Provincie vraagt 1,5 miljard voor Brabantse OV

Om de plannen uit het Toekomstbeeld OV 2040 in de provincie Noord-Brabant te kunnen uitvoeren is zeker 1,5 miljard euro nodig. Voor dat geld kunnen knelpunten op het spoor aangepakt worden om de snelle treinen met de Randstad te realiseren en kunnen de faciliteiten voor het drempelloos van deur-tot-deurreizen gecreëerd worden. 

De toekomstvisie voor het openbaar vervoer in Nederland is gisteren gepresenteerd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Brabantse gedeputeerde laat weten blij te zijn met die toekomstvisie. “Het OV is zeker in de toekomst onmisbaar om Nederland en Brabant bereikbaar te houden. Het is dus goed dat er nu een visie voor de lange termijn ligt met een duidelijke opgave om de komende decennia stevig in het OV te investeren.”

Geen tijd te verliezen

Hij benadrukt ook dat er geen tijd te verliezen is, aangezien op bepaalde verbindingen in Noord-Brabant de grenzen van de capaciteit al is bereikt in de treinen. “Willen we in de komende jaren meer mensen in het OV kunnen vervoeren en meer treinen in kunnen zetten, dan moeten er voor 2030 in Brabant al een aantal knelpunten opgelost worden en helpt het als we het vervoer van mensen en goederen meer uit elkaar kunnen halen.”

Hoewel de investeringen fors zijn, benadrukt Van der Maat dat hij niet luid roepend met een uitgestoken handje naar Den Haag is gegaan. “We zijn als partijen samen eigenaar van het OV en staan voor een enorme uitdaging. We zetten zoals altijd in de samenwerking met onze partners om te zoeken naar goede oplossingen. Dat is de Brabantse manier en die heeft in de afgelopen paar jaar ook gewerkt om Haags geld te laten landen in deze belangrijke regio.”

Toekomstvisie

In het Toekomstbeeld is de ambitie uitgesproken dat de Brabantse steden in 2040 binnen 60 tot 90 minuten per trein met de Randstad worden verbonden. Op belangrijke routes rijden zeker elke tien minuten trein. Bovendien is Nederland goed en snel verbonden met grote internationale steden zoals Londen, Brussel en Düsseldorf.

Dit vergt het ongelijkvloers maken van spooroverwegen en extra plekken waar treinen kunnen keren, zodat de frequentie van de treinen omhoog kan. De investeringen die hiervoor nodig zijn, komen grotendeels op het bordje van de staatssecretaris. Brabant voert hiervoor dus de komende tijd verdere gesprekken met het Rijk en ProRail. Verder moet gewerkt worden aan zogenaamde ‘mobilityHUB’s’, waar reizigers eenvoudig van trein, bus, fiets en auto kunnen wisselen en een upgrade van het HOV-vervoer tussen Brabantse steden.