treinongeluk, Amsterdam Westerpark

Machiniste treinongeluk Amsterdam strafrechtelijk vervolgd

De machiniste van de sprinter die op 21 april vorig jaar op een intercity botste, wordt strafrechtelijk vervolgd. Dat heeft het Openbaar Ministerie (OM) in Amsterdam besloten. Het OM wil de machiniste een taakstraf van 120 uur opleggen. Bij het enstige treinongeluk viel één dode en raakten bijna tweehonderd mensen gewond. Als de machiniste niet met de taakstraf akkoord gaat, dan moet ze voor de rechter verschijnen.

Op het baanvak waar de sprinter reed was op die dag wegens werkzaamheden slechts een enkel spoor beschikbaar. Het OM vindt dat de machiniste niet oplettend genoeg was. “Alhoewel ze dus goed op de seinen moest letten, is ze het rode sein gepasseerd terwijl ze beroepshalve aan het bellen was.”

Aandacht bij seinen

Uit de onderzoeken blijkt dat de machiniste voordat zij aan haar dienst begon de rittenkaart met de geplande stops heeft gekregen. Ook de plaatsen met rode seinen die ze kon verwachten stonden daarop aangegeven. Volgens haar eigen verklaring reed er vlak voor het ongeval plaatsvond een trein schuin voor haar met een defect achtersein.

“Toen zij door de wisselstraat reed, hield zij niet haar volle aandacht bij de seinen maar probeerde zij contact te leggen met de trein voor haar om het defect te melden. Hierdoor heeft zij gedurende 45 seconden, over een baanvak van ongeveer 500 meter, niet gekeken naar het voor haar geldende sein en is zij het rode sein gepasseerd. Met als gevolg dat de sprinter en de intercity op hetzelfde spoor kwamen te rijden en met elkaar in botsing kwamen”, zegt het OM.

Onderzoeken

Uit de onderzoeken door de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) blijkt dat de veiligheidssystemen van ProRail en de NS op het moment van het ongeval niet voldeden aan de daarvoor gestelde normen. Daarmee hebben beide organisaties artikel 7 van de Beheersconcessie hoofdspoorweginfrastructuur overtreden. Volgens het OM kan deze overtreding kan niet strafrechtelijk worden vervolgd. Wel zijn zowel ProRail als NS onder verscherpt toezicht gesteld van de ILT.

FNV Spoor vindt dat de machiniste “disproportioneel wordt gestraft”. Bestuurder Roel Berghuis van FNV Spoor: “Het OM gaat nu een daad stellen die juist negatief zal uitwerken op het spoorpersoneel. Iedere machinist krijgt een nachtmerrie bij het missen van een rood sein. Een machinist zal nooit bewust door een rood sein rijden.”

Bizar besluit

In de situatie van de botsing van de twee treinen in 2012 waren volgens FNV Spoor meerdere oorzaken en omstandigheden aan de orde die leidden tot de botsing. De vakbond wijst erop dat ProRail en NS niet hebben voldaan aan de gestelde normen. Berghuis: “Maar volgens het OM kunnen ProRail en de NS met deze overtreding niet strafrechtelijk worden vervolgd FNV Spoor vindt dit een bizar besluit en zal zich verzetten tegen dit soort uitspraken en het personeel maximaal steunen.”

Ook Maatschappij Voor Beter OV vindt het strafrechtelijk vervolgen van de machiniste te ver gaan. Voorzitter Rikus Spithorst: “De vervolging, nota bene meer dan een jaar na het ongeluk, heeft het karakter van een heksenjacht. Dit heeft de machiniste in kwestie ondanks alles niet verdiend.”

Reizigers

De advocaat van de machiniste is dinsdag persoonlijk door de officier van justitie op de hoogte gebracht van de vervolgingsbeslissing. Ook de nabestaanden van het dodelijke slachtoffer zijn persoonlijk geïnformeerd. Ruim vierhonderd reizigers die in de betreffende treinen zaten, ontvangen woensdag een brief waarin de officier van justitie zijn beslissing toelicht.

Het merendeel van de schade die reizigers door het treinongeval hadden geleden is inmiddels door de NS vergoed, in een klein aantal gevallen moet het schadebedrag nog worden vastgesteld.

Onderzoek

De toedracht van het ongeval is door het toenmalige Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) onderzocht. Daarnaast heeft er een strafrechtelijk onderzoek onder leiding van een officier van justitie van OM Amsterdam plaatsgevonden.

Er bestaat een convenant tussen OM en NS, waarin staat vermeld dat die gevallen van rood sein-passages waarbij gewonden of doden zijn te betreuren, voor het OM aanleiding kunnen zijn tot strafrechtelijk onderzoek en vervolging over te gaan. Daartoe heeft de officier van justitie in dit specifieke geval ook besloten.

Lees ook:

Verbijstering over strafvervolging machiniste
Meer aandacht voor botsveiligheid bij aanschaf van treinen
Verscherpt toezicht NS en ProRail na treinongeluk

Auteur: Marieke van Gompel

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Machiniste treinongeluk Amsterdam strafrechtelijk vervolgd | OVPro.nl
treinongeluk, Amsterdam Westerpark

Machiniste treinongeluk Amsterdam strafrechtelijk vervolgd

De machiniste van de sprinter die op 21 april vorig jaar op een intercity botste, wordt strafrechtelijk vervolgd. Dat heeft het Openbaar Ministerie (OM) in Amsterdam besloten. Het OM wil de machiniste een taakstraf van 120 uur opleggen. Bij het enstige treinongeluk viel één dode en raakten bijna tweehonderd mensen gewond. Als de machiniste niet met de taakstraf akkoord gaat, dan moet ze voor de rechter verschijnen.

Op het baanvak waar de sprinter reed was op die dag wegens werkzaamheden slechts een enkel spoor beschikbaar. Het OM vindt dat de machiniste niet oplettend genoeg was. “Alhoewel ze dus goed op de seinen moest letten, is ze het rode sein gepasseerd terwijl ze beroepshalve aan het bellen was.”

Aandacht bij seinen

Uit de onderzoeken blijkt dat de machiniste voordat zij aan haar dienst begon de rittenkaart met de geplande stops heeft gekregen. Ook de plaatsen met rode seinen die ze kon verwachten stonden daarop aangegeven. Volgens haar eigen verklaring reed er vlak voor het ongeval plaatsvond een trein schuin voor haar met een defect achtersein.

“Toen zij door de wisselstraat reed, hield zij niet haar volle aandacht bij de seinen maar probeerde zij contact te leggen met de trein voor haar om het defect te melden. Hierdoor heeft zij gedurende 45 seconden, over een baanvak van ongeveer 500 meter, niet gekeken naar het voor haar geldende sein en is zij het rode sein gepasseerd. Met als gevolg dat de sprinter en de intercity op hetzelfde spoor kwamen te rijden en met elkaar in botsing kwamen”, zegt het OM.

Onderzoeken

Uit de onderzoeken door de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) blijkt dat de veiligheidssystemen van ProRail en de NS op het moment van het ongeval niet voldeden aan de daarvoor gestelde normen. Daarmee hebben beide organisaties artikel 7 van de Beheersconcessie hoofdspoorweginfrastructuur overtreden. Volgens het OM kan deze overtreding kan niet strafrechtelijk worden vervolgd. Wel zijn zowel ProRail als NS onder verscherpt toezicht gesteld van de ILT.

FNV Spoor vindt dat de machiniste “disproportioneel wordt gestraft”. Bestuurder Roel Berghuis van FNV Spoor: “Het OM gaat nu een daad stellen die juist negatief zal uitwerken op het spoorpersoneel. Iedere machinist krijgt een nachtmerrie bij het missen van een rood sein. Een machinist zal nooit bewust door een rood sein rijden.”

Bizar besluit

In de situatie van de botsing van de twee treinen in 2012 waren volgens FNV Spoor meerdere oorzaken en omstandigheden aan de orde die leidden tot de botsing. De vakbond wijst erop dat ProRail en NS niet hebben voldaan aan de gestelde normen. Berghuis: “Maar volgens het OM kunnen ProRail en de NS met deze overtreding niet strafrechtelijk worden vervolgd FNV Spoor vindt dit een bizar besluit en zal zich verzetten tegen dit soort uitspraken en het personeel maximaal steunen.”

Ook Maatschappij Voor Beter OV vindt het strafrechtelijk vervolgen van de machiniste te ver gaan. Voorzitter Rikus Spithorst: “De vervolging, nota bene meer dan een jaar na het ongeluk, heeft het karakter van een heksenjacht. Dit heeft de machiniste in kwestie ondanks alles niet verdiend.”

Reizigers

De advocaat van de machiniste is dinsdag persoonlijk door de officier van justitie op de hoogte gebracht van de vervolgingsbeslissing. Ook de nabestaanden van het dodelijke slachtoffer zijn persoonlijk geïnformeerd. Ruim vierhonderd reizigers die in de betreffende treinen zaten, ontvangen woensdag een brief waarin de officier van justitie zijn beslissing toelicht.

Het merendeel van de schade die reizigers door het treinongeval hadden geleden is inmiddels door de NS vergoed, in een klein aantal gevallen moet het schadebedrag nog worden vastgesteld.

Onderzoek

De toedracht van het ongeval is door het toenmalige Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) onderzocht. Daarnaast heeft er een strafrechtelijk onderzoek onder leiding van een officier van justitie van OM Amsterdam plaatsgevonden.

Er bestaat een convenant tussen OM en NS, waarin staat vermeld dat die gevallen van rood sein-passages waarbij gewonden of doden zijn te betreuren, voor het OM aanleiding kunnen zijn tot strafrechtelijk onderzoek en vervolging over te gaan. Daartoe heeft de officier van justitie in dit specifieke geval ook besloten.

Lees ook:

Verbijstering over strafvervolging machiniste
Meer aandacht voor botsveiligheid bij aanschaf van treinen
Verscherpt toezicht NS en ProRail na treinongeluk

Auteur: Marieke van Gompel

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.