Gebrek aan politieke wil belemmert opening Europese spoormarkt

Gebrek aan politieke wil bij de Europese lidstaten wordt gezien als een van de hoofdoorzaken voor de beperkte liberalisering van de Europese spoormarkt voor het binnenlands passagiersvervoer per spoor. Dat was de mening van Europarlementariërs, afgevaardigden uit de Europese Commissie en spoorexperts op een bijeenkomst over de politieke pijler van het Vierde Spoorpakket deze week in Brussel. De Transportcommissie van het Europese Parlement heeft deze week ingestemd met de politieke pijler; de definitieve stemming is volgende week.

Dit aangepaste voorstel voor het Vierde Spoorpakket zal weinig betekenen voor een verdere opening van de spoormarkt in Nederland en NS behoudt in ieder geval zijn positie op het hoofdrailnet. Dit zou in het eerste voorstel voor de politieke pijler van het Vierde Spoorpakket die werd voorgesteld door de Europese Commissie niet mogelijk zijn geweest. Destijds werd nog gesproken over een volledig open toegang tot binnenlandse spoormarkten.

Openbare aanbestedingen zouden de norm worden, wat zou leiden tot meer marktwerking, nieuwe spelers op de markt, meer concurrentie en uiteindelijk tot lagere kosten en betere dienstverlening. De Transportministers bleken echter niet bereid om hun binnenlandse markt volledig open te stellen, zoals wel was beoogd in 2013.

Compromis

Om die reden besloot het Europese Parlement tot een compromis, waarbij onderhands gunnen bij bepaalde uitzonderingen toegestaan blijft. Het mag bijvoorbeeld wanneer met een onderhandse gunning een betere kwaliteit of kostenefficiëntie wordt gecreëerd dan bij een openbare aanbesteding. Ook mag de concessieverlener strikte regels opstellen, bijvoorbeeld het gebied van punctualiteit en de frequentie van de treinen. Zo wil het Europese Parlement in ieder geval waarborgen dat de reizigers ‘meer waar voor hun geld’ krijgen.

Afgelopen week bleek in Brussel dat de Europese Commissie nog steeds gelooft in de voordelen van volledige marktwerking op het spoor. Momenteel zijn er volgens de directeur van DG MOVE in de Europese Commissie, Matthew Baldwin, zes landen die marktwerking hebben, te weten het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Tsjechië, Duitsland, Italië en Oostenrijk. “Wij zijn nog steeds tevreden over de ervaringen die ze daar opmerken op het gebied van marktwerking”, aldus Baldwin. Nederland telt niet mee, omdat het grootste deel stevig in handen is van NS. Waar deze zes landen zich stap voor stap richting meer marktwerking bewegen, lijkt hier in Nederland geen sprake van.

Pijlers

Wanneer het Europese Parlement definitief instemt met de politieke pijler, worden sommige landen wel degelijk gedwongen om meer marktwerking toe te laten op het spoor. In 2023 lopen verplicht alle huidige contracten af die niet voldoen aan de huidige regels. Maar de Europese Commissie heeft niet voor elkaar gekregen wat ze in 2013 in het eerste voorstel voor de politieke pijler had beoogd. De politieke pijler omvat enkele wijzigingen op het gebied van bestuur en marktopening en had dus onder meer tot doel om de markt voor het binnenlandse passagiersvervoer per spoor open te stellen.

Het Vierde Spoorpakket is gesplitst in twee pijlers, dus de politieke pijler en de technische pijler. Die laatste pijler is al eerder dit jaar goedgekeurd en omvatte het opstellen voor regels op het gebied van spoorveiligheid, de interoperabiliteit en de rol van het Europees Spoorwegbureau. Ook wordt de toelating van nieuwe treinmaterieel sneller en gemakkelijker door deze pijler.

Teleurstelling

Vooral over die politieke pijler bestaat veel teleurstellingen. Er zijn veel compromissen gedaan en die compromissen zijn niet bij alle internationale railorganisaties in goede aarde gevallen, zo bleek afgelopen week in Brussel. “Het Vierde Spoorpakket zou leiden tot meer spelers en dus meer ambitie”, aldus Julia Lamb van de Europese Rail Freight Association (EFRA). “Maar we zijn nogal teleurgesteld in de politieke pijler, want we wilden een echt level playing field en nu zien we nog steeds voordelen voor staatsbedrijven ten opzichte van concurrenten.”

Jos Dings, de algemeen directeur Transport & Environment, is voornamelijk teleurgesteld dat de veranderingen niet sneller gaan. Transport & Environment is een organisatie die 50 organisaties uit 26 landen in Europa vertegenwoordigd. “Een level playing field is essentieel en verbetert de efficiëntie. Maar het tempo van de vooruitgang is nu heel, heel langzaam.”

Dings zegt daarom niet optimistisch te zijn over de toekomst van het spoorvervoer. Hij ziet dat de sector wordt ingehaald door weg- en vluchtverkeer. “Mijn assistente boekt met een paar klikken op de computer een vliegticket, maar ze gaat zuchten als ik haar een treinticket laat boeken, omdat dat zo veel werk is. Ik denk dat de spoorsector onderschat wat er nodig is om te kunnen blijven concurreren met andere vervoersmodaliteiten.”

Nieuwe spelers

Europarlementariër Wim van de Camp ziet echter wel degelijk voordelen. Hij verwacht dat door dit Vierde Spoorpakket nieuwe spelers het veld zullen betreden. Dat zullen niet alleen dochterondernemingen zijn van staatsbedrijven, zoals Arriva van Deutsche Bahn, Abellio van NS en Syntus van Keolis. “Er zijn al verschillende private spelers op de spoormarkt bijgekomen en ik verwacht dat dit aantal zal groeien. Deze kleine bedrijven zijn flexibel en bieden goede service aan reizigers. Zij zijn beter dan de ‘grand old ladies’.”

Daarentegen erkent Van de Camp dat de positie van NS in Nederland heel zeker is en hij verwacht daarom geen verdere opening van de markt in Nederland. Maar hij benadrukt dat Europa al decennialang bezig is om meer opening op de Europese spoormarkt te realiseren. “De marktopening is zeker niet compleet, maar er zijn wel verdere stappen gemaakt. Wetgeving vaststellen is één en met het Vierde Spoorpakket zetten we een stap in de goede richting. Maar we moeten het nu nog gaan uitvoeren en dat zal ook nog wel jaren duren.”

Lees ook:

Auteur: Inge Jacobs

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Gebrek aan politieke wil belemmert opening Europese spoormarkt | OVPro.nl

Gebrek aan politieke wil belemmert opening Europese spoormarkt

Gebrek aan politieke wil bij de Europese lidstaten wordt gezien als een van de hoofdoorzaken voor de beperkte liberalisering van de Europese spoormarkt voor het binnenlands passagiersvervoer per spoor. Dat was de mening van Europarlementariërs, afgevaardigden uit de Europese Commissie en spoorexperts op een bijeenkomst over de politieke pijler van het Vierde Spoorpakket deze week in Brussel. De Transportcommissie van het Europese Parlement heeft deze week ingestemd met de politieke pijler; de definitieve stemming is volgende week.

Dit aangepaste voorstel voor het Vierde Spoorpakket zal weinig betekenen voor een verdere opening van de spoormarkt in Nederland en NS behoudt in ieder geval zijn positie op het hoofdrailnet. Dit zou in het eerste voorstel voor de politieke pijler van het Vierde Spoorpakket die werd voorgesteld door de Europese Commissie niet mogelijk zijn geweest. Destijds werd nog gesproken over een volledig open toegang tot binnenlandse spoormarkten.

Openbare aanbestedingen zouden de norm worden, wat zou leiden tot meer marktwerking, nieuwe spelers op de markt, meer concurrentie en uiteindelijk tot lagere kosten en betere dienstverlening. De Transportministers bleken echter niet bereid om hun binnenlandse markt volledig open te stellen, zoals wel was beoogd in 2013.

Compromis

Om die reden besloot het Europese Parlement tot een compromis, waarbij onderhands gunnen bij bepaalde uitzonderingen toegestaan blijft. Het mag bijvoorbeeld wanneer met een onderhandse gunning een betere kwaliteit of kostenefficiëntie wordt gecreëerd dan bij een openbare aanbesteding. Ook mag de concessieverlener strikte regels opstellen, bijvoorbeeld het gebied van punctualiteit en de frequentie van de treinen. Zo wil het Europese Parlement in ieder geval waarborgen dat de reizigers ‘meer waar voor hun geld’ krijgen.

Afgelopen week bleek in Brussel dat de Europese Commissie nog steeds gelooft in de voordelen van volledige marktwerking op het spoor. Momenteel zijn er volgens de directeur van DG MOVE in de Europese Commissie, Matthew Baldwin, zes landen die marktwerking hebben, te weten het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Tsjechië, Duitsland, Italië en Oostenrijk. “Wij zijn nog steeds tevreden over de ervaringen die ze daar opmerken op het gebied van marktwerking”, aldus Baldwin. Nederland telt niet mee, omdat het grootste deel stevig in handen is van NS. Waar deze zes landen zich stap voor stap richting meer marktwerking bewegen, lijkt hier in Nederland geen sprake van.

Pijlers

Wanneer het Europese Parlement definitief instemt met de politieke pijler, worden sommige landen wel degelijk gedwongen om meer marktwerking toe te laten op het spoor. In 2023 lopen verplicht alle huidige contracten af die niet voldoen aan de huidige regels. Maar de Europese Commissie heeft niet voor elkaar gekregen wat ze in 2013 in het eerste voorstel voor de politieke pijler had beoogd. De politieke pijler omvat enkele wijzigingen op het gebied van bestuur en marktopening en had dus onder meer tot doel om de markt voor het binnenlandse passagiersvervoer per spoor open te stellen.

Het Vierde Spoorpakket is gesplitst in twee pijlers, dus de politieke pijler en de technische pijler. Die laatste pijler is al eerder dit jaar goedgekeurd en omvatte het opstellen voor regels op het gebied van spoorveiligheid, de interoperabiliteit en de rol van het Europees Spoorwegbureau. Ook wordt de toelating van nieuwe treinmaterieel sneller en gemakkelijker door deze pijler.

Teleurstelling

Vooral over die politieke pijler bestaat veel teleurstellingen. Er zijn veel compromissen gedaan en die compromissen zijn niet bij alle internationale railorganisaties in goede aarde gevallen, zo bleek afgelopen week in Brussel. “Het Vierde Spoorpakket zou leiden tot meer spelers en dus meer ambitie”, aldus Julia Lamb van de Europese Rail Freight Association (EFRA). “Maar we zijn nogal teleurgesteld in de politieke pijler, want we wilden een echt level playing field en nu zien we nog steeds voordelen voor staatsbedrijven ten opzichte van concurrenten.”

Jos Dings, de algemeen directeur Transport & Environment, is voornamelijk teleurgesteld dat de veranderingen niet sneller gaan. Transport & Environment is een organisatie die 50 organisaties uit 26 landen in Europa vertegenwoordigd. “Een level playing field is essentieel en verbetert de efficiëntie. Maar het tempo van de vooruitgang is nu heel, heel langzaam.”

Dings zegt daarom niet optimistisch te zijn over de toekomst van het spoorvervoer. Hij ziet dat de sector wordt ingehaald door weg- en vluchtverkeer. “Mijn assistente boekt met een paar klikken op de computer een vliegticket, maar ze gaat zuchten als ik haar een treinticket laat boeken, omdat dat zo veel werk is. Ik denk dat de spoorsector onderschat wat er nodig is om te kunnen blijven concurreren met andere vervoersmodaliteiten.”

Nieuwe spelers

Europarlementariër Wim van de Camp ziet echter wel degelijk voordelen. Hij verwacht dat door dit Vierde Spoorpakket nieuwe spelers het veld zullen betreden. Dat zullen niet alleen dochterondernemingen zijn van staatsbedrijven, zoals Arriva van Deutsche Bahn, Abellio van NS en Syntus van Keolis. “Er zijn al verschillende private spelers op de spoormarkt bijgekomen en ik verwacht dat dit aantal zal groeien. Deze kleine bedrijven zijn flexibel en bieden goede service aan reizigers. Zij zijn beter dan de ‘grand old ladies’.”

Daarentegen erkent Van de Camp dat de positie van NS in Nederland heel zeker is en hij verwacht daarom geen verdere opening van de markt in Nederland. Maar hij benadrukt dat Europa al decennialang bezig is om meer opening op de Europese spoormarkt te realiseren. “De marktopening is zeker niet compleet, maar er zijn wel verdere stappen gemaakt. Wetgeving vaststellen is één en met het Vierde Spoorpakket zetten we een stap in de goede richting. Maar we moeten het nu nog gaan uitvoeren en dat zal ook nog wel jaren duren.”

Lees ook:

Auteur: Inge Jacobs

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.