Van Veldhoven in gesprek met provincies over decentralisatie sprinterlijnen

Staatssecretaris Stientje van Veldhoven wil rond de zomer met de provincies bespreken of het decentraliseren van bepaalde sprinterdiensten kansrijk is. Ook moet tijdens die overleggen duidelijk worden aan welke voorwaarden moet worden voldaan. Het is de bedoeling dat er begin 2020 een principe-afspraak ligt, schrijft de politica aan de Tweede Kamer. 

In het Regeerakkoord gaf de regering al aan meer sprinterdiensten te willen aanbesteden. De regering dacht daarvoor aan de lijnen Apeldoorn-Enschede, Zwolle-Groningen/Leeuwarden en Dordrecht-Breda. Eerder al liet Van Veldhoven een quickscan uitvoeren, waaruit bleek dat de decentralisatie van de lijnen Zwolle-Leeuwarden en Zwolle-Groningen het meest kansrijk zijn.

Analyse

De Tweede Kamer vroeg om een planning voor het mogelijke decentraliseren van die sprinterlijnen en daaraan heeft de staatssecretaris met haar brief voldaan. Maar er is nog geen definitief besluit genomen over de decentralisatie van de sprinterdiensten. Weliswaar had de staatssecretaris al opdracht gegeven voor een quickscan, maar op basis daarvan kon niet worden vastgesteld óf en  in welke mate decentralisatie positief zal uitpakken voor de reizigers.

Daarom volgt er nu nog een onderzoek naar de gevolgen van de mogelijke decentralisatie, waarin wel gekeken wordt of dit zal zorgen voor een regionaal geïntegreerd aanbod voor de reiziger. “Naast het vaststellen van
mogelijke verbeteringen voor de reiziger is een belangrijke vraag onder welke (financiële) voorwaarden decentralisatie zou kunnen plaatsvinden”, aldus Van Veldhoven. Deze analyse maakt gebruik van reizigersdata.

Provincies

De staatssecretaris heeft de laatste tijd al gesprekken gevoerd met de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland. Dit zijn de provincies die betrokken zijn bij een mogelijke aanbesteding van de sprinterdiensten Zwolle-Groningen, Zwolle-Leeuwarden en Apeldoorn-Enschede. De quickscan gaf eerder aan dat bij de eerste twee lijnen mogelijkheden lagen voor een beter product door een openbare aanbesteding.

De lijn Apeldoorn-Enschede werd door de onderzoekers van Twynstra Gudde niet aangemerkt als kansrijk, vanwege het grote aantal verschillende treindiensten, de drukte op het spoor en de beperkte perroncapaciteit. De onderzoekers benadrukten dat voor een eventuele decentralisatie scherp gekeken zou moeten worden naar de capaciteit op het perron, de samenloop en de geluidsbelasting. De staatssecretaris lijkt echter nog wel kansen te zien voor een decentralisatie van die lijn.

Hoofdrailnetconcessie

Van Veldhoven heeft nu afspraken gemaakt met de regio’s over de vervolgstappen, zodat er in 2020 een principe-akkoord ligt over het mogelijke aanbesteden van die lijnen uit het hoofdrailnet. Dit akkoord zal onderdeel uitmaken van een groter besluit over de invulling van de hoofdrailnetconcessie. Volgend jaar moet namelijk ook een klap worden gegeven op de mate van marktwerking op het Nederlandse spoor nadat de hoofdrailnetconcessie van NS in 2024 afloopt.

Lees ook:

• ‘Decentralisatie van twee sprinterdiensten kansrijk’
• FNV: decentralisatie weinig zinvol zonder investeringen

Wil je meepraten over de kansen en de risico’s van een aanbesteding? Neem dan deel aan het OV Debat op 21 mei.