Kleine vervoerders rijden vaker door rood sein

rood,sein

Kleine vervoerders rijden relatief vaak door een rood sein. Dat blijkt uit het rapport ‘STS-passages 2011’ van de Inspectie Leefomgeving en Transport waarbij de periode tussen 2007 en 2011 werd onderzocht. Zij scoren daarbij een stuk slechter dan de NS.



Voor het onderzoek zette de Inspectie Leefomgeving en Transport het aantal STS-passages af tegen het aantal gereden kilometers.

NS rijdt minder vaak door rood sein

DB Autozug maakte 4,52 STS-passages per miljoen gereden kilometer. Connexxion maakte er 2,83 en Veolia maakte er 2,20. De NS deed het beduidend beter: De personenvervoerder maakte 0,56 STS-passages per miljoen gereden kilometer.

STS-passages 2011
Het komt steeds minder vaak voor dat een trein in Nederland door een rood sein rijdt. Vooral de uitbreiding van de automatische treinbeïnvloeding naar ATB Vv (verbeterde versie) heeft er voor gezorgd dat het aantal keren dat er door een stoptonend sein is gereden is afgenomen.

Daling aantal STS-passages

Het aantal STS-passages is van 169 in 2010 naar 155 gedaald in 2011. Het begrip passage stoptonend sein, afgekort STS-passage, geeft aan dat een trein een sein heeft gepasseerd met een stoptonende betekenis.

In 2006 was het aantal STS-passages op het hoogtepunt. Maar liefst 287 treinen reden in dat jaar door een rood sein. Na 2006 is er een daling ingetreden.

Botsing

In de periode tussen 2007 en 2011 heeft een STS-passage in totaal een keer tot een botsing geleid. Het ging om een grote treinbotsing in Amsterdam. De discussie over de STS-passages laaide in april 2012 weer op nadat er opnieuw een treinongeval in Amsterdam plaatsvond.

Tussen 2007 en 2011 was bij iets meer dan de helft van het aantal STS-passages een reizigerstrein betrokken. Opvallend is dat in 30 procent van de STS-passages een leeg materieeltrein, een losse locomotief of een rangeerdeel betrokken is.

Auteur: Bart Pals

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.