UITP-congres: Europese certificering treinen maakt banengroei mogelijk

Als EU-lidstaten ermee instemmen om in het buitenland gemaakte treinen sneller op hun nationale spoorlijnen toe te staan, zou dat een hoop banen opleveren. Dat beweert João Aguiar Machado, hoogste ambtenaar van de transportafdeling van de Europese Commissie. EU-lidstaten focussen zich in de uitvoering van het Vierde Spoorpakket zozeer op spoorveiligheid, dat ze nauwelijks oog hebben voor de mogelijkheden op arbeidsmarktniveau. “Daarmee laten ze kansen liggen”.

De hoge ambtenaar deed de uitspraak tijdens een sessie vorige week op het UITP-congres waarin de voortgang van het Vierde Spoorpakket werd behandeld. Met dat pakket maatregelen wil de Europese Commissie nationale wetgeving overvleugelen en bureaucratie verminderen. Tegelijk moet het de positie van het Europees spoorvervoer verbeteren. Op dit moment wordt toelating van treinmateriaal per lidstaat geregeld. De EU wil dat er één systeem komt.

“Certificering op Europees niveau regelen in plaats van per lidstaat bespaart veel geld. Dat geld kan naar banen gaan”, aldus Machado. De EC pleit al langer voor één certificering voor alle EU-lidstaten. Treinen moeten dan door heel Europa kunnen worden (her)gebruikt. Het duurde bijvoorbeeld heel lang voordat de gedoemde Fyra-treinen waren gecertificeerd die NS vanuit Italië naar Nederland haalde.

Pijnpunt

De sessie ging naast banengroei vooral over duurzaamheid, allebei zaken waar iedereen het belang wel van inziet. Daarmee ontweken de deelnemers aan de sessie handig het grote pijnpunt van het Spoorpakket: De commissie had graag gezien dat al het spoor in Europa vanaf 2019 openbaar wordt aanbesteed. Door protesten van lidstaten als Duitsland, Frankrijk en Nederland is die eis behoorlijk afgezwakt.

Toen het over liberalisering dreigde te gaan, reageerde Raffaele Cattaneo, die namens de Italiaanse provincie Lombardije zitting heeft in het comité van de regio’s, fluks dat marktwerking geen doel op zich moet zijn. Cattaneo: “Liberalisering kan een nuttig gereedschap zijn om service te verbeteren. Dat wil niet zeggen dat een openbare aanbesteding altijd de beste keuze is.”

Aanbesteding

Volgens de Italiaan moeten steden en regio’s hun eigen favoriete aanbestedingsmethode mogen kiezen. Wel zei hij voorstander te zijn van simpeler regelgeving voor internationaal treinvervoer. Een belangrijke raison d’etre van het regiocomité is erop toezien dat de Europese Unie wegblijft van zaken waar het zich niet mee heeft te bemoeien, het zogeheten subsidiariteitsbeginsel.

De sessie bleek voor de deelnemers verder een geschikt moment om hun Europese stokpaardjes te berijden. In een videoboodschap herhaalde Eurocommissaris voor Transport Violeta Bulc de toewijding van de commissie aan reductie van CO2-uitstoot, verdere digitalisering van reisinformatie over de grens, de overgang naar alternatieve brandstoffen en elektrisch rijden en oplossingen voor grensoverschrijdend goederenvervoer.

Digitalisering

De Finse Merja Kyllönen, die namens de Groene fractie in het Europarlement zit, noemde digitalisering een onmisbare tool om klimaatdoelstellingen te halen, ‘belangrijker dan nieuwe wegen, parkeerplaatsen en garages.’ De illegale snorderdienst Uber zou omarmd moeten worden, maar ‘wetgevers en beroepsorganisaties weten niet hoe ze met dit soort innovatieve diensten om moeten gaan’.

Volgens de Finse maken twintig miljoen Europeanen al gebruik van een vorm van ridesharing. “Als politici moeten we dit soort initiatieven ruimte geven, niet alleen obstakels opwerpen.”

Protest

Verregaande liberalisering van het reizigersvervoer per spoor vanaf 2019 is een belangrijke pijler van het Vierde Spoorpakket. Onder luid protest van EU-lidstaten als Duitsland en Frankrijk is die eis destijds afgezwakt. De Europese Commissie wilde lidstaten verplichten om holdings waarin zowel spoorbeheer als -vervoer zijn ondergebracht, zoals bij Deutsche Bahn en het Franse SNCF, op te splitsen. Na de felle weerstand vanuit deze lidstaten werden deze plannen afgezwakt.

Ook het Europarlement wilde dat het mogelijk zou blijven om onder bepaalde voorwaarden het spoorvervoer onderhands te gunnen aan een nationale spoorwegmaatschappij. Als aan het einde van de contractperiode de efficiency onder de maat is, dan kan de marktautoriteit (in Nederland de Autoriteit Consument en Markt, ACM) de staat verplichten om een spoorconcessie openbaar aan te besteden.

Martijn van Best

Lees ook:

Auteur: admin

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.