Onderzoeksraad voor Veiligheid: Veiligheid fiets-/voetveren moet beter gewaarborgd

Dagelijks maken in Nederland 25.000 mensen gebruik van een fiets-/voetveer, terwijl niet is gewaarborgd dat deze vorm van openbaar vervoer aan een bepaald minimum veiligheidsniveau voldoet. Dat schrijft de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar aanleiding van de aanvaring tussen een veerpont en een motorvrachtschip op het RijnSchiekanaal in Rijswijk op 31 januari van dit jaar.

Veerdiensten zijn in Nederland traditioneel een belangrijke oeververbinding voor forenzen, scholieren en recreanten. Er is een onderscheid tussen de grotere veren waarmee ook auto’s worden vervoerd en de  kleinere fiets-/voetveren. Voor die laatste categorie gelden landelijk geen technische eisen of specifieke  eisen voor het vervoer van passagiers. Alle veren gezamenlijk vervoeren in Nederland gemiddeld dagelijks 90.000 passagiers, waarvan 25.000 per fiets-/voetveer reizen.

In de vroege ochtend van 31 januari 2012 kwam de veerpont Keereweer in Rijswijk in aanvaring met het motorvrachtschip Reinod 15. Twee passagiers van de veerpont raakten te water, maar zijn daarbij niet gewond geraakt. De Onderzoeksraad voor Veiligheid is een onderzoek gestart, omdat veerverbindingen onderdeel uitmaken van het openbaar vervoer waarbij de passagiers erop moeten kunnen rekenen dat zij veilig worden vervoerd. Daarbij bleek dat de gemeente Rijswijk de exploitatie van de Keereweer met ingang van 2012 tegen lagere kosten uitbesteed aan een nieuwe exploitant. De vaste schipper werd vervangen door een nieuwe bemanning, die op 9 januari van start ging. De gemeente eiste dat de nieuwe schipper over een zogeheten ‘klein vaarbewijs’ zou beschikken. Op het moment dat de nieuwe schipper zijn werk aanving, beschikte hij echter niet over het vereiste vaarbewijs. Behoudens een aantal uren oefenen had hij evenmin ervaring in het varen met een veerpont.  De Onderzoeksraad schrijft in zijn rapport dat de gemeente als opdrachtgever onvoldoende heeft stilgestaan bij de specifieke risico’s van het vervoer van personen in relatie tot de nieuwe exploitatie.  Dat geldt ook voor de nieuwe exploitant. Hierdoor was niet verzekerd dat de veerpont werd bestuurd door bemanning die was toegerust met voldoende kennis en ervaring om de mogelijke risico’s te herkennen en daar mee om te gaan.

Het ontbreken van landelijke specifieke eisen voor kleinere veerponten heeft tot gevolg dat iedere gemeente naar eigen inzicht voorwaarden en regels stelt – of niet stelt. Zo verschillen de veiligheidseisen die aan de bemanning, de exploitant en de uitvoering van de veerdienst worden gesteld.  De Raad schrijft dat wettelijke regels niet per sé noodzakelijk zijn, maar dat gemeenten en exploitanten vooral zelf moeten zorgen dat zij verantwoordelijk handelen en veilig personenvervoer kunnen aanbieden. De Onderzoeksraad vindt dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten het Landelijk Veren Platform moet ondersteunen bij het vaststellen van een leidraad voor kleinere veerponten. Het Landelijk Veren Platform moet ervoor zorgen dat in deze leidraad aandacht wordt besteed aan de toerusting van de schipper om zijn taak goed te kunnen uitvoeren; aan de constructie, stabiliteit, uitrusting en conditie van de veerpont, en aan een veilige exploitatie.

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.