Regionale vervoerders iets minder stipt in 2016

NS, treinen, materieel

De regionale vervoerders lijken in 2016 iets minder punctueel te hebben gereden dan een jaar eerder. Op decentrale lijnen reed in 2016 gemiddeld 94,1 procent van de treinen op tijd, in vergelijking met 95,0 procent een jaar eerder. De treinpunctualiteit van al het reizigersvervoer is volgens ProRail nagenoeg gelijk aan een jaar eerder. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het prestatiedashboard van ProRail over de afgelopen twaalf maanden. Verder zijn er minder treinen uitgevallen op de decentrale lijnen. 

Het punctualiteitscijfer voor het gehele reizigersvervoer leek in eerste instantie 0,5 procent lager uit te komen dan in 2015, maar dat komt volgens ProRail door een fout in het systeem, waardoor de punctualiteit over 14 maanden werd gemeten. Dit zorgde voor een lager cijfer. Een herberekening over laatste 11 maanden van 2016 lijkt een gemiddelde punctualiteit van 89,3 procent uit te wijzen. ProRail meet de punctualiteit voor het totale reizigersverkeer op enkele representatieve stations op het hoofdrailnet – inclusief de HSL-Zuid – en op het regionale net.

Reizigerspunctualiteit HRN

NS zelf meet de reizigerspunctualiteit op het hoofdrailnet, niet de treinpunctualiteit. De landelijke spoorvervoerder heeft de reizigerspunctualiteit over de afgelopen twaalf maanden bepaald op 91,3 procent. Daarmee is de reizigerspunctualiteit in de ogen van NS wel hoger uitgekomen dan een jaar eerder. Deze cijfers kunnen echter verschillen omdat NS een andere definitie hanteert dan ProRail, namelijk ‘het percentage van de reizigers voor wie de treinreis qua reistijd is geslaagd’. NS kijkt dus of de trein daadwerkelijk heeft gereden, minder dan 5 minuten vertraging had bij aankomst – ProRail hanteert 3 minuten vertraging – en of de overstap is gehaald.

Hoewel de behaalde punctualiteit van de decentrale vervoerders opnieuw hoger is dan die van NS – de regionale vervoerders presteren eigenlijk al jaren beter dan NS – blijkt de punctualiteit wel lager te zijn dan een jaar eerder. Waar een jaar eerder zelfs op de slechts presterende decentrale lijn circa 95 procent van alle treinen zonder vertraging op de bestemming arriveerden, bleek dat in 2016 niet zo te zijn. Vooral in de laatste drie maanden van het jaar raakten de regionale treinen meer vertraagd en in november en december arriveerden gemiddeld 9 van de 10 treinen met minder dan drie minuten vertraging op de bestemming.

Vervoer Arriva in Limburg

Overigens is het punctualiteitscijfer in de laatste maand flink gedaald omdat veel treinen van vervoerder Arriva in de eerste maand van de nieuwe concessie Limburg vertraagd raakten. Dit kwam onder meer door een botsing tussen een Arriva-trein en NS-trein en door technische storingen op 29 en 30 december vanwege rijp op de bovenleiding. Arriva heeft toen rijptreinen laten rijden, wat positief heeft uitgepakt. 

De kanttekening moet ook worden gemaakt dat het punctualiteitscijfer voor regionale vervoerders beïnvloed is door een aangepaste dienstregeling van Arriva in Limburg. In december nam Arriva hier de concessie over van Veolia en na twee dagen besloot de nieuwe vervoerder maatregelen te nemen op het traject tussen Maastricht en Maastricht Randwyck, vanwege veel uitgevallen treinen en vertraging.

Nieuw treinpad

Arriva legde een ‘knip’ in Maastricht voor de stoptreinen Heerlen-Maastricht Randwyck en Roermond-Maastricht Randwyck. Dit zorgt volgens Arriva voor mindere cijfers in het dashboard, terwijl de werkelijke prestaties hoger zijn. “Als je kijkt naar de gecombineerde punctualiteit van Heerlen-Maastricht en Maastricht-Maastricht Randwyck en van Roermond-Maastricht en Maastricht-Randwyck, ligt deze hoger. Tussen Maastricht en Maastricht Randwyck zal dit boven de 95 procent zijn. Op de baanvakken Heerlen-Maastricht en Roermond-Maastricht ligt dit boven de 90 provincie.”

Ook op de verbindingen waar de regionale vervoerders al langer het vervoer verzorgen, reed wel ruim meer dan 90 procent van de treinen van Arriva, Connexxion en Syntus op tijd; een percentage dat gelijk is aan de afgelopen jaren. De meest punctuele trein wordt gereden door NS, namelijk de intercity tussen Bergen op Zoom en Roosendaal. Hier reed 99 procent van alle treinen op tijd.

Grensoverschrijdende verbindingen

In 2016 bleken vooral de grensoverschrijdende verbindingen vaak vertraging op te lopen of vaak uit te vallen. Van de ICE-treinen en de Thalys-treinen, wist nog geen 70 procent van de treinen op tijd te arriveren op de eindbestemming. Bovendien bleken veel verbindingen van NS Internationaal onder de maat te presteren, zoals de treinen richting Berlijn, Frankfurt en Lille.

Deze internationale treinen waren vaker verlaat dan de IC Direct-treinen, waar gemiddeld 15 procent van de treinen vertraagd was. NS verklaart de hoge vertragingen hier door de stakingen in België en Duitsland en de impact van de aanslagen in Brussel. Ook Keolis wist in de afgelopen twaalf maanden slechts 8 van de 10 Eurobahn-treinen tussen Venlo en Hamm op tijd te laten rijden.

Uitval

Het gemiddelde uitvalcijfer op het gehele net ligt in 2016 op 1,9 procent. In november was er sprake van het meeste uitval, namelijk 2,4 procent. Een jaar eerder waren het vooral de IC Direct-treinen die erg veel uitvielen. Hoewel de uitval hier nog steeds hoog is, zijn het niet de slechts presterende treinen. Dit blijkt de sprinter van NS tussen Veenendaal Centrum en Breukelen te zijn. Meer dan 11 procent van de treinen op dit traject is uitgevallen, dus 1 op de 10 treinen.

Ook andere sprinter-trajecten werden vaak geconfronteerd met uitval, zoals tussen Leiden Centraal en Gouda, Utrecht Centraal-Breukelen en Rotterdam-Vlaardingen Centrum. Overigens hebben ook de regionale spoorvervoerders wel degelijk te maken gehad met flinke uitval. Het traject tussen Zwolle en Coevorden waarop Arriva-treinen rijden, had een gemiddelde uitval van 5,1 procent, en 3,7 procent van de treinen reed niet op het traject tussen Amersfoort en Barneveld Noord, waar Connexxion het vervoer verzorgt.

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.