Betere stiptheid op spoor, maar wel meer uitval
De punctualiteit op het Nederlandse spoor is in 2018 toegenomen in vergelijking met een jaar eerder, maar tegelijkertijd zijn meer treinen uitgevallen. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het prestatiedashboard van ProRail over de afgelopen twaalf maanden. Verder blijft de HSL een zorgenkindje. Daar lijken de treinen in 2018 gemiddeld minder stipt te hebben gereden dan in 2017.
Spoorbeheerder ProRail laat weten tevreden te zijn over de prestaties in 2018, omdat treinen minder vaak stil stonden en ook het aantal grote storingen fors is afgenomen. “De prestatie houdt Nederland steevast in de wereldwijde top 3 van spoorlanden naast Japan en Zwitserland”, aldus de spoorbeheerder.
Uitval
Uit het dashboard blijkt dat de gemiddelde uitval van de treinen met 2,4 procent hoger ligt dan in 2017. In dat jaar viel gemiddeld 2,1 procent van de treinen uit. Daarbij valt het op dat de uitval met name hoog ligt bij de decentrale vervoerders. Door problemen met het materieel viel ruim een op de vijf treinen uit tussen Bielefeld en Hengelo, waar Keolis Deutschland rijdt.
Ook Arriva heeft in het afgelopen jaar flink geworsteld met het vervoer op de Maaslijn tussen Nijmegen en Venray. De uitval op deze lijn verdubbelde in vergelijking met een jaar eerder. De vervoerder liet in september al weten dat het lastig was om goed te presteren op die verbinding, omdat de lijn kwetsbaar is en ook gevoelig voor verstoringen. Verder blijft de uitval van NS-treinen hoog op de lijnen van de HSL.
Tekst loopt door onder grafiek
HSL-Zuid
Volgens ProRail is in het afgelopen jaar 82,7 procent van de reizigers die over de HSL reisde op tijd op zijn bestemming gearriveerd en dat is hoger dan de gestelde norm door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. In het dashboard van ProRail kijkt de beheerder naar het percentage reizen dat met minder dan vijf minuten vertraging is verlopen.
Maar de reizigerspunctualiteit op deze hogesnelheidslijn blijft beduidend lager dan op de rest van het Nederlandse spoor en komt dit jaar dus lager uit dan in 2017. In dat jaar reed volgens het dashboard 83,4 procent van alle treinen op deze problematische lijn op tijd. Vooral de reizigers tussen Amsterdam en Breda zijn vaak geconfronteerd met vertraging, want slechts driekwart van alle treinen reed hier op tijd. Tussen Schiphol en Rotterdam was de stiptheid op de HSL het beste.
Tekst loopt door onder grafiek
Decentrale lijnen
Traditioneel is de punctualiteit op de decentrale lijnen beter dan op het hoofdrailnet en 2018 vormt daarop geen uitzondering. Hoewel de uitval relatief hoog was op enkele decentrale lijnen, is de treinpunctualiteit hier zelfs opnieuw verbeterd. Hier gaat het alleen om de treinaankomsten, omdat met de regionale vervoerders andere afspraken zijn gemaakt dan met NS. Bij reizigerspunctualiteit wordt gekeken naar de aankomstgegevens van de trein, de uitval van treinen en gegevens van de OV-chipkaart. Die punctualiteit komt in 2018 uit op 94,6 procent.
Dit is hoger dan in 2017, maar nog steeds is het niveau van 2015 nog niet behaald. Op dat moment kwam 5 procent van alle decentrale treinen met vertraging aan op zijn bestemming. Met name de treinen tussen Raalte en Enschede, Zwolle en Enschede en de treinen tussen Venray en Nijmegen raakten regelmatig vertraagd. Aan de andere kant presteerde zowel Arriva als Keolis erg goed op de verbindingen Apeldoorn-Zutphen, Leeuwarden-Sneek en Zwolle-Kampen.
Tekst loopt door onder grafiek
Toegenomen drukte
Vooral omdat de drukte op het spoor is toegenomen, is ProRail positief over de prestaties op het spoor in 2018. “Dit is echt een prestatie, waar we wereldwijd hoge ogen mee gooien”, aldus ProRail-directeur Pier Eringa. “Er zijn weinig landen in de wereld die ons dit na doen. Dat de cijfers wederom goed zijn, betekent niet dat we achterover kunnen leunen. We moeten ons continu willen verbeteren. Ook willen we zorgen dat het aantal storingen en de impact die dit heeft voor de reizigers verder daalt”.
Eringa: “Je mag van ons verwachten dat wij veel energie steken in het continue verbeteren van onze dagelijkse prestaties. De KPI’s, en de bijbehorende normen die we met het ministerie overeen zijn gekomen, houden ons scherp. Wat we alleen niet uit het oog moeten verliezen is hoe we Nederland ook op de middellange en lange termijn in beweging blijven houden en de capaciteit van het spoor mee laten groeien.”
Verfijnder OV-netwerk
De ProRail-topman blijft daarom pleiten voor extra investeringen om de prestaties ook in de toekomst goed te houden. “Kijk bijvoorbeeld naar de bereikbaarheid van Amsterdam en de enorme groei van Schiphol. Het is nodig dat we in Nederland blijven investeren in een beter en verfijnder OV-netwerk met meer en snellere treinen, betere en comfortabele stations en meer fietsenstallingen. Daar zijn stevige investeringen en moedige politieke beslissingen voor nodig”
Lees ook:
