Zeven extra onderzoeken bepalen marktordening spoor

Staatssecretaris Stientje van Veldhoven laat tot 2020 nog zeven onderzoeken uitvoeren om een verantwoorde keuze te maken over een mogelijke aanbesteding van het Nederlandse hoofdrailnet. Het gaat dan onder andere om een onderzoek naar de prestaties op de HSL-Zuid en de effecten van het Vierde Spoorpakket en een quick scan over de decentralisatie van sprinterdiensten. Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer over haar aanpak voor de marktordening op het spoor. 

Circa een jaar geleden kwamen de onderzoekers Van der Vlist en Van den Berg met hun rapport over de ordening en sturing op het spoor na 2024. In dit rapport werden verschillende scenario’s voor marktordening onder de loep genomen, maar uiteindelijk spraken de auteurs geen voorkeur uit.

Wel adviseerden ze het ministerie om extra informatie te verzamelen, om daarmee in 2019 – na de midterm review van NS – een besluit te nemen. De staatssecretaris pakt dit op door verschillende onderwerpen verder te onderzoeken. Hiermee wil ze duidelijk krijgen wat het vergt om het hoofdrailnet aan te besteden en welke gevolgen dit heeft voor de continuïteit in de spoorsector.

Bouwstenen

“Ik wil een besluit over de ordening zorgvuldig en stapsgewijs doen met behoud van het goede, verbetering van de zwaktes en door toekomstige ontwikkelingen in acht te nemen”, schrijft de ambtsvrouw in haar brief. Ze wil onder meer weten wat de effecten kunnen zijn van een mogelijke aanbesteding van het hoofdrailnet, vraagt extra informatie over zowel het binnenlandse als het buitenlandse vervoer over de HSL en wacht met haar besluit over de ordening tot de gevolgen van het Vierde Spoorpakket duidelijker zijn.

Bovendien wil ze de ambities uit het Regeerakkoord onder de loep nemen. Dan gaat het bijvoorbeeld om het aanbesteden van sprinterdiensten die nu nog onder het hoofdrailnet vallen en de verschillende opties voor eigendom en exploitatie van de treinstations. In het voorjaar van 2020 moet ze alle informatie hierover bij elkaar hebben en zal ze haar besluit bekend maken.

Midterm review NS

De keuze om de hoofdrailnetconcessie niet langer onderhands te gunnen aan NS, wordt sterk beïnvloed door de prestaties van NS in 2019. De hoofdrailnetconcessie is dan op de helft en het is dus een goed moment om te kijken of NS de streefwaarden heeft gehaald en hoe de HSL vorm heeft gekregen binnen het hoofdrailnet. Na vijf jaar moet in ieder geval bewezen zijn dat de uitvoering van de concessie heeft geleid tot de verbetering die nodig is voor de Lange Termijn Spooragenda.

Gelijktijdig met de review krijgt Van Veldhoven ook inzicht in de gevolgen zijn van de decentralisatie van de stoptreindiensten in Limburg en de werking van de kpi’s en de boetes, die opgelegd kunnen worden aan NS. Bovendien kijkt de ambtsvrouw naar het eigendom en de exploitatie van stations na 2024. Omdat NS zowel vervoerder als eigenaar van de stations is, roept dit vragen op over het bestaan van een gelijk speelveld.

Gevolgen review

Hoewel de staatssecretaris stelt dat ze de informatie vanuit deze review zeker gaat bekijken om eventuele wijzigingen door te voeren in de concessie, benadrukt ze tegelijkertijd dat de uitkomst van de midterm review geen besluit over de marktordening inhoudt. In eerste instantie is deze review volgens de staatssecretaris alleen een basis om de concessie in de laatste vier jaar aan te passen.

“De focus ligt daarbij op wijzigingen die in de tweede helft van de concessieperiode nodig zijn om NS te blijven prikkelen een goed product aan de reiziger te leveren”, aldus Van Veldhoven. Die wijzigingen zullen ook altijd gedaan worden met toestemming van NS en van het ministerie van IenW zelf.

Quick scans

In het komende jaar worden de uitkomsten van twee quick scans verwacht. Eind dit jaar komen de prestaties over het aanbesteden van enkele sprinterdiensten uit het hoofdrailnet. Hiermee hoopt de staatssecretaris tot een beter regionaal geïntegreerd aanbod van trein, tram, metro en bus te komen. Dit moet echter nog feitelijk onderbouwd worden. Bovendien krijgen ook de regionale overheden zelf tijd om dit onder de loep te nemen, aangezien zij eveneens bereid moeten zijn om de aanbesteding voor de regionale concessie uit te voeren.

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) voert tegelijkertijd een update van de quick scan van de spoormarkt voor personenvervoer uit. ACM houdt het gelijk speelveld in de gaten als toezichthouder. De waakhond kijkt daarbij naar alle facetten die belangrijk zijn voor een gelijk speelveld bij regionale aanbestedingen, waaronder de reizigersopbrengsten en eventuele voordelen bij de exploitatie van het hoofdrailnet. De uitkomsten hiervan worden begin 2019 verwacht.

HSL-Zuid

Als laatste worden de HSL-Zuid en het Vierde Spoorpakket onder de loep genomen. Nu valt de HSL-Zuid nog onder het hoofdrailnet, maar dat hoeft niet per se zo te zijn. Van Veldhoven kan in 2020 de keuze maken om in 2025 het hoofdrailnet onderhands te gunnen aan NS, maar wel de reikwijdte van dit net aanpassen. De HSL kan in dat geval openbaar worden aanbesteed. Daarbij moet echter rekening gehouden worden met zowel het binnenlandse als buitenlandse vervoer over deze lijn.

Bovendien houdt de staatssecretaris bij de keuze voor het wel of niet aanbesteden rekening met het Vierde Spoorpaket. Daardoor kunnen spoorvervoerders vanaf 2021 ook zonder concessie treindiensten aanbieden, al zijn er wel mogelijkheden waarop die open toegang tegen te houden is. De staatssecretaris wil in ieder geval voorkomen dat dit leidt tot het zogenaamde cherry picking, waarbij alleen de winstgevende lijnen worden opgepakt. Daardoor nemen de kosten voor het OV waarschijnlijk fors toe.

Een onderzoek moet uitwijzen welke kansen en bedreiging het Vierde Spoorpakket oplevert voor vervoerders, reizigers en overheden en welke eisen en randvoorwaarden gesteld moeten worden om nog steeds een gelijk speelveld te waarborgen. Die randvoorwaarden zijn ook nodig om het kwaliteitsniveau te kunnen blijven garanderen. Over een jaar denkt Van Veldhoven die informatie te hebben en dus ook te weten welke eisen en randvoorwaarden in de Europese regelgeving zijn toegestaan.

Lees ook:

Auteur: Inge Jacobs

3 reacties op “Zeven extra onderzoeken bepalen marktordening spoor”

Henk Angenent|12.06.18|10:56

En dat terwijl de Europese regels alleen een boekhoudkundige scheiding tussen infrabeheer en exploitatie voorschrijven. Het bewijst maar weer dat het neoliberale geloof in de markt veel te ver is doorgeschoten.

Frits Gankema|05.06.18|17:05

Er hoeft helemaal geen onderzoek gedaan te worden, alles moet terug gedraait worden en er moet 1 vervoerder zijn op het spoor, dat is het beste voor iedereen. Nu alleen nog de domme figuren in Den Haag overtuigen. Marktwerking is een sprookje.

Wiebe Goossen|05.06.18|11:19

Noem me ouderwets, maar ik blijf huiverig voor het geklooi met het OV én met NS. Naar mijn mening zijn er té veel ´doctorandussen´ die zich met het openbaar vervoer bemoeien en ik wil géén veranderingen alleen omwille van ´de verandering´.