rolstoel, passagier, bus, Breng

Minder klachten over toegankelijkheid OV

Het College voor de Rechten van de Mens heeft in 2017 minder klachten ontvangen over slechte toegankelijkheid in het openbaar vervoer dan een jaar eerder. In 2016 dienden reizigers acht keer een klacht in, omdat ze het gevoel hadden bij de toegang tot het OV gediscrimineerd te worden. Afgelopen jaar werden er slechts twee verzoeken ingediend om onderzoek te doen naar de toegang in het openbaar vervoer.  

Het ging hier om een situatie waarbij een reiziger in een rolstoel wilde meereizen met een normale lijnbus vaanf station Alkmaar en om een situatie, waarbij een man in een rolstoel de toegang tot een buurtbus in een Noord-Hollandse gemeente werd ontzegd. Het College heeft in beide zaken geoordeeld dat hier geen sprake was van discriminatie.

Zaken

Bij de zaak rondom de buurtbus, is het probleem dat op verschillende plekken in Noord-Holland de buurtbussen de reguliere bussen hebben vervangen. Daarbij is ervoor gekozen om geen rolstoelen toe te laten tot de buurtbussen. De reiziger heeft hiertegen aangedragen dat hij wordt gediscrimineerd op grond van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Maar de buurtbus is een auto zoals bedoeld in de Wet personenvervoer 2000 en daarop is die wet niet van toepassing.

In de andere zaak voelde een reiziger in een rolstoel zich benadeeld, door de manier waarop twee chauffeurs haar hadden behandeld toen ze met haar begeleider met de normale lijnbus mee wilde. Zo zouden de chauffeurs de bus niet hebben laten knielen en beledigende opmerkingen hebben gemaakt. Omdat de reiziger wel met de bus mee heeft kunnen reizen door de rolstoelplank, vindt het College toch dat er geen sprake is van discriminatie.

Wel meende het College voor de Rechten van de Mens dat de reiziger discriminatoir bejegend is en dat haar klacht bij de vervoerder onzorgvuldig behandeld is. “De chauffeurs hebben door de wijze van communiceren in het bijzijn van andere passagiers en de gekozen bewoordingen de vrouw vanwege haar beperking als minderwaardig neergezet”, luidt het oordeel. “Ook hebben ze haar in een negatief daglicht geplaatst.”

Daling

Het College voor de Rechten van de Mens heeft het afgelopen jaar in totaal meer klachten gekregen, maar dus niet op dit thema. Normaal krijgt het College ongeveer twee klachten binnen, maar 2016 was een uitzondering. De toegankelijkheid van het openbaar vervoer kwam op dat moment ook onder vuur te liggen door een zaak die door twee rolstoelgebruikers werd aangespannen tegen de Haagse vervoerder HTM. Vanwege veiligheid liet de vervoerder geen elektrische rolstoelen toe in de bussen.

Als reactie daarop liet het College voor de Rechten van de Mens een landelijk onderzoek uitvoeren naar de toegankelijkheid van OV-bussen. Daarin werd geconcluderd dat het openbaar vervoer nog niet optimaal toegankelijk is voor mensen in een rolstoel. Met name in het stadsvervoer waren nog wel enkele verbeteringen op te merken. Het College legde daarbij ook de verantwoordelijkheid bij de concessieverleners, die de bepaling voor rolstoelvervoer beter vast moeten stellen in de Programma’s van Eisen.

Lees ook:

Auteur: Inge Jacobs

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Minder klachten over toegankelijkheid OV | OVPro.nl
rolstoel, passagier, bus, Breng

Minder klachten over toegankelijkheid OV

Het College voor de Rechten van de Mens heeft in 2017 minder klachten ontvangen over slechte toegankelijkheid in het openbaar vervoer dan een jaar eerder. In 2016 dienden reizigers acht keer een klacht in, omdat ze het gevoel hadden bij de toegang tot het OV gediscrimineerd te worden. Afgelopen jaar werden er slechts twee verzoeken ingediend om onderzoek te doen naar de toegang in het openbaar vervoer.  

Het ging hier om een situatie waarbij een reiziger in een rolstoel wilde meereizen met een normale lijnbus vaanf station Alkmaar en om een situatie, waarbij een man in een rolstoel de toegang tot een buurtbus in een Noord-Hollandse gemeente werd ontzegd. Het College heeft in beide zaken geoordeeld dat hier geen sprake was van discriminatie.

Zaken

Bij de zaak rondom de buurtbus, is het probleem dat op verschillende plekken in Noord-Holland de buurtbussen de reguliere bussen hebben vervangen. Daarbij is ervoor gekozen om geen rolstoelen toe te laten tot de buurtbussen. De reiziger heeft hiertegen aangedragen dat hij wordt gediscrimineerd op grond van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Maar de buurtbus is een auto zoals bedoeld in de Wet personenvervoer 2000 en daarop is die wet niet van toepassing.

In de andere zaak voelde een reiziger in een rolstoel zich benadeeld, door de manier waarop twee chauffeurs haar hadden behandeld toen ze met haar begeleider met de normale lijnbus mee wilde. Zo zouden de chauffeurs de bus niet hebben laten knielen en beledigende opmerkingen hebben gemaakt. Omdat de reiziger wel met de bus mee heeft kunnen reizen door de rolstoelplank, vindt het College toch dat er geen sprake is van discriminatie.

Wel meende het College voor de Rechten van de Mens dat de reiziger discriminatoir bejegend is en dat haar klacht bij de vervoerder onzorgvuldig behandeld is. “De chauffeurs hebben door de wijze van communiceren in het bijzijn van andere passagiers en de gekozen bewoordingen de vrouw vanwege haar beperking als minderwaardig neergezet”, luidt het oordeel. “Ook hebben ze haar in een negatief daglicht geplaatst.”

Daling

Het College voor de Rechten van de Mens heeft het afgelopen jaar in totaal meer klachten gekregen, maar dus niet op dit thema. Normaal krijgt het College ongeveer twee klachten binnen, maar 2016 was een uitzondering. De toegankelijkheid van het openbaar vervoer kwam op dat moment ook onder vuur te liggen door een zaak die door twee rolstoelgebruikers werd aangespannen tegen de Haagse vervoerder HTM. Vanwege veiligheid liet de vervoerder geen elektrische rolstoelen toe in de bussen.

Als reactie daarop liet het College voor de Rechten van de Mens een landelijk onderzoek uitvoeren naar de toegankelijkheid van OV-bussen. Daarin werd geconcluderd dat het openbaar vervoer nog niet optimaal toegankelijk is voor mensen in een rolstoel. Met name in het stadsvervoer waren nog wel enkele verbeteringen op te merken. Het College legde daarbij ook de verantwoordelijkheid bij de concessieverleners, die de bepaling voor rolstoelvervoer beter vast moeten stellen in de Programma’s van Eisen.

Lees ook:

Auteur: Inge Jacobs

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.