, maar dat het in de praktijk ook wordt uitgevoerd. Als er geen eigendomsstructuur is of komt, dan zullen ze het op een andere manier moeten regelen.”

“Dat kan door de benoeming van bestuurders of toezichthouders. Verder dient daadwerkelijke invloed en zeggenschap op strategische en individuele (beheers)beslissingen vastgelegd te worden. Uiteindelijk is het zo nodig aan de rechter om te beoordelen of de zeggenschap voldoende is”, legt de advocaat uit.

Structuurwijziging

De wet ‘Aanbestingsvrijheid OV grote steden’ is in 2012 aangenomen om de vier grote steden de keuze te geven op het openbaar vervoer aan te besteden of in te besteden. Uit de structuurwijziging die er in Rotterdam op dit moment plaatsvindt, blijkt dat dit echter nog niet zo eenvoudig is.

Als de stadsregio na afloop van de nieuwe railconcessie besluit om de concessie te gaan aanbesteden, dient deze structuur opnieuw op de schop te gaan. Bergevoet: “Als de stadsregio daarna kiest voor Europees aanbesteden, dan moet de RET worden losgekoppeld van de stadsregio. Als dat niet zo is, kan de RET niet meedoen aan de aanbesteding omdat er dan sprake is van belangenverstrengeling.”

Gunning

Woordvoerder Frouke Albers van de RET: “Formeel gezien loopt de huidige concessie nog drie jaar. De nieuwe concessie van het hoofdlijnenakkoord gaat in 2017 van start. Het akkoord dat is gesloten is op hoofdlijnen. Allereerst wordt de zeggenschap van de stadsregio Rotterdam nu nader uitgewerkt. Deze uitwerking zal ruimschoots voor de definitieve gunning zijn afgerond.” Ook andere grote steden die het openbaar vervoer willen inbesteden, krijgen hiermee te maken.

Na de bestuursrechtelijke gunning kan er nog zes weken bezwaar worden gemaakt. Naar verwachting zullen diverse partijen hier bezwaar tegen maken.

Marieke van Gompel

Lees ook:

Auteur: Marieke van Gompel

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.