Leeg perron Utrecht CS

1 op 5 OV-forensen gaat vaker gebruikmaken van andere modaliteit

Foto Marieke

Er wordt inmiddels alweer bijna een jaar over gespeculeerd: welke gevolgen heeft de coronacrisis voor het reisgedrag? Het vertrouwen van de zakelijke reiziger in het OV is in de loop van 2020 in elk geval weer iets gegroeid, maar de gevolgen blijven groot. Een op de vijf OV-forensen denkt vaker gebruik te gaan maken van andere vervoersmiddelen. Dat blijkt uit de eindrapportage van het Nationaal Zakelijke Mobiliteitsonderzoek (NZMO).

Van alle modaliteiten lijkt de trein nog altijd de meeste impact te gaan ondervinden van de pandemie. Eind 2021 ligt de gemiddelde reisfrequentie per spoor naar verwachting bijna een derde lager vergeleken met voor de coronacrisis (van 3,8 naar 2,6 dagen per week). Het stadsvervoer moet rekening houden met een afname van 4,2 naar 3,3 dagen (min 21 procent) en het streekvervoer met 2,8 in plaats van 3,6 dagen (17 procent minder). De gemiddelde reisduur per dag zal nauwelijks veranderen.

Eric Vousten, onderzoeker van VMS | Insight, presenteerde de belangrijkste resultaten woensdag. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van zusterdagblad Automobiel Management, NS, RET, VNA en RDC. Met drie metingen in mei, september en november – kort voor de harde lockdown – onder ruim 3.000 zakelijke reizigers en 500 bedrijven, geven de uitkomsten goed inzicht en duiding op de invloed van de coronacrisis op mobiliteit. Het volledige rapport is hier op te vragen.

Minder vaak met de auto

De tweede meting, tegen het einde van de zomer, wees al uit dat thuiswerken en videobellen in korte tijd zijn omarmd en dan vooral door voormalige OV-reizigers. Dat was in november niet anders, al groeide intussen wel weer hun vertrouwen in het openbaar vervoer. Circa drie kwart van de OV-forensen verwacht dat trein, tram, bus of metro over een half jaar nog altijd hun voornaamste vervoermiddel is. Twee maanden eerder was dit nog twee derde.

Dat betekent dat de OV-sector gedurende het jaar iets aan terrein heeft teruggewonnen op de auto. Zo voorzagen treinreizigers in november over zes maanden 30 procent vaker de auto te pakken voor woon-werkverkeer en zakelijke ritten dan voor de coronacrisis; tegenover 50 procent in mei. In het stads- en streekvervoer deed zich een vergelijkbare verandering voor van 44 naar 23 procent. De OV-forensen denken ook minder vaak de fiets te pakken dan zij eerder voorzagen.

Modal shift

Alles bij elkaar blijft uitdaging groot voor de sector. Bijna 80 procent van de zakelijke OV-reizigers verwacht eind dit jaar namelijk nog altijd minder vaak te reizen met het OV. Ter vergelijking: automobilisten denken tegen die tijd ‘slechts’ 54 procent minder vaak de auto te pakken. Vooral de treinforens heeft vaker een beroep waarbij thuis kan worden gewerkt, maar er zal zich ook een modal shift voordoen naar de fiets of auto. Die stap is makkelijk gemaakt, want 4 op de 5 OV-reizigers beschikt ook over een auto.

Er is na een jaar inmiddels een behoorlijk mate van gewenning optreden, analyseerde Stefan de Graaf van DAT.Mobility, onderdeel van Goudappel. “We gaan niet meer helemaal terug naar de oude situatie.” Hij baseerde zich ook op gegevens uit het Nederlands Verplaatsingspanel, die bevestigen dat de zakelijke mobiliteitsbehoefte behoorlijk is gedaald. De totale mobiliteitsbehoefte is vorig jaar desondanks vrij stabiel gebleven. “De lange afstanden met de auto en OV zijn ingeruild voor korte wandelingen en fietsritjes in de eigen omgeving.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Busstation Hilversum

Kansen

Op dit moment is de zakelijke mobiliteitsbehoefte in de spits met name in het OV fors gedaald. Er is volgens De Graaf zelfs een ‘vlak patroon’ over de hele dag zichtbaar. Een opvallende ontwikkeling uit het NZMO is wel dat een stuk minder zakelijke treinreizigers in november verwachtten de spits te gaan mijden over zes maanden: van 60 procent in september naar 43 procent in november. Reizigers in het stads- en streekvervoer veranderden hun vooruitzicht nauwelijks: circa een derde verwacht over een half jaar nog altijd buiten de spits te gaan reizen.

Het blijven hoge percentages en dat biedt dan ook kansen voor de OV-sector. Daar zijn er nog meer van, wijst het NZMO uit. Zo verwachten bedrijven vaker een individueel mobiliteitsbudget te gaan verstrekken, waarbij werknemers dus onder meer kunnen kiezen voor het OV. Van de reizigers die zijn of haar leaseauto dreigt te verliezen, denkt 15 procent aan een modal shift naar de trein en verwacht 7 procent een overstap naar het stad- en streekvervoer. Zustervakblad Automobiel Management zette meer details op een rijtje over de zakelijke automarkt.

Mobility as a Service

Wanneer er weer voorzichtig herstel intreedt voor de OV-sector, hangt nauw samen met de coronamaatregelen. Stadsvervoerder RET hoopt eind dit jaar weer 80 procent van het oude aantal reizigers te verwelkomen, vertelde manager marketing, verkoop en services Jean Paul Duurland in een panelgesprek. NS kijkt hoopvol naar de periode na de zomer, zei Yfke van der Sloot, lead zakelijke markt bij de spoorvervoerder. “De weg naar herstel zal lang zijn. 80 procent aan het einde van het jaar lijkt me geen reële werkelijkheid voor de spoorwegen.”

Duurland erkende dat het ‘best een klus’ is om iedereen terug te krijgen in het OV, maar hij ziet ook kansen door de opmars van Mobility as a Service. “Kies de mobiliteitsvorm die bij jou past. Dat kan de ene keer het OV zijn en de andere keer een deelauto. Dat zie ik als een kans en daar zullen we op in moeten spelen.” Hij benadrukte bovendien dat niet moet worden vergeten dat het aantal inwoners blijft groeien.

Aanpassen aan het nieuwe flexibele reisgedrag is ook voor NS een noodzaak, aldus Van der Sloot, onder meer met nieuwe abonnementen. Net als Duurland stelde ze dat er zeker geen sprake is van de klassieke concurrentiestrijd met de auto. “Thuiswerken is onze grootste concurrent en dat is er niet een die we kunnen aanvechten. NS past zich aan door de transitie te maken naar een breed mobiliteitsbedrijf.”

Het Nationaal Zakelijke Mobiliteitsonderzoek gaf antwoord op nog veel meer vragen. Benieuwd naar alle resultaten? Het volledige 130 pagina’s tellende rapport is te bestellen via deze link.

Lees ook:

Auteur: Dylan Metselaar

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

1 op 5 OV-forensen gaat vaker gebruikmaken van andere modaliteit | OVPro.nl
Leeg perron Utrecht CS

1 op 5 OV-forensen gaat vaker gebruikmaken van andere modaliteit

Foto Marieke

Er wordt inmiddels alweer bijna een jaar over gespeculeerd: welke gevolgen heeft de coronacrisis voor het reisgedrag? Het vertrouwen van de zakelijke reiziger in het OV is in de loop van 2020 in elk geval weer iets gegroeid, maar de gevolgen blijven groot. Een op de vijf OV-forensen denkt vaker gebruik te gaan maken van andere vervoersmiddelen. Dat blijkt uit de eindrapportage van het Nationaal Zakelijke Mobiliteitsonderzoek (NZMO).

Van alle modaliteiten lijkt de trein nog altijd de meeste impact te gaan ondervinden van de pandemie. Eind 2021 ligt de gemiddelde reisfrequentie per spoor naar verwachting bijna een derde lager vergeleken met voor de coronacrisis (van 3,8 naar 2,6 dagen per week). Het stadsvervoer moet rekening houden met een afname van 4,2 naar 3,3 dagen (min 21 procent) en het streekvervoer met 2,8 in plaats van 3,6 dagen (17 procent minder). De gemiddelde reisduur per dag zal nauwelijks veranderen.

Eric Vousten, onderzoeker van VMS | Insight, presenteerde de belangrijkste resultaten woensdag. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van zusterdagblad Automobiel Management, NS, RET, VNA en RDC. Met drie metingen in mei, september en november – kort voor de harde lockdown – onder ruim 3.000 zakelijke reizigers en 500 bedrijven, geven de uitkomsten goed inzicht en duiding op de invloed van de coronacrisis op mobiliteit. Het volledige rapport is hier op te vragen.

Minder vaak met de auto

De tweede meting, tegen het einde van de zomer, wees al uit dat thuiswerken en videobellen in korte tijd zijn omarmd en dan vooral door voormalige OV-reizigers. Dat was in november niet anders, al groeide intussen wel weer hun vertrouwen in het openbaar vervoer. Circa drie kwart van de OV-forensen verwacht dat trein, tram, bus of metro over een half jaar nog altijd hun voornaamste vervoermiddel is. Twee maanden eerder was dit nog twee derde.

Dat betekent dat de OV-sector gedurende het jaar iets aan terrein heeft teruggewonnen op de auto. Zo voorzagen treinreizigers in november over zes maanden 30 procent vaker de auto te pakken voor woon-werkverkeer en zakelijke ritten dan voor de coronacrisis; tegenover 50 procent in mei. In het stads- en streekvervoer deed zich een vergelijkbare verandering voor van 44 naar 23 procent. De OV-forensen denken ook minder vaak de fiets te pakken dan zij eerder voorzagen.

Modal shift

Alles bij elkaar blijft uitdaging groot voor de sector. Bijna 80 procent van de zakelijke OV-reizigers verwacht eind dit jaar namelijk nog altijd minder vaak te reizen met het OV. Ter vergelijking: automobilisten denken tegen die tijd ‘slechts’ 54 procent minder vaak de auto te pakken. Vooral de treinforens heeft vaker een beroep waarbij thuis kan worden gewerkt, maar er zal zich ook een modal shift voordoen naar de fiets of auto. Die stap is makkelijk gemaakt, want 4 op de 5 OV-reizigers beschikt ook over een auto.

Er is na een jaar inmiddels een behoorlijk mate van gewenning optreden, analyseerde Stefan de Graaf van DAT.Mobility, onderdeel van Goudappel. “We gaan niet meer helemaal terug naar de oude situatie.” Hij baseerde zich ook op gegevens uit het Nederlands Verplaatsingspanel, die bevestigen dat de zakelijke mobiliteitsbehoefte behoorlijk is gedaald. De totale mobiliteitsbehoefte is vorig jaar desondanks vrij stabiel gebleven. “De lange afstanden met de auto en OV zijn ingeruild voor korte wandelingen en fietsritjes in de eigen omgeving.”

(Tekst gaat verder onder de foto)

Busstation Hilversum

Kansen

Op dit moment is de zakelijke mobiliteitsbehoefte in de spits met name in het OV fors gedaald. Er is volgens De Graaf zelfs een ‘vlak patroon’ over de hele dag zichtbaar. Een opvallende ontwikkeling uit het NZMO is wel dat een stuk minder zakelijke treinreizigers in november verwachtten de spits te gaan mijden over zes maanden: van 60 procent in september naar 43 procent in november. Reizigers in het stads- en streekvervoer veranderden hun vooruitzicht nauwelijks: circa een derde verwacht over een half jaar nog altijd buiten de spits te gaan reizen.

Het blijven hoge percentages en dat biedt dan ook kansen voor de OV-sector. Daar zijn er nog meer van, wijst het NZMO uit. Zo verwachten bedrijven vaker een individueel mobiliteitsbudget te gaan verstrekken, waarbij werknemers dus onder meer kunnen kiezen voor het OV. Van de reizigers die zijn of haar leaseauto dreigt te verliezen, denkt 15 procent aan een modal shift naar de trein en verwacht 7 procent een overstap naar het stad- en streekvervoer. Zustervakblad Automobiel Management zette meer details op een rijtje over de zakelijke automarkt.

Mobility as a Service

Wanneer er weer voorzichtig herstel intreedt voor de OV-sector, hangt nauw samen met de coronamaatregelen. Stadsvervoerder RET hoopt eind dit jaar weer 80 procent van het oude aantal reizigers te verwelkomen, vertelde manager marketing, verkoop en services Jean Paul Duurland in een panelgesprek. NS kijkt hoopvol naar de periode na de zomer, zei Yfke van der Sloot, lead zakelijke markt bij de spoorvervoerder. “De weg naar herstel zal lang zijn. 80 procent aan het einde van het jaar lijkt me geen reële werkelijkheid voor de spoorwegen.”

Duurland erkende dat het ‘best een klus’ is om iedereen terug te krijgen in het OV, maar hij ziet ook kansen door de opmars van Mobility as a Service. “Kies de mobiliteitsvorm die bij jou past. Dat kan de ene keer het OV zijn en de andere keer een deelauto. Dat zie ik als een kans en daar zullen we op in moeten spelen.” Hij benadrukte bovendien dat niet moet worden vergeten dat het aantal inwoners blijft groeien.

Aanpassen aan het nieuwe flexibele reisgedrag is ook voor NS een noodzaak, aldus Van der Sloot, onder meer met nieuwe abonnementen. Net als Duurland stelde ze dat er zeker geen sprake is van de klassieke concurrentiestrijd met de auto. “Thuiswerken is onze grootste concurrent en dat is er niet een die we kunnen aanvechten. NS past zich aan door de transitie te maken naar een breed mobiliteitsbedrijf.”

Het Nationaal Zakelijke Mobiliteitsonderzoek gaf antwoord op nog veel meer vragen. Benieuwd naar alle resultaten? Het volledige 130 pagina’s tellende rapport is te bestellen via deze link.

Lees ook:

Auteur: Dylan Metselaar

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.