Verscherpt toezicht NS en ProRail na treinongeluk
De Inspectie voor Leefomgeving en Transport heeft ProRail en de NS onder verscherpt toezicht gesteld. De inspectie vindt dat de NS en ProRail de veiligheidsrisico’s van de dienstregeling bij de treinbotsing op 21 april bij Amsterdam Westerpark onvoldoende heeft meegewogen. Die was aangepast vanwege werkzaamheden op het traject.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) concludeert dinsdag in een rapport dat de treinen te dicht op elkaar reden. Door de werkzaamheden moesten een sprinter en een intercity over hetzelfde spoor rijden. Bovendien reed rond dit tijdstip een goederentrein afwijkend van de dienstregeling op het andere spoor. Daardoor kon de tegemoetkomende intercity niet tijdig het spoor vrijmaken voor de sprinter.
Rood sein
De sprinter moest daarom voor een rood sein wachten tot intercity was gepasseerd. De machinist mistte het rode sein echter en daarna botsten de twee treinen op elkaar.
Ook de verkeersleiding en de beveiligingstechniek merkten niet dat de sprinter door een rood sein was gereden, concludeert OVV. De machinist kreeg daardoor geen waarschuwing dat hij door het rode sein gepasseerd was en ook werd de trein niet automatisch tot stilstand gebracht.
Slachtofferregistratie
Bij de treinbotsing bij Amsterdam Westerpark raakten tenminste 190 van de ruim 425 inzittenden gewond, van wie 24 ernstig. Een van de slachtoffer overleed een dag later aan haar verwondingen.
De inspectie voor Veiligheid en Justitie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg concluderen in een gezamenlijk rapport dat de slachtofferregistratie bij de treinbotsing niet goed was geregeld. De spreiding van gewonden verliep ‘geïmproviseerd en ongestructureerd’.
Botsveiligheid
De inspecties gaan verder onderzoeken in hoeverre de veiligheidsregio’s voorbereid zijn op slachtofferregistratie, prioritering van slachtoffers, gewondenspreiding en bovenregionale ambulancebijstand bij incidenten met een groot aantal slachtoffers. Dit rapport wordt naar verwachting eind april 2013 gepubliceerd.
Volgens OVV heeft de NS bij de aanschaf van de treinen geen rekening gehouden met de botsveiligheid van het interieur. Volgens de onderzoeksraad is de NS de wettelijke zorgplicht voor veiligheid hiermee niet nagekomen. De huidige regelgeving op het gebied van botsveiligheid sluit niet aan bij de actuele techniek.
Onnodig kwetsbaar
Volgens OVV hadden NS en ProRail meer kunnen doen om rode seinen te voorkomen. De aangepaste planning van de NS vanwege werkzaamheden was te krap en strijdig met de normen van spoorbeheerder ProRail. Dit werd door ProRail niet opgemerkt. De planning was daardoor die dag onnodig kwetsbaar voor verstoringen en leidde in de praktijk tot rode seinen.
Marieke van Gompel
Lees ook: Meer aandacht voor botsveiligheid bij aanschaf treinen
