Rechter: ProRail mag tarieven aanpassen voor regionale vervoerders

Arriva, trein

ProRail mag de gebruikersvergoeding voor regionale spoorvervoerders definitief gaan verlagen voor 2016. De spoorgoederenvervoerders en NS hadden een beroep tegen een ACM-besluit hierover ingesteld, waarmee zij hoopten de bijstelling van de tarieven door ProRail te kunnen voorkomen. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep woensdag niet ontvankelijk verklaard, omdat het te laat was ingediend. Daarmee is het kort geding van de baan.

“We zijn verheugd dat deze uitspraak van ACM nu doorgang kan vinden en dat de vergoeding voor het gebruik van het spoor nu eerlijk verdeeld is”, zegt woordvoerder Roos Zevenboom van FMN in een reactie.

Klacht

Na een klacht van Arriva, Veolia, Syntus en Connexxion boog de Autoriteit Consument en Markt (ACM) zich over de gebruikersvergoedingen voor het spoor voor 2015 en 2016. Omdat deze vervoerders met lichtere treinen dan NS en de spoorgoederenvervoerders rijden, bepaalde ACM dat het tarief voor het gebruik omlaag moet.

De verlaging van de tarieven voor de lichtere treinen leidde ertoe dat ProRail heeft voorgesteld om de tarieven voor de zwaardere treinen van NS en de spoorgoederenvervoerders omhoog te brengen. KNV Spoorgoederenvervoer, DB Schenker Rail en NS dienden daarop een beroep in tegen het besluit van ACM.

Bezwaar

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven boog zich woensdagochtend over de ontvankelijkheid van de bezwaren tegen het ACM-besluit. Dat besluit ging op 3 juli in, een dag na de bekendmaking van het besluit aan de betrokken partijen. Omdat het een ‘geschilbesluit’ betreft over een klacht van FMN jegens ProRail werden de andere partijen in deze zaak hierover pas drie weken later geïnformeerd. De termijn om bezwaar te maken is zes weken.

Het bezwaar dat door DB Schenker Rail, KNV Spoorgoederenvervoer en NS uiteindelijk werd ingediend viel uiteindelijk buiten de gestelde termijn. Daardoor heeft de rechter het bezwaar niet ontvankelijk verklaard en werden ACM en de regionale vervoerders in het gelijk gesteld.

Besluit

Volgens directeur Ad Toet van KNV Spoorgoederenvervoer waren sommige partijen te laat of helemaal niet geïnformeerd over het besluit van ACM. Daardoor zou het hen niet gelukt zijn om tijdens de beroepstermijn te reageren.

“ACM heeft als taak om discriminatie in de spoormarkt te reguleren. Tegelijkertijd discrimineren ze belanghebbenden in deze zaak”, zegt de directeur. “Wij gaan deze uitspraak voorleggen aan ons bestuur. Er zijn meerdere wegen die we kunnen bewandelen. Zowel juridisch als politiek.”

Klacht

De aanleiding voor de klacht van de regionale spoorvervoerders is de sterk stijgende tarieven voor het gebruik van het spoor in 2015 en 2016. Ook de spoorgoederenvervoerders en NS worstelen hiermee. Volgens KNV heeft de verhoging van de tarieven nadelige gevolgen voor de concurrentiekracht van de Nederlandse verladers, de Nederlandse industrie én de Nederlandse handelssector.

ProRail hanteerde tarieven, waardoor de regionale vervoerders met hun lichte treinen, met uitzondering van de spits, niet zwaarder zijn dan 90 ton hetzelfde tarief moesten betalen als NS met treinen van 160 ton. ACM heeft ProRail de opdracht gegeven om de gewichtsklassen indeling fijnmaziger te maken. Daarna is ProRail met het voorstel gekomen om tarieven voor de zwaardere treinen van NS en de spoorgoederenvervoerders omhoog te brengen, waartegen deze partijen een bezwaar indienden.

Marieke van Gompel

Auteur: Marieke van Gompel

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.