FMN: rapport over Nieuwe Spoorplan stap in goede richting

Vier spoorlijnen uit het Nieuwe Spoorplan van de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN) kunnen regionaal worden aanbesteed. Dat heeft minister Schultz van Haegen donderdag bekendgemaakt. Zij neemt daarmee het advies over van de commissie Janse de Jonge die het Nieuwe Spoorplan heeft onderzocht. Volgens FMN-voorzitter Anne Hettinga is het een stap in de goede richting. 



Vier van de elf lijnen uit het Nieuwe Spoorplan kunnen regionaal worden aanbesteed. Het gaat om de trajecten Zwolle – Groningen, Zwolle – Enschede, Maastricht Randwyck – Roermond en Sittard – Heerlen. Regionale vervoerders als Arriva, Veolia, Connex en Syntus maken nu ook een kans om op de trajecten te rijden.

Adviezen van commissie

Hettinga is tevreden dat de minister de adviezen van de commissie Janse de Jonge heeft overgenomen in haar brief aan de Tweede Kamer.  “Onze stelling dat het Nieuwe Spoorplan van FMN voor de reiziger op de belangrijkste aspecten goed uitpakt, wordt bevestigd in het rapport.”

Hettinga had graag gezien dat alle elf lijnen in het Nieuwe Spoorplan worden gedecentraliseerd. “Dat er voor gekozen is om vier lijnen nu te decentraliseren en de overige mogelijk op iets langere termijn, is echter een mooie stap in de goede richting.”

Stoptreinen van concurrenten

De NS is niet te spreken over het plan van minister Schultz van Haegen van Infrastructuur om op bepaalde trajecten stoptreinen van concurrenten te laten rijden. Volgens de NS levert deze vorm van decentralisatie niets op voor de reiziger en kost het de belastingbetaler alleen maar geld.

FNV-bestuurder Roel Berghuis: “Nederland heeft behoefte aan een nog sterker NS-bedrijf dat staat voor werkgelegenheid met een volwaardige service- en veiligheidsorganisatie en op iedere trein minimaal een conducteur.”

Betere samenhang trein- en busvervoer

Beleidsmedewerker Tim Boric van Rover stelt dat de reizigersvereniging zich redelijk kan vinden in het advies van de commissie Janse de Jonge. Volgens de beleidsmedewerkers blijkt uit het rapport dat er een betere samenhang zal zijn tussen het trein- en busvervoer wat de doorstroom bevordert.

Boric stelt wel dat er behoedzaam om moet worden gegaan met decentralisatie. Zo moeten er volgens de beleidsmedewerker nog een aantal zaken nader worden onderzocht zoals de problemen met het in- en uitchecken. Een deel van de problemen zou al opgelost kunnen worden als de NS en de FMN-vervoerders gelijke tarieven zouden hanteren.

Eenheid in tarieven

Boric: “Het is belangrijk dat er een eenheid in tarieven is. Het blijkt ook uit klachten van reizigers dat zij zich er aan storen als er verschillende prijzen en abonnementsvormen gelden.” Ook moet er volgens hem nog duidelijk in kaart worden gebracht wat de kosten zijn voor de provincies.

Lees ook: “Advies Het Nieuwe Spoorplan stap in goede richting”