Punctualiteit regionale vervoerders opnieuw hoger dan NS

Marion Gout, directeur, ProRail

De punctualiteit van de regionale vervoerders is in het eerste half jaar van 2012 drie tot vier procent hoger dan dat van de NS. Ook in 2011 scoorden de regionale vervoerders hoger dan het nationale spoorbedrijf. Het patroon in de punctualiteit loopt bij de verschillende vervoerders ongeveer gelijk. Zowel de regionale vervoerders als de NS hadden in februari een dip in de punctualiteit vanwege het winterweer. Dat maakte ProRail dinsdag bekend bij de presentatie van de halfjaarcijfers.

Volgens directeur Marion Gout hebben de verschillen van de prestaties tussen de regionale vervoerders en NS deels te maken met de complexiteit van het spoor. “De spoorlijnen van de regionale vervoerders zijn minder complex en ook de dienstregeling is minder ingewikkeld. Wat ook een rol speelt is dat het personeel van de regionale vervoerders bij de trein blijft.”

Punctualiteit verhogen

ProRail stelt dat de totale punctualiteit in het eerste half jaar van 2012 met 89,5 procent ongeveer op hetzelfde niveau is gebleven ten opzichte van 2011. Het gaat hierom treinen die niet langer dan drie minuten te laat zijn. Vorig jaar was er een recordscore voor wat betreft de punctualiteit van 89,9 procent. In de cijfers zijn de regionale vervoerders, het hoofdrailnet en internationale treinen op het Nederlandse net meegenomen.

Volgens Gout zijn de cijfers positief, maar kan en moet het nog beter. “Het spoor moet veiliger, betrouwbaarder en groener worden.” ProRail wil dat de punctualiteit in 2015 tot 95 procent is verhoogd. Verder moeten vermijdbare ongevallen en vermijdbare verstoringen volgens haar naar nul worden teruggebracht.

Verstoringen treinverkeer

De verstoringen van het treinverkeer worden in de eerste helft van 2012 grotendeels veroorzaakt door techniek (41 procent) en verstoringen van buitenaf (42 procent). Ook bouwwerkzaamheden (6 procent), weersomstandigheden (6 procent) en onderhoudswerkzaamheden (3 procent) spelen een rol. ProRail verwacht met name de treinverstoringen door derden, techniek en uitlopende werkzaamheden nog verder terug te brengen.

Spoorlopen blijft een moeilijk op te lossen probleem. ProRail nam verschillende maatregelen hier tegen zoals het geven van voorlichting op scholen, het inzetten van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) en het plaatsen van hekwerken. Volgens financieel directeur Eric Steeghs is spoorlopen een maatschappelijk probleem en blijken de maatregelen slechts een beperkte impact te hebben.

Rood sein passages

ProRail neemt samen met de spoorbranche maatregelen om het aantal gemiste rode seinen nog verder terug te dringen. Het aantal keren dat een machinist voor een rood sein komt te staan wordt verminderd. Het aantal treinen dat elkaar moet passeren over het zelfde spoor wordt beperkt en er wordt voldoende tijd ingepland tussen de kruisende bewegingen van treinen.

Ook is versneld gestart met het aanpassen van het veiligheidssysteem (ATBvv) op 425 locaties in Nederland. Naar verwachting zijn eind 2012 circa 1600 seinen voorzien van ATBvv.

Stationsprojecten

Er is in de eerste helft van het jaar ruim 500 miljoen euro uitgegeven aan spoor- en stationsprojecten. Hieronder vallen onder meer de grote stationsverbouwingen in Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Den Haag, Zwolle en Breda en het project Spoorzone Delft. Het project Spoorzone Delft bestaat onder meer uit een 2500 meter lange spoortunnel met ruimte voor vier sporen, een ondergronds station en een ondergrondse parkeergarage.

ProRail heeft onlangs de capaciteitsverdeling voor 2013 afgerond. De spoorbeheerder heeft alle treinritten van alle vervoerders bij elkaar gebracht en gaat volgend jaar uit van 3,3 miljoen treinritten over het spoor. Dit is een stijging van 100.000 ten opzichte van de dienstregeling in 2012.

Winststijging

De winst van ProRail is gestegen van 41 miljoen euro in het eerste half jaar van 2011 naar 48 miljoen euro in het eerste half jaar van 2012.

Marieke van Gompel

Auteur: Bart Pals

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.