Rotterdam wil vanaf 2030 met zelfrijdende metro’s en trams rijden

Autonoom rijdende metro’s die elke 100 seconden vertrekken, trams die deels los van de bovenleiding kunnen rijden en snelle gestrekte buslijnen, aangevuld met taxi’s of zelfrijdende auto’s voor de last mile. Als het aan de gemeente Rotterdam ligt, verandert het OV in de stad in de komende twintig jaar flink. RET-directeur Maurice Unck spreekt van een ‘mooie ambitie’.

Dit blijkt uit de maandag gepresenteerde visie van de gemeente Rotterdam voor het openbaar vervoer voor de periode 2018-2040. De insteek van de gemeente bij deze visie is de wens dat het OV en de fiets samen een grote portie van het vervoer in de stad voor hun rekening nemen, omdat de stad ook in de toekomst bereikbaar moet blijven. Daarbij zijn investeringen van belang.

Dit tot vreugde van vervoerder RET. “Om een drukke regio als Rotterdam ook in de toekomst aantrekkelijk en financieel concurrerend te houden, zal er nu moeten worden geïnvesteerd in onder andere hoogfrequent metrovervoer, de ombouw van de Oude Lijn naar lightrailverbinding en hoogwaardige OV-verbindingen tussen de stadsassen”, reageert Unck.

Nieuwe visie

Het Rotterdamse vervoersysteem draait momenteel sterk op autoverkeer. Ongeveer 80 procent wordt op die manier afgelegd. De gemeente wil echter dat het gebruik van het OV in de hele regio toeneemt met 33 procent. Om dit voor elkaar te krijgen moet het OV een aantrekkelijk en een serieus alternatief worden voor de auto. Dit vereist een betere positionering van de tram ten opzichte van de metro in Rotterdam en een betere verknoping tussen tram, spoor en bus, het bundelen en versnellen op sterke assen voor de bus en versnelling van de reistijd.

Door in te zetten op het OV kan het hoofd worden geboden aan een groeiende vraag naar mobiliteit op een duurzame manier en het vormt een oplossing voor dreigende capaciteitsknelpunten. “De voorstellen in de OV-visie resulteren in een perspectief waarin het openbaar vervoer in combinatie met slim collectief vervoer de dominante stedelijke verplaatsingsvorm wordt”, schrijft wethouder Pex Langenberg, wethouder Mobiliteit, Duurzaamheid en Cultuur in de gemeente Rotterdam in de nieuwe visie.

RET is enthousiast over de visie. “Het is een mooie ambitie voor de toekomst van het OV in de regio Rotterdam”, aldus Unck. “De plannen van de gemeente Rotterdam tonen aan dat investeringen in mobiliteit broodnodig zijn en hoeveel er nog geïnvesteerd moet worden, bovenop de investering die het kabinet de komende jaren doet.”

Zelfrijdende metro’s

Er worden vooral veel kansen gezien voor het metronetwerk, want er moet op termijn toch geïnvesteerd worden in deze infrastructuur en nieuwe voertuigen. Zelfrijdende metro’s zijn hier het sleutelwoord. De verwachte groei in Rotterdam moet namelijk opgevangen kunnen worden door metro’s 30 keer per uur te laten rijden en dit is louter mogelijk door automatisering. Dit leidt er bovendien toe dat de reizigersgroei met 20 procent stijgen en de personeelskosten zullen dan niet langer bepalend zijn. Verder steekt de gemeente in op de ombouw van de Oude Lijn tot een derde metrolijn.

Daarbij erkent de gemeente de uitdagingen voor sociale veiligheid en in Rotterdam de interactie met het overig verkeer op de delen van metronet. Toch is het de verwachting dat autonome metro’s sneller te realiseren zijn dan zelfrijdende bussen of trams, al behoren die ook tot de mogelijkheden. Vandaar dat de gemeente inzet op het delen van zelfrijdende voertuigen op de first & last mile in rustige grensgebieden, in combinatie met snel en hoogfrequent OV. Er worden momenteel in de regio al pilots opgezet met zelfrijdende voertuigen door de MRDH.

Draadloze trams

Ook het tramsysteem verandert flink, als het aan Rotterdam ligt. Nu al zijn er enkele grote uitdagingen voor het vervoer per tram in de stad. Op bepaalde plekken wordt de fiets steeds populairder ten koste van tram, de gemiddelde snelheid is relatief laag en de verknoping met andere OV-modaliteiten is beperkt. “Al deze factoren vragen om een betere positionering van de tram ten opzichte van de metro in Rotterdam en een betere verknoping van tram en spoor, ook op Zuid. Belangrijk is de reissnelheid op het netwerk te verbeteren, door snellere schakels toe te voegen.”

Bij trams is geld te besparen omdat de traminfrastructuur nu overal onderhouden dient te worden moet worden en met name in de uitlopers van het tramnet zijn de kosten per reiziger voor het onderhoud relatief erg hoog. Een oplossing hiervoor is door het tramvervoer aan de randen van de stad ‘bovenleidingloos’ uit te voeren. Dit vereist weliswaar investeringen in accu’s, maar zorgt ook voor flink lagere onderhoudskosten.

Financiële bijdrage

Voor het uitvoeren van deze visie moet nog wel geld gevonden worden. Met de huidige middelen die de MRDH ontvangt, is weinig ruimte voor investeringen en moet zelfs bespaard worden. Dat is voor de gemeente echter geen optie omdat er moet worden ingespeeld op de capaciteitsvraagstukken in de stad, de ontsluiting van nieuwe bouwlocaties, vervanging en onderhoud van het metrosysteem en innovatie. Als de BDU niet wordt verhoogd, zullen de investeringen in infrastructuur moeten worden gedekt uit besparingen op andere plekken.

“Alles bij elkaar ligt hier een enorme opgave voor de dekking van de kosten van het OV in de Rotterdamse regio”, stelt de gemeente. “De kosten van beheer en onderhoud van de infrastructuur belasten een steeds groter deel van de BDU. Dit beperkt steeds meer de mogelijkheden om nieuwe investeringen te dekken en om het net uit te breiden. Het vormt de aanleiding voor de vervoerregio’s om met het Rijk in gesprek te gaan over de mogelijkheden om de BDU te verhogen. Het dekken van de kosten van investeringen – zoals voor aanleg van nieuwe infrastructuur – is wellicht ook mogelijk door het vinden van andere financiering, bijvoorbeeld via concrete projecten in het kader van het MIRT.”

Termijn

De gemeente Rotterdam is van plan meteen aan de slag te gaan met de uitvoering van deze nieuwe visie en die ambitie wordt gedeeld door vervoerder RET. Tot aan 2022 gaat het met name om HOV-verbindingen en pilots met autonoom rijden, de integratie tussen OV en doelgroepenvervoer en een nadere uitwerking van de herstructurering van het tram- en busnetwerk.

Tot aan 2029 staan vooral spoor- en stationswerkzaamheden op de agenda. Op de Oude Lijn moeten lightrail-treinen 8 tot 10 keer per uur gaan rijden, op het metrosysteem moet de frequentie omhoog, de integrale viersporigheid op de Oude Lijn tussen Schiedam en Delft-Zuid dient te worden gerealiseerd en er moet een nieuwe railverbinding komen tussen Hart van Zuid en Feyenoord City en de introductie van de deels geautomatiseerde trams.

Vanaf 2030 moeten de laatste stappen gezet worden voor de gewenste kwaliteitssprong in het openbaar vervoer in Rotterdam. Het gaat dan om het laten rijden van 12 lightrail-voertuigen op de Oude Lijn, de realisatie van de metrostations Entrepot, Van Nelle Fabriek en Schiedam-Kethel, de introductie van automatische metro’s op lijnen C en D vanaf 2030 en op lijn A, B en E vanaf 2040.

Auteur: Inge Jacobs

3 reacties op “Rotterdam wil vanaf 2030 met zelfrijdende metro’s en trams rijden”

baxspace|14.11.17|13:10

(1) Door de lappendeken van bedrijven die het OV voor hun rekening nemen is het lastig organiseren, lijkt me. HTM, Arriva, Connexxion, RET, NS en steeds wisselend per zoveel jaar. In België heeft men in vrijwel geheel Vlaanderen heeft De Lijn, naar het publiek toe alvast één gezicht. Ook wordt een en ander gepresenteerd of het iets nieuws is, terwijl een kind snapt dat de lijn tussen Schiedam en Delft een verkeerstechnische aanfluiting is.

baxspace|14.11.17|13:12

(2) Ook het feit dat Den Haag CS niet echt centraal is en een kopstation is speelt nu parten. Misschien de metro van Den Haag HS ondergronds langs Den Haag CS richting Leiden CS, vv.? Het zou niet alleen een Rotterdams verhaal moetten zijn, maar een RandstadRail-verhaal. Van Zuid Holland, dan, dus van Dordrecht tot Leiden en terug, integraal. Dan pas zal het wat worden. Sowieso metro E doortrekken Den Haag in. Wie heeft visie? Daar komt het op aan. En euro’s. Maar het is voor de toekomst!

Eric Struch|14.11.17|17:57

Als oud-projectleider van de light rail proef op de spoorlijn Gouda-Alphen begrijp ik nog niet de meerwaarde van ombouw van de Oude Lijn tot light rail/ metro lijn. Het recept werkte goed op Zoetermeer- en Hofpleinlijn dankzij de specifieke omstandigheden daar. Maar daarmee is het niet automatisch voor elke andere spoorlijn zinvol. Ik ben dus wel heel benieuwd naar de onderbouwing.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Rotterdam wil vanaf 2030 met zelfrijdende metro’s en trams rijden | OVPro.nl

Rotterdam wil vanaf 2030 met zelfrijdende metro’s en trams rijden

Autonoom rijdende metro’s die elke 100 seconden vertrekken, trams die deels los van de bovenleiding kunnen rijden en snelle gestrekte buslijnen, aangevuld met taxi’s of zelfrijdende auto’s voor de last mile. Als het aan de gemeente Rotterdam ligt, verandert het OV in de stad in de komende twintig jaar flink. RET-directeur Maurice Unck spreekt van een ‘mooie ambitie’.

Dit blijkt uit de maandag gepresenteerde visie van de gemeente Rotterdam voor het openbaar vervoer voor de periode 2018-2040. De insteek van de gemeente bij deze visie is de wens dat het OV en de fiets samen een grote portie van het vervoer in de stad voor hun rekening nemen, omdat de stad ook in de toekomst bereikbaar moet blijven. Daarbij zijn investeringen van belang.

Dit tot vreugde van vervoerder RET. “Om een drukke regio als Rotterdam ook in de toekomst aantrekkelijk en financieel concurrerend te houden, zal er nu moeten worden geïnvesteerd in onder andere hoogfrequent metrovervoer, de ombouw van de Oude Lijn naar lightrailverbinding en hoogwaardige OV-verbindingen tussen de stadsassen”, reageert Unck.

Nieuwe visie

Het Rotterdamse vervoersysteem draait momenteel sterk op autoverkeer. Ongeveer 80 procent wordt op die manier afgelegd. De gemeente wil echter dat het gebruik van het OV in de hele regio toeneemt met 33 procent. Om dit voor elkaar te krijgen moet het OV een aantrekkelijk en een serieus alternatief worden voor de auto. Dit vereist een betere positionering van de tram ten opzichte van de metro in Rotterdam en een betere verknoping tussen tram, spoor en bus, het bundelen en versnellen op sterke assen voor de bus en versnelling van de reistijd.

Door in te zetten op het OV kan het hoofd worden geboden aan een groeiende vraag naar mobiliteit op een duurzame manier en het vormt een oplossing voor dreigende capaciteitsknelpunten. “De voorstellen in de OV-visie resulteren in een perspectief waarin het openbaar vervoer in combinatie met slim collectief vervoer de dominante stedelijke verplaatsingsvorm wordt”, schrijft wethouder Pex Langenberg, wethouder Mobiliteit, Duurzaamheid en Cultuur in de gemeente Rotterdam in de nieuwe visie.

RET is enthousiast over de visie. “Het is een mooie ambitie voor de toekomst van het OV in de regio Rotterdam”, aldus Unck. “De plannen van de gemeente Rotterdam tonen aan dat investeringen in mobiliteit broodnodig zijn en hoeveel er nog geïnvesteerd moet worden, bovenop de investering die het kabinet de komende jaren doet.”

Zelfrijdende metro’s

Er worden vooral veel kansen gezien voor het metronetwerk, want er moet op termijn toch geïnvesteerd worden in deze infrastructuur en nieuwe voertuigen. Zelfrijdende metro’s zijn hier het sleutelwoord. De verwachte groei in Rotterdam moet namelijk opgevangen kunnen worden door metro’s 30 keer per uur te laten rijden en dit is louter mogelijk door automatisering. Dit leidt er bovendien toe dat de reizigersgroei met 20 procent stijgen en de personeelskosten zullen dan niet langer bepalend zijn. Verder steekt de gemeente in op de ombouw van de Oude Lijn tot een derde metrolijn.

Daarbij erkent de gemeente de uitdagingen voor sociale veiligheid en in Rotterdam de interactie met het overig verkeer op de delen van metronet. Toch is het de verwachting dat autonome metro’s sneller te realiseren zijn dan zelfrijdende bussen of trams, al behoren die ook tot de mogelijkheden. Vandaar dat de gemeente inzet op het delen van zelfrijdende voertuigen op de first & last mile in rustige grensgebieden, in combinatie met snel en hoogfrequent OV. Er worden momenteel in de regio al pilots opgezet met zelfrijdende voertuigen door de MRDH.

Draadloze trams

Ook het tramsysteem verandert flink, als het aan Rotterdam ligt. Nu al zijn er enkele grote uitdagingen voor het vervoer per tram in de stad. Op bepaalde plekken wordt de fiets steeds populairder ten koste van tram, de gemiddelde snelheid is relatief laag en de verknoping met andere OV-modaliteiten is beperkt. “Al deze factoren vragen om een betere positionering van de tram ten opzichte van de metro in Rotterdam en een betere verknoping van tram en spoor, ook op Zuid. Belangrijk is de reissnelheid op het netwerk te verbeteren, door snellere schakels toe te voegen.”

Bij trams is geld te besparen omdat de traminfrastructuur nu overal onderhouden dient te worden moet worden en met name in de uitlopers van het tramnet zijn de kosten per reiziger voor het onderhoud relatief erg hoog. Een oplossing hiervoor is door het tramvervoer aan de randen van de stad ‘bovenleidingloos’ uit te voeren. Dit vereist weliswaar investeringen in accu’s, maar zorgt ook voor flink lagere onderhoudskosten.

Financiële bijdrage

Voor het uitvoeren van deze visie moet nog wel geld gevonden worden. Met de huidige middelen die de MRDH ontvangt, is weinig ruimte voor investeringen en moet zelfs bespaard worden. Dat is voor de gemeente echter geen optie omdat er moet worden ingespeeld op de capaciteitsvraagstukken in de stad, de ontsluiting van nieuwe bouwlocaties, vervanging en onderhoud van het metrosysteem en innovatie. Als de BDU niet wordt verhoogd, zullen de investeringen in infrastructuur moeten worden gedekt uit besparingen op andere plekken.

“Alles bij elkaar ligt hier een enorme opgave voor de dekking van de kosten van het OV in de Rotterdamse regio”, stelt de gemeente. “De kosten van beheer en onderhoud van de infrastructuur belasten een steeds groter deel van de BDU. Dit beperkt steeds meer de mogelijkheden om nieuwe investeringen te dekken en om het net uit te breiden. Het vormt de aanleiding voor de vervoerregio’s om met het Rijk in gesprek te gaan over de mogelijkheden om de BDU te verhogen. Het dekken van de kosten van investeringen – zoals voor aanleg van nieuwe infrastructuur – is wellicht ook mogelijk door het vinden van andere financiering, bijvoorbeeld via concrete projecten in het kader van het MIRT.”

Termijn

De gemeente Rotterdam is van plan meteen aan de slag te gaan met de uitvoering van deze nieuwe visie en die ambitie wordt gedeeld door vervoerder RET. Tot aan 2022 gaat het met name om HOV-verbindingen en pilots met autonoom rijden, de integratie tussen OV en doelgroepenvervoer en een nadere uitwerking van de herstructurering van het tram- en busnetwerk.

Tot aan 2029 staan vooral spoor- en stationswerkzaamheden op de agenda. Op de Oude Lijn moeten lightrail-treinen 8 tot 10 keer per uur gaan rijden, op het metrosysteem moet de frequentie omhoog, de integrale viersporigheid op de Oude Lijn tussen Schiedam en Delft-Zuid dient te worden gerealiseerd en er moet een nieuwe railverbinding komen tussen Hart van Zuid en Feyenoord City en de introductie van de deels geautomatiseerde trams.

Vanaf 2030 moeten de laatste stappen gezet worden voor de gewenste kwaliteitssprong in het openbaar vervoer in Rotterdam. Het gaat dan om het laten rijden van 12 lightrail-voertuigen op de Oude Lijn, de realisatie van de metrostations Entrepot, Van Nelle Fabriek en Schiedam-Kethel, de introductie van automatische metro’s op lijnen C en D vanaf 2030 en op lijn A, B en E vanaf 2040.

Auteur: Inge Jacobs

3 reacties op “Rotterdam wil vanaf 2030 met zelfrijdende metro’s en trams rijden”

baxspace|14.11.17|13:10

(1) Door de lappendeken van bedrijven die het OV voor hun rekening nemen is het lastig organiseren, lijkt me. HTM, Arriva, Connexxion, RET, NS en steeds wisselend per zoveel jaar. In België heeft men in vrijwel geheel Vlaanderen heeft De Lijn, naar het publiek toe alvast één gezicht. Ook wordt een en ander gepresenteerd of het iets nieuws is, terwijl een kind snapt dat de lijn tussen Schiedam en Delft een verkeerstechnische aanfluiting is.

baxspace|14.11.17|13:12

(2) Ook het feit dat Den Haag CS niet echt centraal is en een kopstation is speelt nu parten. Misschien de metro van Den Haag HS ondergronds langs Den Haag CS richting Leiden CS, vv.? Het zou niet alleen een Rotterdams verhaal moetten zijn, maar een RandstadRail-verhaal. Van Zuid Holland, dan, dus van Dordrecht tot Leiden en terug, integraal. Dan pas zal het wat worden. Sowieso metro E doortrekken Den Haag in. Wie heeft visie? Daar komt het op aan. En euro’s. Maar het is voor de toekomst!

Eric Struch|14.11.17|17:57

Als oud-projectleider van de light rail proef op de spoorlijn Gouda-Alphen begrijp ik nog niet de meerwaarde van ombouw van de Oude Lijn tot light rail/ metro lijn. Het recept werkte goed op Zoetermeer- en Hofpleinlijn dankzij de specifieke omstandigheden daar. Maar daarmee is het niet automatisch voor elke andere spoorlijn zinvol. Ik ben dus wel heel benieuwd naar de onderbouwing.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.