Forse versnelling trein Amsterdam-Berlijn blijft uit

ICE 4, hogesnelheidstrein, Bombardier
Foto afkomstig van Bombardier

Ondanks beloftes voor een snellere treinverbinding tussen Amsterdam en Berlijn, moeten reizigers voorlopig rekening blijven houden met een reistijd van zeker zes uur. Vanaf 2021 is het slechts mogelijk om de reistijd met 15 minuten te verkorten en rond 2025 kan een reistijdwinst van ongeveer 45 minuten gerealiseerd worden. De ambitie van NS om de reis in 4 uur af te leggen, lijkt nauwelijks haalbaar. 

Dat blijkt uit onderzoek dat is gedaan in opdracht van staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat). Volgens Van Veldhoven is het relatief gemakkelijk om de trein met een kwartier te versnellen. Daarvoor zijn mutisysteem-locomotieven nodig, moeten de stations Bay Oeynhausen en Bünde worden overgeslagen en dient de trein te integreren met de trein richting Schiphol via Amsterdam Zuid in plaats van Amsterdam Centraal.

Financiën

De grootste drempel om de trein meer te versnellen, is het gebrek aan financiële middelen. Het rapport schetst namelijk verschillende mogelijkheden voor reistijdswinst, maar dit kost allemaal veel geld. Zo is de huidige infrastructuur niet geschikt om met hoge snelheden te rijden. Op dit moment rijdt deze trein met een gemiddelde snelheid van circa 100 kilometer per uur; 80 kilometer per uur aan de Nederlandse zijde en 125 kilometer per uur in Duitsland.

De onderzoekers denken verder dat een reistijd van 4 uur en 40 minuten mogelijk is door het traject Amsterdam – Hengelo/Enschede flink te verbeteren. Maar de geschatte kosten komen hiervoor uit tussen de 4,7 en 6,9 miljard euro. Door maatregelen te nemen op het traject tussen Arnhem en Amsterdam kan een uiteindelijke tijdswinst worden behaald van circa 1,5 uur. Daarvoor zijn de kosten tussen de 1,6 en 2,2 miljard euro.

On top sprinter

De staatssecretaris lijkt zich nu in te willen zetten voor een verdere versnelling van de verbinding in 2025, door drie keer per dag een ‘on-top trein’ te laten rijden. Daardoor kan 40 tot 60 minuten worden gewonnen. Maar zo’n extra trein kan niet via de huidige route rijden, maar zal langs Arnhem en Emmerich moeten worden geleid. Hoewel dit inpasbaar is, benadrukken de onderzoekers dat de verdeling tussen goederenvervoer, nationaal vervoer en internationaal vervoer opnieuw onder de loep genomen moet worden. Bovendien is het nog maar de vraag of dit in Duitsland wel te realiseren is.

Een aanvullende treindienst via de huidige route is slecht in te passen in de Nederlandse dienstregeling, wordt geconcludeerd in de Quick Scan. Dit zal sowieso leiden tot zeer negatieve gevolgen voor het binnenlandse treinvervoer. Om dit op te lossen is tussen de 240 en 500 miljoen euro nodig voor infrastructurele maatregelen en dit ‘verdient nader onderzoek.’

Overslaan stations

Het overslaan van twee stations draagt dus bij aan een beperkte tijdswinst en dit is te vergroten door nog meer stations over te slaan. Naar verwachting kan dit zorgen tot een kortere rit van maximaal drie kwartier. Maar dit vereist alsnog infrastructurele maatregelen aan de Nederlandse kant van de grens, zoals het aanpassen van grote stations. Bovendien moet in dat geval een oplossing worden gevonden voor de vervoervraag van de haltes, die overgeslagen worden.

Een oplossing hiervoor is een vervangende treindienst die naast de snellere internationale trein wordt aangeboden. De businesscase hiervoor zal echter vaak negatief zijn, waardoor zo’n verbinding alleen van de grond komt door ingrijpen van de overheid. Dat hindert de mogelijkheid om de trein te versnellen door meer stations over te slaan.

Van Veldhoven

Staatssecretaris Van Veldhoven zegt dat ze het versnellen van de verbinding wil aanjagen, maar benadrukt dat ze ‘ambitieus, maar ook realistisch’ is. Dit vanwege de hoge kosten die noodzakelijk zijn. Ze heeft de uitkomsten dus met NS gedeeld, die samen met Deutsche Bahn een onderzoek gaat uitvoeren. Volgens Van Veldhoven zal daarbij in eerste instantie alleen gekeken worden naar de maatregelen om de verbinding met een kwartier te versnellen.

Daarbij is wel het de vraag hoe aantrekkelijk de reis wordt met slechts een versnelling van een kwartier. De staatssecretaris zelf noemt de trein nu vanwege de reistijd van 6 uur en 22 minuten niet voor alle reizigers een aantrekkelijk, duurzaam alternatief. ProRail krijgt de opdracht te kijken naar de haalbaarheid van maatregelen op de langere termijn.

Lees ook:

Auteur: Inge Jacobs

4 reacties op “Forse versnelling trein Amsterdam-Berlijn blijft uit”

Brian Veltman|06.02.19|18:01

Feest. Eerst een reactie laten formuleren en dan laten inloggen voor plaatsing. Na inloggen reactie verdwenen.
Verkorte versie. De sommen klopten niet. 1u27 rijtijdwinst boeken tussen Asd en Hgl lijkt mij onwaarschijnlijk zonder aanleg HSL.

Robert Jan Roos|05.02.19|23:05

Logisch en dus te verwachten. Om deze afstand in 4 uur te kunnen rijden moet de gemiddelde snelheid aanzienlijk omhoog. Red je niet met het overslaan van een aantal halten. Het derde spoor Zevenaar – Oberhausen (rond 2026 gereed)maakt elk uur een IC(E) met 200km/h mogelijk. Hierdoor ontstaat de 200 km/h route Babberich(NL)-Ruhrgebied-Hannover-(via Stendal)-Berlin. Wordt dan toch het 200km/h eiland Amsterdam Zuidoost-Utrecht met 200km/h gekoppeld aan Babberich?

Gert-Jan Hondelink|03.02.19|12:22

Op korte termijn zou een tijdwinst van circa 12 minuten mogelijk zijn door niet meer in Stendal te stoppen. De IC Asd-Berlijn moet daarvoor nl. de HSL verlaten.

Pat Rick|01.02.19|13:55

Landkreis Osnabrück is ook voor een upgraden van hun spoor naar A’dam: eerst naar 160 km/u en dan 200 km/u. Dus de hogere snelheden die Eringa voorstelt voor NL spoor zou doorgetrokken moeten worden met de Duitsers tot Bad Oeynhausen waar de aansluiting is op het Duitse HSL-net.

A’foort – A’doorn, Muiden-Lelystad en D’ter-Almelo relatief makkelijk te upgraden. Nieuw HSL-spoor rond A’dam is duur en voor 2035 zeer onwaarschijnlijk. HSL-spoor in NL en tot Bad Oeyhausen voor 2030 onwaarschijnlijk.