Kosten bepalend bij keuze parkeerplaats zelfrijdende auto
Zelfrijdende auto’s kunnen in de toekomst de passagier afzetten in de binnenstad en vervolgens zelfstandig parkeren. Maar naar welke parkeerplaats rijden ze dan? Het Nederlandse adviesbureau Goudappel Coffeng onderzocht in samenwerking met de TU Delft wat bepalend is voor de passagier in de keuze voor een parkeerplaats. De kosten blijken doorslaggevend te zijn.
De onderzoekers namen Den Haag als case study. Aan 388 mensen is de vraag voorgelegd waar zij de auto liever heen sturen nadat ze zijn afgezet in het centrum: in een parkeergarage in het centrum of een parkeerplaats buiten de stad.
Verschillende tarieven
Het onderzoek laat zien dat de kosten van de parkeerplaats de grootste invloed heeft op de keuze. Reizigers zijn veel minder gevoelig voor het type bewaking. Ook vinden ze het risico op langer wachten tot het voertuig arriveert bij het afhaalpunt, minder van belang. Verder houdt de reiziger geen rekening met risico op schade aan het voertuig, blijkt uit de antwoorden van de respondenten.
Dit betekent voor beleidsmakers van gemeenten dat het parkeergedrag te beïnvloeden is door het gebruik van verschillende tarieven. Als het parkeertarief in de parkeergarage in de binnenstad bijvoorbeeld met 1 euro verhoogd wordt – van 3,50 euro naar 4,50 euro – zal het aandeel reizigers dat parkeert in de binnenstad verminderen met 8 procent.
Anticiperen
Om het aantal lege voertuig-kilometers te verminderen, wordt geadviseerd om kort-parkeren te stimuleren in de binnenstad en lang-parkeren aan de rand van de stad. Het stimuleren van kort-parkeren in de binnenstad kan door een aantrekkelijke prijs hiervoor te vragen. Daarnaast moet de prijs voor lang-parkeren op een parkeerterrein buiten het centrum aantrekkelijker zijn dan lang-parkeren in de binnenstad.
Verder wordt geadviseerd om een dynamische parkeerprijs in te voeren voor het tijdelijk parkeren van de zelfrijdende auto. Hierbij gaat het om de plaatsen waar het voertuig de passagier weer oppikt. “Op deze manier kan de gemeente het parkeeraanbod en –vraag op elkaar afstemmen, anticiperen op parkeerprijzen van de concurrent en reageren op externe factoren, bijvoorbeeld de spitsperiode”, schrijven de onderzoekers.
